Meisjes-H.B.S., Arnhem
Inleiding
Voormalige HOGERE BURGERSCHOOL VOOR MEISJES met CONCIERGEWONING, thans Sonsbeek-Scholengemeenschap, in opdracht van de gemeente Arnhem in 1916-1917 gebouwd naar een ontwerp uit 1915 van ingenieur G.C. Bremer. BREMER (1880-1949) was opgeleid aan de Polytechnische School te Delft. In 1910 vestigde hij zich in Arnhem, alwaar hij een architectenbureau had met A.R. Freem. In 1914-1915 was Bremer kortstondig interim-directeur van Gemeentewerken in Arnhem. Daarna trad hij in dienst bij de Rijksgebouwendienst.
Bremer baseerde zijn ontwerp voor de H.B.S. op een reeds bestaande plattegrond van architect G. Versteeg. De sobere monumentale architectuur vertoont invloeden van het rationalisme (Berlage) en het traditionalisme. De spaarzame gevel-ornamentiek in terracotta is van W.C. Brouwer.
De vrijstaande school is gelegen op de zuidoostelijke hoek van de Apeldoornseweg en de Pontanuslaan, tegenover Park Sonsbeek. Ten noorden van de school en parallel aan de Apeldoornseweg bevindt zich het Sickeszplein met het hoofdkantoor van de Heidemij (K.P.C. de Bazel, 1912). Ten oosten van de school ligt een middenstandswijk uit de jaren twintig met woningen van architect G. Versteeg. Een gemetselde poort aan de zuidzijde van de school verbindt het hoofdgebouw met een conciërgewoning, die, als gevolg van het in zuidelijke richting aflopende terrein, een niveau lager is gelegen. Het hoogteverschil wordt bij de school opgevangen door een terras met voor de hoofdingang een gemetselde trap in de keermuur.
Omschrijving
Gedeeltelijk onderkelderd SCHOOLGEBOUW van twee bouwlagen en zolderverdieping op nagenoeg rechthoekig grondplan met hoek- en middenrisalieten, rondom een binnenplaats. De zolderverdieping heeft een omgaand zadeldak met overstek en bakgoot op metalen goothaken. Ter plaatse van de risalieten is het dak voorzien van schildeinden en rust op een gemetselde borstwering. Het dak is belegt met mastiekplaten (oorspronkelijk leien). De bakstenen gevels zijn in Vlaams verband gemetseld en hebben aan de onderzijde een hoge plint met waterlijst ter hoogte van de lekdorpels (beide van rode zandsteen). De gevels sluiten aan de bovenzijde af met twee uitgemetselde rollagen met bloktandlijst.
De symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL heeft een breed middenrisaliet met een centrale ingangspartij: een granieten steektrap leidt naar een rondboogvormig afgesloten portiek met vijf maal inspringende dagkanten (rode zandsteen) en archivolt (baksteen), een dubbele paneeldeur en rondboogvormig afgesloten meerruits bovenlicht. Aan weerszijden van de ingang bevindt zich een korfboogvormig afgesloten venster met inspringende dagkanten van rode zandsteen en bakstenen archivolt. De vensterindeling bestaat uit: een zestienruits stolpraam met vierruits zijlichten, bovenlicht met achtruits valraam en tweeruits zijlichten (verderop in deze tekst kortheidshalve: venstertype A). Ter hoogte van de tussendorpels is een waterlijst van rode zandsteen aangebracht. De verdieping heeft boven de ingang een groot venster dat is samengesteld uit vijf verticale vensters onder rechte strekken, gemetselde penanten en doorgaande lekdorpel van rode zandsteen. Onder elk venster is een rechthoekig terracotta luchtrooster aangebracht. De vensterindeling bestaat uit: een zesruits schuif- of draairaam aan de onderzijde, een vast zesruits raam in het midden en een zesruits valraam aan de bovenzijde (verderop in deze tekst kortheidshalve: venstertype B). Dit samengestelde venster wordt aan weerszijden geflankeerd door een smalle verticale vensterstrook, waarvan de dagkanten (met golvenfries), de blokvormige sluitsteen en de halfronde kraagsteen (blad- en parellijsten) zijn uitgevoerd in terracotta. De middenrisaliet wordt afgesloten door twee uitgemetselde rollagen met bloktandlijst, een hoge gesloten borstwering en een daklijst. Midden op de borstwering prijkt een ovaal medaillon met lauwerrand en polychrome voorstelling van een vrouw ten voeten uit met attributen in haar handen (weefspoel en tak met drie witte lelies) en een spinnewiel aan haar voeten (vermoedelijk Athena). Aan weerszijden van het middenrisaliet bevindt zich zowel in de eerste als in de tweede bouwlaag een vierdelig venster van het type B. De plaats van de kelderramen in de plint correspondeert met deze vensters. In de oksel van de linker en rechter hoek is een uitgemetselde hoge schoorsteen geplaatst.
