Christelijk Lyceum, Arnhem

Inleiding

SCHOOLGEBOUW met MUUR. Het voormalig Christelijk Lyceum, sinds 1983 Van Lingencollege geheten, is ontworpen door architect E.J. Rothuizen, auteur van een in 1924 verschenen boek over scholenbouw, en ir. F. Wind van architectenbureau Buvani. De school is gebouwd in 1924-1925 met de uiterlijke kenmerken van de Amsterdamse School en de plattegrond en gevelopzet van een barokpaleis. Het pand heeft een monumentaal karakter vanwege zijn hoge ligging t.o.v. de Utrechtseweg, zijn afmetingen, zijn symmetrische voorgevel met middenrisaliet met ingangspartij en zijrisalieten. Tussen de straat en het gebouw bevindt zich een voorplein dat door een lage muur van de straat is gescheiden. Rechts van het schoolgebouw bevindt zich de tegelijkertijd gebouwde beheerderswoning, die niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking komt.

Omschrijving

Het schoolgebouw heeft een rechthoekig grondplan met twee naast elkaar gelegen binnenhoven die inmiddels op de begane grond zijn dichtgebouwd. Het pand bezit twee bouwlagen en een zolderverdieping onder omlopende mansardedaken, gedekt met geglazuurde romaanse pannen met gekrulde terracotta nokbeëindiging op de hoeken. Aan de voorzijde en aan de beide zijkanten bevinden zich resp. vier en twee kleine liggende dakkapellen met enkelruits raam. De dakkapellen aan de achterzijde zijn deels gewijzigd. Aan de voorzijde bevindt zich in het midden van de nok een met lood beklede dakruiter, bestaande uit een vierkante basis met inspringende hoeken, waarop acht cilinders staan die een achtzijdige kegel dragen. De basis is voorzien van een klok. Het pand is opgetrokken in roodbruine baksteen, gemetseld in Vlaams verband met diepliggende voegen. Boven en soms ook onder de vensters bevinden zich stroken verticaal geplaatste bakstenen. Ter hoogte van de rode zandstenen onderdorpels van de vensters van de eerste verdieping bevindt zich een rollaag. De bakstenen plint is afgesloten met een geprofileerde deklijst van rode zandsteen. Onder de ruim overstekende houten bakgoot met houten cilindertjes op de hoeken bevindt zich een vooruitspringende lijst eveneens van rode zandsteen. De symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL bezit een middenrisaliet met vierzijdig gesloten topgevel en hoekdammen met overhoeks geplaatste tweezijdige frontsluiting. De hoekdammen zijn evenals de topgevel doorgetrokken tot boven de daklijst, maar zijn bij de aanvang van de topgevel vlak gedekt. De terugliggende gevelgedeelten aan weerszijden van het middenrisaliet bevatten elk in het midden een smallere recht gesloten risaliet, dat ook tot in het dak is doorgetrokken en eveneens voorzien is van hoekdammen met een overhoeks geplaatst tweezijdig front. Op de hoeken van de voor-, zij- en achtergevels zijn ook weer muurdammen geplaatst met overhoekse tweezijdig gesloten fronten. Op de begane grond van het middenrisaliet bevindt zich de ingangspartij die bestaat uit een licht risalerende diepe portiek, waarin zich een dubbele blankhouten deur en zijlichten met smeedijzeren roosters bevinden. De portiek heeft aan weerszijden weer een bakstenen hoekdam met een overhoeks geplaatst tweezijdig front en een zandstenen blok als afsluiting aan de bovenzijde. Hierop rust de bakstenen afsluiting van de portiek met een keperboogvormige deklijst boven de portiekopening. Voor de portiek bevindt zich een bordes met aan de voorzijde een hardstenen trap tussen gemetselde zijkanten, afgedekt met platen van rode zandsteen. Op de hoeken staan bakstenen zuilen op een basement van rode zandsteen. De vierkante basementen zijn aan de bovenzijde achthoekig en ook de eerste vijf baksteenlagen zijn in een achthoek gemetseld. De zuilen worden bekroond door open lantaarns met achtzijdige koperen kegelvormige dakjes. Aan weerszijden van de ingangspartij bevindt zich een venster met een vast raam en daarboven twee schuiframen in één kozijn. In de tweede bouwlaag van het middenrisaliet bevinden zich vijf vensters met ramen van hetzelfde type als in de eerste bouwlaag. Hier is echter het onderste deel schuifraam en het bovendeel klapraam. In de topgevel zijn drie kleine rechthoekige vensters geplaatst met 2-ruits klapramen met horizontale roedenverdeling. De terugliggende geveldelen tussen de middenrisaliet en de twee zijrisalieten hebben elk twee vensterassen met in de eerste en tweede bouwlaag twee vensters met een vast raam en daarboven drie schuiframen gevat in één kozijn. De twee nevenrisalieten hebben in de eerste en tweede bouwlaag drie smalle rechthoekige vensters met in één kozijn drie klapramen boven elkaar met V-vormige roeden. In het gedeelte van deze risalieten dat boven de daklijst uitsteekt bevinden zich drie kleine vensters met klapramen en V-vormige roeden.

