Passavantlaan 13, Arnhem

Omschrijving

Rijtje van zes MIDDENSTANDSWONINGEN aan de westzijde van de Passavantlaan, tussen de Richard Kolfschotenlaan en het Goeman Borgesiusplein. Het rijtje bestaat uit twee gedeeltelijk onderkelderde woonhuizen van één bouwlaag en zolderverdieping (doorgaand zadeldak) op rechthoekig grondplan, met daarop aansluitend een meergezinshuis met twee beneden- en twee bovenwoningen op rechthoekig grondplan, waarbij de bovenwoningen worden afgedekt door één zadeldak en de bredere gedeeltes van de benedenwoningen door zadeldaken die aansluiten op de zijgevels van de bovenbouw. De daken hebben een overstek en zijn belegd met rode opnieuw verbeterde Hollandse pannen. Op de nok van de éénlaags huizen is één bakstenen schoorsteen geplaatst. Het zadeldak van de bovenwoningen heeft twee schoorstenen op de nok en één schoorsteen midden in het voor- en achterschild. Het dakoverstek met bakgoot aan de voor- en achterzijde gaat een stukje de hoek om. Het dakoverstek bij de topgevels is voorzien van windveren. In de voor- en achterschilden zijn brede doorgaande houten dakkapellen geplaatst met een vensterstrook. In het éénlaags gedeelte bezit deze vensterstrook per woning vier gekoppelde en twee gekoppelde enkelruits ramen (oorspronkelijk met horizontale roeden), die van elkaar worden gescheiden door geprofileerde houten panelen. Bij de bovenwoningen bezit deze vensterstrook per woning vijf gekoppelde enkelruits ramen (oorspronkelijk met horizontale roeden), die van elkaar worden gescheiden door geprofileerde houten panelen.

De gevels zijn opgetrokken in rode baksteen en gemetseld in halfsteens verband. Het iets terugspringende trasraam is uitgevoerd in bruine baksteen. Onder het dakoverstek bevindt zich een band van donkere baksteen. Met uitzondering van de bovenwoningen zijn de topgevels beschoten met planken die aan de onderzijde elk twee staafprofieltjes hebben. De ramen, de deuren (m.u.v. de voordeur) en de onderzijde van het dakoverstek zijn wit geschilderd; de overige houten onderdelen zijn groen geschilderd.

De VOORGEVEL van het lage gedeelte is vier traveeën breed. De linker travee maakt een gevelvoorsprong en bezit een enkelruits venster met bloembak. De tweede en derde travee hebben elk een grote rechthoekige muuropening waarin een dubbele glasdeur tussen enkelruits zij- en bovenlichten. Hiervoor bevinden zich terrassen, zogeheten "grindbakken", die omheind worden door lage bakstenen tuinmuurtjes waarin bloembakken zijn opgenomen. De rechter travee van het lage gedeelte heeft een uitgebouwd houten portiek op bakstenen plint met luifel, bovenlicht en deur met verticale raamstrook.

De VOORGEVEL van het hoge gedeelte is in de eerste bouwlaag zes traveeën, en in de tweede bouwlaag vier traveeën breed. De eerste bouwlaag heeft in de tweede travee van links en rechts een ingangspartij die bestaat uit een uitgebouwd houten portiek met luifel waarin twee paneeldeuren met elk een verticale raamstrook. Eén deur is schuin aan de zijde geplaatst. Boven het portiek bevindt zich een enkelruits bovenlicht. De derde en vierde travee (het middengedeelte) hebben elk een grote rechthoekige muuropening waarin een dubbele glasdeur tussen enkelruits zij- en bovenlichten. Tussen deze traveeën bevindt zich een uitgemetselde muurdam die de terrassen van beide benedenwoningen van elkaar scheidt. Deze zogeheten "grindbakken" worden omheind door lage bakstenen tuinmuurtjes. De rechter travee bezit een rechthoekig venster met stolpraam en houten bloembak met staafprofiel op de hoeken. De linker travee bezit een dubbele glasdeur onder enkelruits bovenlicht. De tweede bouwlaag heeft in het midden een breed wit gepleisterd balkon dat in twee gelijke helften wordt opgedeeld door een met geprofileerde planken beschoten scheidingsmuurtje. Tussen dit muurtje en het dakoverstek bevindt zich een plank met haaks daarop houten halve cirkels in de vorm van een dubbele kamstructuur. Het balkon heeft een gesloten balustrade waarop een houten leuning die bestaat uit drie planken met daartussen rood geschilderde bol- en kegelvormen. Het balkon is bereikbaar via een dubbele glasdeur tussen zij- en bovenlichten. Aan weerszijden van het balkon bevindt zich een stolpraam met bloembak als in de eerste bouwlaag.

