3e Mussenstraat 2, Arnhem

Omschrijving

WOONBLOK aan de noordzijde van de 3e Mussenstraat dat bestaat uit vier woningen. De woningen aan de uiteinden zijn identiek aan elkaar. Ook de spiegelsymmetrisch gekoppelde tussenwoningen zijn aan elkaar gelijk. Het dak bestaat uit een schilddak met aankappingen ter plaatse van de topgevels van de eindwoningen (voorzijde) en de gekoppelde topgevels van de tussenwoningen (achterzijde). De topgevels zijn voorzien van windveren. Het dak is belegd met rode verbeterde Hollandse pannen en watert af via houten bakgoten op klossen. De schoorstenen op de nok worden afgesloten door enkele uitgemetselde lagen baksteen. De rode bakstenen gevels zijn gemetseld in kruisverband. Het trasraam wordt, evenals alle muuropeningen, afgesloten door een rollaag.

Elke woning heeft in de VOORGEVEL een groot rechthoekig venster met twee gekoppelde schuiframen (oorspronkelijk schuivende meerruits onder- en bovenramen) en een ingangspartij ter plaatse van een gevelterugsprong met afgeschuinde zijde. Deze ondiepe portieken (bij de tussenwoningen gekoppeld) worden afgesloten door lateien met geknipte loodslabben. De portieken bezitten een opgeklampte deur en een smal venster (draaiend onderraam en klappend bovenlicht) in de afgeschuinde hoek. De deuren van de tussenwoningen zijn voorzien van een klein zijlicht. De eindwoningen hebben in de topgevel een breed rechthoekig venster met vier gekoppelde draairamen. De tussenwoningen hebben beide een brede platgedekte houten dakkapel met drie gekoppelde klapramen.

Beide ZIJGEVELS zijn voorzien van een trappenhuisvenster en een ingang (vernieuwde deur en bovenlicht of vervangen door een venster). Het gedeelte van de gevel boven de (oorspronkelijke) ingang is uitgevoerd als topgevel en voorzien van een rechthoekig venster met enkelruits raam. De ACHTERGEVEL bezit in de eerste bouwlaag grote rechthoekige vensters met twee of drie gekoppelde ramen. Boven de niet oorspronkelijke uitbouwen bevinden zich reeksen enkelruits valraampjes. De gekoppelde topgevels van de tussenwoningen hebben elk een breed rechthoekig venster met vier gekoppelde enkelruits ramen. De eindwoningen hebben een brede platgedekte dakkapel met elk drie gekoppelde klapramen.

Waardering

WOONBLOK uit 1910-1911, bestaande uit een rij van vier woningen.

- Van architectuurhistorische waarde als goed en gaaf voorbeeld van een rijtje arbeiderswoningen met een traditionele hoofdopzet en zorgvuldig gedetailleerde architectuur. De hoofdvorm en de gevelindeling zijn goed bewaard gebleven. Het object is een goed voorbeeld van het werk van de architect J.H. DE ROOS (1875-1942) en W.F. OVEREYNDER (1875-1941) en van bijzondere betekenis voor het oeuvre van dit architectenbureau.

- Van stedebouwkundige waarde als essentieel onderdeel van het woningbouwcomplex "Mussenberg", waarvan de kleinschalige opzet is geïnspireerd op de tuinstad-gedachte.

- Van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de vooruitstrevende situatie in Arnhem op het gebied van de volkshuisvesting, welke verbonden is met de Woningwet van 1902 (aandacht voor de volkshuisvesting, ontstaan van woningbouwverenigingen), de bekendheid met de buitenlandse moderne stedebouwkundige visies en het aantrekken van gekwalificeerde architecten.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
516818
Complexnaam
Mussenberg
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding

ARBEIDERSWIJK "Mussenberg", gesitueerd ten noorden van het Arnhemse stadscentrum in de noordoostelijke punt van de wijk Klarendal. Het driehoekige, in zuidelijke richting afhellende terrein wordt begrensd door de Vijverlaan, Kazernestraat en Klarendalseweg. De vier korte straten in het buurtje (1e, 2e, 3e en 4e Mussenstraat) komen uit op de hoeken van het centraal gelegen rechthoekige Mussenplein.

De "Mussenberg" is in 1910-1911 als eerste woningwetcomplex in Arnhem gebouwd in opdracht van de Woningbouwvereniging Volkshuisvesting naar ontwerp van het Rotterdamse architectenbureau De Roos & Overeynder en een stedebouwkundig plan van ir W.F.C. Schaap.

De Woningbouwvereniging "VOLKSHUISVESTING" is in februari 1908 opgericht op initiatief van enkele raadsleden en de toenmalige Arnhemse burgemeester Van Heemstra. In juli van dat jaar werd zij bij KB toegelaten als vereniging uitsluitend werkzaam in het belang van de volkshuisvesting.