De LINKER ZIJGEVEL bestaat van links naar rechts uit achtereenvolgens: een vernieuwd éénlaags gedeelte met drie vensters (uitgesloten van bescherming), een éénlaags gedeelte van twee traveeën met borstwering, een tweelaags risaliet van één travee met borstwering, een tweelaags gedeelte van drie traveeën en een tweelaags hoekrisaliet van één travee met borstwering. De traveeën zijn voorzien van drie- en vierdelige vensters van het type B. De hoekrisaliet heeft bovendien in de eerste bouwlaag een zestienruits stolpraam met vierruits bovenlicht en een venster van het type A. De andere risaliet heeft in de eerste bouwlaag een korfboogvormig afgesloten ingang, voorzien van een nieuwe dubbele deur en meerruits bovenlicht. Een hoge schoorsteen met uitgemetselde top en een met koper bekleed tentdakje flankeert dit risaliet aan de linker achterzijde. Het gevelgedeelte tussen de risalieten heeft in het midden van de tweede bouwlaag een ovaal twaalfruits venster met rood zandstenen omlijsting en lauwerkransrand.
De RECHTER ZIJGEVEL bestaat van links naar rechts uit achtereenvolgens: een tweelaags hoekrisaliet van één travee met borstwering, een tweelaags gedeelte van drie traveeën, een tweelaags risaliet van één travee met borstwering, een tweelaags gedeelte van één travee, een teruggelegen éénlaags gedeelte van één travee. Alle traveeën zijn voorzien van een vier- of vijfdelig venster van het type B. De hoekrisaliet heeft in de eerste bouwlaag bovendien een korfboogvormig afgesloten ingang met dubbele deur voorzien van smeedijzeren beslag en venster van het type A, beide met hanekam. De korfboogvormig afgesloten ingang in het rechter éénlaags gedeelte is dicht gemetseld. Het éénlaags POORTGEBOUWTJE tegen de rechter zijgevel heeft een plat dak met borstwering en een rechthoekig grondplan. De voorgevel heeft twee rondboogvormig afgesloten dubbele paneeldeuren met hanekammen. Het interieur bezit een gestuct kruisgewelf en aan alle vier zijden een ingang. De symmetrisch ingedeelde éénlaags ACHTERGEVEL heeft een omvang van vijf traveeën (gymnastieklokaal) plus twee hoekrisalieten. De vijf traveeën zijn voorzien van recht gesloten spaarvelden waarin dubbele houten deuren met ruitjes en meerruits bovenlichten. De linker risaliet heeft een dicht gemetselde korfboogvormige doorgang (zie ook rechter zijgevel). De rechter risaliet bestaat uit vernieuwd metselwerk en invullingen. De rechthoekige BINNENPLAATS wordt omgeven door tweelaags bakstenen gevels in Vlaams verband. De gevels hebben aan de onderzijde een trasraam met rollaag en worden aan de bovenzijde afgesloten door twee uitgemetselde rollagen met bloktandlijst. De west-, noord- en zuidgevel worden geleed door korfboogvormig afgesloten spaarvelden. Elk spaarveld heeft zowel in de eerste als in de tweede bouwlaag een korfboogvormig afgesloten meerruits venster. De vakken onder de vensters van de tweede bouwlaag zijn voorzien van metselmozaïek en een terracotta ornament in het midden (Grieks kruis met cirkel-, bloem- en bladmotieven). De vijf traveeën brede westgevel heeft afgeschuinde hoeken en in het midden een inpandig portiek (wit/bruin betegelde vloer in schaakbordpatroon, gestucte kruisgewelven). Het portiek wordt afgesloten door een korfboogstelling op twee zwart granieten zuilen met zandstenen basementen (voluten en bladmotieven op de hoeken) en zandstenen kapitelen (hoge bladlijst en voluten). De vier traveeën brede oostgevel wordt geleed door boven de daklijst uitstekende lisenen. Elke travee heeft in de eerste en tweede bouwlaag een groot rechthoekig venster met negen vierruits ramen. Onder de vensters zijn vierkante luchtroosters aangebracht van terracotta met gestileerd bloemmotief.