De LINKERZIJGEVEL heeft rechts van het midden ook een risaliet met een tweezijdig afgesloten front. Ook dit risaliet steekt boven de gootlijst uit en is recht gesloten. In het risaliet bevinden zich drie tweezijdige vensters boven elkaar. Op de begane grond en op de eerste verdieping hebben deze vensters twaalf ramen (3x4) en op de zolderverdieping vier ramen (1x4) met V-vormige roedenverdeling. In het midden van de vensters bevindt zich een smalle strook van glas-in-lood ramen met V-vormige loodstrippen. Links naast de risaliet bevinden zich in de eerste en tweede bouwlaag resp. twee en vier vensters met ramen van hetzelfde type als die van de terugliggende partijen van de voorgevel. Op de begane grond bevinden zich tevens twee dubbele paneeldeuren met 6-ruits bovenlichten.

De RECHTERZIJGEVEL heeft vrijwel dezelfde indeling als de linker, maar het risaliet bevindt zich hier links van het midden en rechts hiervan bevinden zich op de eerste en de tweede bouwlaag vijf vensters met 4- en 6-ruits bovendelen.

De ACHTERGEVEL, heeft een middenrisaliet van elf vensters breed. De terugliggende delen zijn elk drie vensters breed. Op de begane grond van het risaliet bevinden zich lage vensters met elk twee 3-ruits ramen met horizontale roedenverdeling. De vensters van de verdieping en de terugliggende delen zijn van hetzelfde type als in de voorgevel. In de achtergevel bevinden zich verder een dubbele paneeldeur en een later aangebrachte deur. Tegen de achtergevel is later een stalen trappenconstructie t.b.v. diverse nooduitgangen aangebracht. De binnenhoven bezitten behalve een aantal vensters van verschillende afmetingen ook ieder een driezijdig uitspringend venster over twee bouwlagen, waarachter het centrale trappenhuis schuilgaat. Het venster is opgebouwd uit zeven lagen van vijf glas-in-lood ramen, een breed raam in het midden, twee smallere aan de zijkanten en twee zeer smalle stroken ertussen. Het INTERIEUR is voor een belangrijk deel nog in oorspronkelijke staat. In centrale hal en trappenhuis liggen vloeren van hardsteen en marmer en ook plinten, lambrizeringen en afdekplaten zijn van zwart, roze of wit marmer. De gangvloeren hebben dezelfde kleurstelling, maar dan uitgevoerd in tegels. De trap, een hardstenen bordestrap met drie armen, heeft een trapsgewijs omhoog lopende borstwering, waartegen een door middel van bronzen ringen bewerkte houten leuning bevestigd is. Het interieur van de boven de ingangspartij gelegen lerarenkamer is grotendeels nog in oorspronkelijke staat. Aan drie zijden bevindt zich een hoge houten lambrizering (ca.2,50m), waarin is opgenomen een dubbele paneeldeur met ruitjes, geflankeerd door twee boekenkasten, alsmede achtentwintig kleinere kastjes. Een donkerbruin geverfd balkenplafond met bewerkte sleutelstukken sluit de ruimte af. De lambrizering was oorspronkelijk ook donker gekleurd, maar is recent blank geschuurd. De gangen en de meeste lokalen hebben hun oorspronkelijk karakter behouden. De binnendeuren zijn vrijwel overal bewaard gebleven. Opmerkelijk zijn verder nog de zolderramen, die aan de buitenzijde klein zijn, maar naar binnen toe schuin naar beneden lopen door het ca. 80cm diepe dakbeschot, waardoor aan de binnenzijde een grote opening ontstaan is die vrij veel licht toelaat.

Waardering

SCHOOLGEBOUW met MUUR uit 1924-1925 van E.J.Rothuizen en F. Wind.

- Van cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van een in deze periode gangbare pedagogische opvatting, die ook in de wet op de scholenbouw was geformuleerd en ervan uitgaat, dat het schoolgebouw een aansprekende omgeving diende te vormen, zodat de leerlingen met de positieve waarden van de schone kunsten in aanraking konden komen. De bouw van deze "schoolpaleizen" werd ondersteund met fikse rijkssubsidies.

- Van architectuurhistorisch belang als goed en gaaf voorbeeld van een monumentaal schoolgebouw met een rijke detaillering in de stijl van de Amsterdamse school en een vrij gaaf bewaard gebleven kostbaar interieur.

- Van stedebouwkundig belang wegens de hoge ligging en daarmee opvallende situering aan de Utrechtseweg.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
516837
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Schoolgebouw Cultuur, gezondheid en wetenschap Onderwijs en wetenschap oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Utrechtseweg 174 6812 AL Arnhem Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Cultuur, gezondheid en wetenschap Onderwijs en wetenschap Lyceum
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
P 6855 Arnhem
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1924 1925 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Rothuizen, E.J. ; Gelderland architect / bouwkundige / constructeur
Wind, F. ; Gelderland ingenieur
Peters, A.J. ; Gelderland aannemer / uitvoerder
Naar boven