J.H. DE ROOS (1875-1942) en W.F. OVEREYNDER (1875-1941) werden opgeleid aan de Academie voor Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam. Als compagnons realiseerden zij een groot aantal projecten in de Maasstad, waaronder woningen voor het tuindorp Vreewijk (1916-1919), de Mathenesserhof (1926) en diverse bedrijfskantoren. In opdracht van de woningbouwvereniging "Volkshuisvesting" ontwierp het architectenbureau De Roos & Overeynder onderhavig woningbouwcomplex en verder 214 arbeiderswoningen met drie winkeltjes in de Verschuerbuurt (1911-1913), 154 woningen in de wijk Klarendal (1918-1922) en 172 woningen met enkele winkeltjes en werkplaatsen in de Kapelwijk (1930, i.s.m. Schulte Nordholt).

W.F.C. SCHAAP (1870-1933) trad na zijn studie aan Polytechnische School in Delft in 1897 in dienst bij Gemeentewerken te Arnhem, alwaar hij in 1899 werd benoemd tot adjunct-directeur en in 1900 tot directeur als opvolger van ir J.W.C. Tellegen. In deze functie was hij (mede) verantwoordelijk voor de aanleg van het industrieterrein 't Broek, het tramnet en de uitbreidingsplannen Mussenberg (1910), Verschuerbuurt (1911), Talmaplein (1916) en Geitenkamp (1919). Vanaf 1920 werkte hij in zijn eigen Ingenieurs- en Architectenbureau aan diverse Arnhemse projecten, zoals woningbouwcomplexen in de Geitenkamp en het woningbouwcomplex "De Middenstandswoning" tussen de Sickesz- en Pontanuslaan. Uit zijn toelichting op het Plan van Uitbreiding 1904 blijkt dat Schaap goed op de hoogte was van de laatste ontwikkelingen in de moderne stedebouw, waarin naast een esthetische visie (C. Sitte), civiel-technische (J. Stübben) en sociale aspecten (E. Howard) een rol spelen.

De architectuur van de "Mussenberg" wordt gekenmerkt door traditionele hoofdvormen en materialen, zoals gesloten bakstenen gevels, steil hellende pannen daken, houten kozijnen met schuiframen (oorspronkelijk met roedenverdeling in de onder- en bovenramen), topgevels, rondboogpoorten en benadrukte ingangspartijen. De visuele eenheid in de uiterlijke verschijningsvorm wordt benadrukt door de min of meer doorgaande rode pannen daken; het kleurgebruik; het ritme van topgevels, dakkapellen en schoorstenen; verzorgde detaillering. De rijtjes worden in noordoostelijke richting korter en zijn bovendien voorzien van een steeds voornamere architectonische uitstraling. De blokjes met twee arbeiderswoningen onder één kap aan de Vijverlaan zijn gevarieerder vormgegeven dan de sobere rijtjeswoningen aan de Klarendalseweg. Niettemin is de sobere uitvoering van het interieur en het oppervlak van alle woningen vrijwel gelijk. Het merendeel van de woningen heeft een TWEEBEUKIGE OPZET met in de smalle beuk het trappenhuis, de gang/hal, de kelder en de keuken, en in de bredere beuk een voor- en achterkamer. Op de verdieping bevinden zich de slaapvertrekken. Vrijwel alle woningen zijn gerenoveerd. In een aantal woningen zijn enkele oorspronkelijke onderdelen bewaard gebleven, zoals een geblokte tegelvloer in de gang, een bewerkte houten trapleuning, zeer eenvoudige stucplafonds (geprofileerde lijst rondom), muurkasten en betegelde hoekschouwtjes. Kenmerkend voor de ruimtelijke opzet van deze woonbuurt is het stratenpatroon rondom het centrale plein, de lage bebouwingsdichtheid en het groene karakter dat mede verkregen is door tal van achtertuin-inkijken tussen de woonblokken. De voor- en achtertuinen worden omheind door lage smeedijzeren hekken en/of hagen (deze zijn op diverse plaatsen verwijderd). De Mussenberg vormt een vroeg voorbeeld van een op de tuinstad-gedachte geïnspireerde woonbuurt op bescheiden schaal. Het concept van de tuinstad is in de eerste helft van de twintigste eeuw in Nederland veelvuldig op wijkniveau toegepast.

De inmiddels gerenoveerde woningen hebben aan de achterzijde moderne uitbouwen gekregen; een aantal oorspronkelijke houten schuurtjes in de achtertuinen is gesloopt; de indeling van enkele woningtypen is enigszins gewijzigd; de roedenindeling in de ramen is veelal verwijderd; de dakpannen zijn vernieuwd. Niettemin zijn de architectonische karakteristieken, de hoofdvormen van de woonblokken en de stedebouwkundige opzet goeddeels bewaard of herkenbaar gebleven. De bijgebouwtjes komen niet voor bescherming in aanmerking.