De LINKER ZIJGEVEL heeft in de eerste bouwlaag een toiletraampje, twee rechthoekige vensters met enkelruits ramen (bij het voorste venster een houten bloembak), een deur met verticale raamstrook onder een luifel; in de beschoten topgevels een vensterstrook met zes enkelruits ramen (oorspronkelijk met horizontale roeden) en een smal verticaal zolderraampje.

De symmetrisch ingedeelde RECHTER ZIJGEVEL heeft in de eerste bouwlaag twee rechthoekige vensters met enkelruits ramen en houten bloembakken en in de beschoten topgevel van de benedenwoningen een vensterstrook met vijf enkelruits ramen (oorspronkelijk met horizontale roeden) en een smal verticaal zolderraampje. De topgevel van de bovenwoning heeft aan weerszijden van de hierop aansluitende zadeldaken van de benedenwoningen een enkelruits raam.

De ACHTERGEVEL van het lage gedeelte bezit per woning een risaliet met een deur en flankerend enkelruits raam, en ter plaatse van een gevelterugsprong in de eerste bouwlaag een grote rechthoekige muuropening (dubbele glasdeur tussen enkelruits zij- en bovenlichten) en in de tweede bouwlaag een loggia (dubbele deur tussen openslaande ramen).

De ACHTERGEVEL van het hoge gedeelte (twee beneden- en twee bovenwoningen) heeft in de zijtraveeën een dubbele tuindeur. Het tweelaags middengedeelte wordt geflankeerd door uitgemetselde muurdammen waarin muurkasten zijn ondergebracht. De beëindigingen van deze muurdammen en die van de scheidingsmuur in het midden zijn met planken beschoten en hebben een terugspringend gedeelte onder het dakoverstek. Tussen de muurdammen bevindt zich een breed wit gepleisterd balkon. Het balkon heeft een gesloten balustrade waarop een houten leuning die bestaat uit drie planken met daartussen rood geschilderde bol- en kegelvormen. De beneden- en de bovenwoningen hebben elk één grote rechthoekige muuropening waarin een dubbele glasdeur tussen enkelruits zij- en bovenlichten, èn een glasdeur met flankerend enkelruits raam (in de eerste bouwlaag onder een gezamenlijk bovenlicht).

Waardering

Rijtje van zes MIDDENSTANDSWONINGEN uit 1922-1924.

- Van architectuurhistorische waarde als goed en gaaf voorbeeld van een rijtje middenstandswoningen met een aan de Nederlandse tuinwijken verwante, en voor het interbellum karakteristieke architectuur met een traditionele hoofdopzet en een bijzondere detaillering. De hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp komen tot uitdrukking in de gave verhoudingen, het gevarieerde materiaalgebruik, de bijzondere detaillering en het opvallende kleurgebruik. Als zodanig is het object een goed voorbeeld van het werk van architect G. VERSTEEG (1872-1938) en van bijzondere betekenis voor diens oeuvre.

- Van stedebouwkundige waarde als essentieel onderdeel van het woningbouwcomplex van de "Woningbouwvereniging voor Ambtenaren" in de middenstandswijk Sonsbeekkwartier-Noord.

- Van cultuurhistorische waarde als vroeg voorbeeld van een rijtje middenstandswoningen, gebouwd in opdracht van een speciaal voor dit doel in het leven geroepen woningbouwvereniging.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
516770
Complexnaam
Woningb.vereniging voor Ambtenaren
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding

Woningbouwcomplex bestaande uit 104 MIDDENSTANDSWONINGEN die verdeeld zijn over 22 objecten. Het woningbouwcomplex is in 1922-1924 gebouwd in opdracht van de "Woningbouwvereniging voor Ambtenaren", naar ontwerp van architect G. Versteeg en uitgevoerd door aannemersfirma S. van Bakel en Huijser uit Rotterdam. In het eerste opgeleverde huis Pontanuslaan 33 is een gedenksteen geplaatst met het opschrift: "gesticht door de / WONINGBOUWVEREENIGING / voor AMBTENAREN te ARNHEM / aanbesteed 14 aug. 1922 het dagel. bestuur / voorz. k. de lincel secr. g.a. van mastbergen / penningm. a. schut." De "Woningbouwvereeniging voor Ambtenaren" werd op 22 september 1920 opgericht met het "...doel te Arnhem middenstandswoningen te stichten, ten einde deze te verhuren aan ambtenaren van Staat, Provincie, Gemeente of andere publiekrechtelijke lichamen". In februari 1921 kreeg architect GERRIT VERSTEEG (1872-1938) de bouwopdracht nadat meerdere gegadigden zijn benaderd waaronder de architecten J.A. Heuvelink, W. Diehl en Roos & Overeijnder. Versteeg was, na een opleiding tot timmerman in Delft, tot 1900 assistent van prof. C. Sluyterman en prof. E. Gugel. Daarna werd hij benoemd tot adjunct-directeur Gemeentewerken in Arnhem. In deze functie ontwierp hij onder andere de Lorentz H.B.S. aan de Schoolstraat (1904-1905) en de gemeentelijke elektriciteitscentrale aan de Nieuwe Kade (1907, verwoest). Deze gebouwen vertonen Berlagiaanse invloeden. Vanaf 1914 verlegde Versteeg zijn werkterrein naar Amsterdam waar hij zich associeerde met architect J. Gratama (1877-1947). Het bureau Gratama-Versteeg kreeg tot in 1921 diverse opdrachten voor volkswoningbouw, onder andere in de Transvaalbuurt te Amsterdam (i.s.m. architect H.P. Berlage), en in Arnhem voor de "Coöperatieve Woningbouwvereniging Sonsbeek".

Het onderhavige woningbouwcomplex bevindt zich in het noordelijke deel van het Sonsbeekkwartier, ten oosten van het Park Sonsbeek. De stedebouwkundige opzet voor dit sterk geaccidenteerde terrein is door de directeur gemeentewerken ir. W.F.C. SCHAAP (1870-1933) ingetekend op de kaart behorende bij het Algemeen Uitbreidingsplan van 1917, en wordt gekenmerkt door een centraal in de wijk gelegen langgerekt plein en korte straten. De vroegste bebouwing is te vinden in de zuidwestelijke deel van de wijk aan de Apeldoornseweg en dateert uit het tweede decennium van de twintigste eeuw: het hoofdkantoor van de Nederlandsche Heidemaatschappij (architect K.P.C. de Bazel, 1912-1914), de Hogere Burgerschool voor Meisjes (architect C.G. Bremer, 1916-1917) en twintig middenstandswoningen aan de Pontanuslaan van de Woningbouwvereniging "Die Goede Woningh" (architectenbureau De Roos & Overeijnder, ca. 1915). In de jaren twintig werden de overige bouwblokken grotendeels bebouwd met middenstandswoningen van de Arnhemsche Coöperatieve Woningbouwvereeniging "Sonsbeek" (architectenbureau Gratama-Versteeg), de Coöperatieve Woningbouwvereeniging "De Middenstandswoning" (ir. W.F.C. Schaap) en onderhavig complex van de "Woningbouwvereeniging voor Ambtenaren" (architect Versteeg).

Voor de "Woningbouwvereeniging voor Ambtenaren" ontwierp Versteeg woonblokjes in kleine rijen en/of met beneden- en bovenwoningen in een aan de Nederlandse tuinwijken refererende, en voor het interbellum karakteristieke woningbouwarchitectuur met een traditionele hoofdopzet: bakstenen gevels en steile daken. De samenhang in de visuele verschijningsvorm wordt benadrukt door de aaneenschakeling van rode pannen daken, het ritme van schoorstenen, ramen en deuren met afdakjes en de ligusterhagen om de voor- en achtertuinen. Opmerkelijk is de rijke detaillering van onder andere de balkons (rood geschilderde bol- en kegelmotieven) en de groen geschilderde bloembakken en beschoten topgevels (staafprofielen). Alle benedenwoningen hebben in de achtertuin een houten schuurtje. Deze zijn per twee gekoppeld en staan op de erfscheidingen. Een deel van de schuurtjes is volledig vernieuwd. De bovenwoningen hebben een aan de tussenpaden van de achtertuinen gelegen houten fietsenhok. De bijgebouwtjes vallen niet onder de bescherming.