Het INTERIEUR verkeert voor een belangrijk deel nog in oorspronkelijke staat. Het betreft hier dan vooral de hal, de gangen en het trappenhuis. De andere ruimten, zoals leslokalen, kantoren en lerarenkamer zijn soms opnieuw ingedeeld, van functie veranderd of gemoderniseerd. Via een vestibule wordt de vijf traveeën brede hal bereikt, waarvan de middelste drie traveeën worden afgesloten door een kruisgewelf en de hoektraveeën door een tongewelf. De enigszins gedrukte gewelven worden van elkaar gescheiden door korfboogvormige gordelbogen. Dit is overigens niet het geval in de beide op de hal uitkomende gangen die ook door kruisgewelven worden afgesloten. De wanden van hal en gangen zijn afwisselend tot ca. 1m. en ca. 2m. hoogte bedekt met in Vlaams verband gemetselde gele geglazuurde baksteen, op een plint van Naamse steen en afgesloten met resp. gemetselde rollagen en geprofileerde lijsten van Naamse steen. De vloeren van hal en gangen zijn bedekt met een geometrisch patroon van donkerbruine, grijze en witte tegels. In de gangen hangen nog de oorspronkelijke druppelvormige lampen van glas en metaal.
Aan het rechter uiteinde van de hal bevindt zich het trappenhuis met een bordestrap met twee armen. De trap naar de kelder bezit treden van graniet, de trap naar de verdieping heeft treden van travertijn. Hiertussen bevindt zich een zuil van travertijn met een basement en een gebeeldhouwd kapiteel van Naamse steen. Het romaans geïnspireerde kapiteel is aan vier zijden voorzien van een gebeeldhouwde voorstelling van twee gestileerde, met de staarten tegen elkaar geplaatste eekhoorns, die aan eikels knabbelen en met hun achterpoten de krans van eikenloof omklemmen, die zich aan de voet van het kapiteel bevindt. De wanden van het trappenhuis zijn tot ca. 1m. hoogte bedekt met gele geglazuurde baksteen op een plint van Naamse steen en afgedekt met een geprofileerde lijst eveneens van Naamse steen. De geornamenteerde ijzeren trapleuningen hebben houten handlijsten met gekrulde uiteinden. Aan de muurzijde is de leuning verdwenen.
Op de eerste verdieping bevindt zich boven de hal van de begane grond een hal van gelijke afmetingen. Hier worden echter alle vijf traveeën door tongewelven afgesloten. De gangen en de ruimte boven de loggia op de begane grond bezitten kruisgewelven. De opbouw van de wanden is hetzelfde als op de begane grond. De twee dubbele deuren naar de huidige kantine worden geflankeerd door platen van travertijn.
De huidige lerarenkamer aan het linker uiteinde van de hal is voor een deel nog oorspronkelijk, hoewel de moderne beschildering (spierwit met fel groenblauw) afbreuk doet aan het geheel. De kamer, op rechthoekig grondplan met enigszins afgeschuinde hoeken, bezit een omgaande houten lambrizering van ca. 2.50m. hoog, geleed door gecanneleerde houten pilasters en afgesloten door een gekornist hoofdgestel. In de westelijke wand bevindt zich een grote granieten schouw.