Het complex bestaat uit 115 woningen verdeeld over 24 objecten:

1. Klarendalseweg 195-206, Kazernestraat 2: rijtje van 13 woningen;

2. Klarendalseweg 207-218: rijtje van 12 woningen;

3. Klarendalseweg 219-222: rijtje van vier woningen;

4. Klarendalseweg 223; Vijverlaan 67: twee-onder-één-kap;

5. Vijverlaan 69;71: twee-onder-één-kap;

6. Vijverlaan 73;75: twee-onder-één-kap;

7. Vijverlaan 77;79: twee-onder-één-kap;

8. Vijverlaan 81;83: twee-onder-één-kap;

9. Vijverlaan 85;87: twee-onder-één-kap;

10. Vijverlaan 89;91: twee-onder-één-kap;

11. Vijverlaan 93;95: twee-onder-één-kap;

12. Vijverlaan 97; 4e Mussenstraat 1: twee-onder-één-kap;

13. Vijverlaan 99; 4e Mussenstraat 2: twee-onder-één-kap;

14. Vijverlaan 101;103: twee-onder-één-kap;

15. Kazernestraat 4-18: rijtje van 8 woningen;

16. Kazernestraat 20-34: rijtje van 8 woningen;

17. 1e Mussenstraat 1; Mussenplein 11-16; 4e Mussenstraat 10: rijtje van 8 woningen;

18. 1e Mussenstraat 2-10; Mussenplein 1-2; 2e Mussenstraat 1: rijtje van 8 woningen;

19. 2e Mussenstraat 2; Mussenplein 3-8; 3e Mussenstraat 11: rijtje van 8 woningen;

20. 3e Mussenstraat 18-26; Mussenplein 9-10; 4e Mussenstraat 3: rijtje van 8 woningen;

21. 3e Mussenstraat 2-8: rijtje van vier woningen;

22. 3e Mussenstraat 10-16: rijtje van vier woningen;

23. 3e Mussenstraat 1-9: rijtje van vijf woningen;

24. 4e Mussenstraat 4-8: rijtje van drie woningen.

Waardering

WONINGBOUWCOMPLEX uit 1910-1911, bestaande uit 115 arbeiderswoningen in laagbouw.

- Van architectuurhistorische waarde als goed en gaaf voorbeeld van een complex arbeiderswoningen met een traditionele hoofdopzet en architectuur met een zorgvuldige detaillering. De hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp komen tot uitdrukking in de gave verhoudingen, het grote aantal verschillende woningtypen, het gevarieerde materiaalgebruik en de spaarzame ornamentiek in houtsnijwerk. Als zodanig is het complex een goed voorbeeld van het werk van de architect J.H. DE ROOS (1875-1942) en W.F. OVEREYNDER (1875-1941) en van bijzondere betekenis voor het oeuvre van dit architectenbureau. Het complex heeft zeldzaamheidswaarde vanwege de architectonische kwaliteit en relatieve gaafheid.

- Van stedebouwkundige waarde als goed en gaaf voorbeeld van een complex arbeiderswoningen, waarvan de kleinschalige opzet is geïnspireerd op de tuinstad-gedachte: een lage bebouwingsdichtheid van rijtjes en blokjes eengezinswoningen met voor- en achtertuinen, gesitueerd aan overwegend korte straten rondom een centraal plein. Het concept van de tuinstad werd met de opkomst van de moderne stedebouw rond de eeuwwisseling vanuit Engeland en Duitsland in Nederland geïntroduceerd. De Mussenberg is als vroeg voorbeeld in Nederland van dit stedebouwkundig principe van belang voor het zichtbaar houden van het werk van directeur Gemeentewerken ir W.F.C. SCHAAP (1870-1933). Voorts is het complex van bijzondere betekenis vanwege de verschijningsvorm (kleinschaligheid, open, groen, landelijk) in relatie met de situering in het geaccidenteerde en van groene lobben voorziene stadsdeel Arnhem-Noord.

- Van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de vooruitstrevende situatie in Arnhem op het gebied van de volkshuisvesting, welke verbonden is met de Woningwet van 1902 (aandacht voor de volkshuisvesting, ontstaan van woningbouwverenigingen), de bekendheid met de buitenlandse moderne stedebouwkundige visies en het aantrekken van gekwalificeerde architecten. Als vroege uitdrukking van een typologische ontwikkeling in de rangschikking van arbeiderswoningen (tuinwijk) heeft het complex tevens enige innovatieve waarde.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Woonhuis Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
3e Mussenstraat 2 6822 HL Arnhem Klarendal Ja
3e Mussenstraat 4 6822 HL Arnhem Klarendal
3e Mussenstraat 6 6822 HL Arnhem Klarendal
3e Mussenstraat 8 6822 HL Arnhem Klarendal
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Arbeiderswoning(K)
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonblok
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
R 5248 Arnhem
R 5246 Arnhem
R 5245 Arnhem
R 5247 Arnhem
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1910 1911 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
De Roos, J.H. ; Gelderland architect / bouwkundige / constructeur
Overeynder, W.F. ; Gelderland architect / bouwkundige / constructeur
Schaap, W.F.C. ; Gelderland ingenieur
Naar boven