Het woningbouwcomplex bestaat uit de navolgende onderdelen:

1.Pontanuslaan 33-39, een meergezinshuis met twee beneden- en twee bovenwoningen;

2. St. Nicolailaan 10-16, een rij van vier woonhuizen;

3. Goeman Borgesiusplein 1-7, een meergezinshuis met twee beneden- en twee bovenwoningen;

4. Goeman Borgesiusplein 9-27, een rij van tien woonhuizen waarvan twee beneden- en twee bovenwoningen;

5. Goeman Borgesiusplein 29-35, een meergezinshuis met twee beneden- en twee bovenwoningen;

6. Goeman Borgesiusplein 37-55, een rij van tien woonhuizen waarvan twee beneden- en twee bovenwoningen;

7. Goeman Borgesiusplein 2;4 en Passavantlaan 9;11, een meergezinshuis met twee beneden- en twee bovenwoningen;

8. Goeman Borgesiusplein 6-16, een rij van zes woonhuizen;

9. Lorentzlaan 2-8, een meergezinshuis met twee beneden- en twee bovenwoningen;

10. Lorentzlaan 10-16, een meergezinshuis met twee beneden- en twee bovenwoningen;

11. Lorentzlaan 18-24, een meergezinshuis met twee beneden- en twee bovenwoningen;

12. Richard Kolfschotenlaan 1-11, een rij van zes woonhuizen;

13. Richard Kolfschotenlaan 2-12, een rij van zes woonhuizen;

14. Passavantlaan 13-23, een rij van zes woonhuizen waarvan twee beneden- en twee bovenwoningen;

15. Passavantlaan 25-31, een meergezinshuis met twee beneden- en twee bovenwoningen;

16. Passavantlaan 10-16, een meergezinshuis met twee beneden- en twee bovenwoningen;

17. Passavantlaan 18;20, twee woonhuizen onder één kap;

18. Passavantlaan 22;24, twee woonhuizen onder één kap;

19. Passavantlaan 26;28, twee woonhuizen onder één kap;

20. Passavantlaan 30-36, een meergezinshuis met twee beneden- en twee bovenwoningen;

21. Passavantlaan 38;40, twee woonhuizen onder één kap;

22. Passavantlaan 42-56, een meergezinshuis met vier beneden- en vier bovenwoningen.

Waardering

Complex MIDDENSTANDSWONINGEN uit 1922-1924.

- Van architectuurhistorische waarde als goed en gaaf voorbeeld van een complex middenstandswoningen met een aan de Nederlandse tuinwijken verwante, en voor het interbellum karakteristieke architectuur met een traditionele hoofdopzet en een bijzondere detaillering. De hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp komen tot uitdrukking in de gave verhoudingen, het gevarieerde materiaalgebruik, de bijzondere detaillering en het opvallende kleurgebruik. Als zodanig is het complex een goed voorbeeld van het werk van architect G. VERSTEEG (1872-1938) en van bijzondere betekenis voor diens oeuvre. Het complex heeft zeldzaamheidswaarde vanwege de architectonische kwaliteit en gaafheid.

- Van stedebouwkundige waarde als essentieel onderdeel van de middenstandswijk Sonsbeekkwartier-Noord uit het eerste kwart van de twintigste eeuw, die wordt gekenmerkt door de gebruikmaking van het geaccidenteerde terrein, door de verspringende rooilijnen, door de hoogwaardige architectonische kwaliteiten van de samenstellende onderdelen, en door de structurele en visuele gaafheid van de open stedebouwkundige structuur naar ontwerp van ir W.F.C. SCHAAP (1870-1933) waarin het langgerekte Goeman Borgesiusplein een belangrijke rol speelt. Karakteristiek is de situering van een middenstandswijk in het landschappelijk aantrekkelijke gebied ten noorden van het centrum en oostelijk van het Sonsbeekpark.

- Van cultuurhistorische waarde als vroeg voorbeeld van een complex middenstandswoningen dat gebouwd is in opdracht van een speciaal voor dit doel in het leven geroepen woningbouwvereniging. Het complex is van belang als bijzondere uitdrukking van de vooruitstrevende situatie in Arnhem op het gebied van de volkshuisvesting, welke verbonden is met de bekendheid met de (buitenlandse) moderne stedebouwkundige visies en het aantrekken van gekwalificeerde architecten.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Woonhuis Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Passavantlaan 13 6821 JH Arnhem Ja
Passavantlaan 15 6821 JH Arnhem
Passavantlaan 17 6821 JH Arnhem
Passavantlaan 19 6821 JH Arnhem
Passavantlaan 21 6821 JH Arnhem
Passavantlaan 23 6821 JH Arnhem
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Middenstandswoning
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
N 8378 Arnhem
N 8377 Arnhem
N 8287 Arnhem
N 8288 Arnhem
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1922 1924 vervaardiging
Naar boven