CONCIERGEWONING van twee bouwlagen en zolder op rechthoekig grondplan. De bakstenen gevels zijn in Vlaams verband gemetseld. De eerste bouwlaag heeft op regelmatige afstand een terugliggende baksteenlaag (rustica-effect) en wordt afgesloten door een forse waterlijst van rode zandsteen. De uitgespaarde rechthoekige muuropeningen zijn in de eerste bouwlaag merendeels voorzien van tweelichts-schuifraamkozijnen, en in de tweede bouwlaag stolpramen; alle met lekdorpels van rode zandsteen. In de linker zijgevel bevindt zich een rondboogingang met paneeldeur en hanekam. Tegen de achtergevel bevindt zich aansluitend op de linker zijgevel een loggia met drie rondbogen. De achterdeur is vernieuwd. Aansluitend op de rechter zijgevel is een elektriciteitshuisje gebouwd. Het platte dak heeft een daklijst van rode zandsteen. Op het dak is een ontluchtingskanaal geplaatst. In de voorgevel bevindt zich een brede rondboogvormig afgesloten ingang waarin een ijzeren dubbele rondboogdeur, die geplaatst is op een ijzeren profielbalk waaronder gietijzeren roosters. Links hiervan bevindt zich een rechtgesloten deurtje. Het flauw hellende schilddak is gedekt met geschubde leien in Maasdekking en heeft een fors overstek met een bakgoot op metalen goothaken. Op de nokuiteinden zijn schoorstenen geplaatst.
Waardering:
SCHOOLGEBOUW (meisjes-H.B.S.) met CONCIERGEWONING in 1916-1917 gebouwd naar een ontwerp uit 1915 van ingenieur G.C. Bremer op een reeds bestaande plattegrond van architect G. Versteeg.
- Van architectuurhistorisch belang als voorbeeld van een goed en gaaf voorbeeld van een monumentaal schoolgebouw in een sobere stijl die invloeden van het rationalisme en het traditionalisme vertoont. Bovendien bezit de school architectuurhistorische waarde als onderdeel van het oeuvre van G.C. Bremer. Tenslotte is de school van architectuurhistorisch belang vanwege de bijzondere terracotta gevel-ornamentiek van W.C. Brouwer en het vrij gaaf bewaard gebleven interieur.
- Van stedenbouwkundige waarde vanwege de prominente ligging op de zuidoostelijke hoek van de Apeldoornseweg en de Pontanuslaan, tegenover Park Sonsbeek en het kantoor van de Heidemij (K.P.C. de Bazel, 1912). De school en de aangrenzende conciërgewoning vormen samen een karakteristiek ensemble, gelegen op een in zuidelijke richting aflopend terrein.
- Van cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van de in deze tijd gangbare pedagogische opvatting dat het schoolgebouw een aansprekende omgeving moest vormen opdat de leerlingen met de positieve waarden van de schone kunsten in aanraking zouden komen.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Conciërgewoning | Woningen en woningbouwcomplexen | Dienstwoning(K) | oorspronkelijke functie | – |
Schoolgebouw | Cultuur, gezondheid en wetenschap | Onderwijs en wetenschap | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Apeldoornseweg | 210 | – | 6814 BS | Arnhem | – | – | Ja |
Apeldoornseweg | 210 | A | 6814 BS | Arnhem | – | – | – |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Cultuur, gezondheid en wetenschap | Onderwijs en wetenschap | Voor meisjes. | HBS |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | N | 8264 | – | Arnhem |
– | N | 8262 | – | Arnhem |
– | N | 8263 | – | Arnhem |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1916 | 1917 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Bremer, G.C. ; Gelderland | ingenieur | – |
Versteeg, G. ; Gelderland | architect / bouwkundige / constructeur | – |
Brouwer, W.C. ; Gelderland | keramist / plateelbakker / tegelbakker | – |
Dienst Gemeentewerken Arnhem ; Gelderland | architect / bouwkundige / constructeur | – |