Inleiding

Rijtje HERENHUIZEN uit ca. 1880-1900. Het betreft vier samengevoegde panden in eclectische stijl. Het object is gelegen in de aaneengesloten noordelijke gevelwand van de Boulevard Heuvelink, op de hoek met de Prins Hendrikstraat.

Omschrijving

Rijtje tweebeukige HERENHUIZEN van twee hoge bouwlagen, souterrain en zolderverdieping op W-vormig grondplan. Het rijtje bestaat uit vier samengevoegde panden (beneden- en bovenwoningen) met elk afzonderlijk een zadeldak met schildeind aan de voorzijde en een plat gedekte smalle aanbouw aan de achterzijde. De achteraanbouwen van de middelste panden zijn gekoppeld. De zadeldaken met schildeind hebben de nok loodrecht op de voorgevel en zijn belegd met gesmoorde betonpannen. De bakstenen gevels zijn in kruisverband gemetseld.

De nagenoeg symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL is twaalf traveeën breed. De verticale geleding van de gevel bestaat uit een licht risalerende eerste, zesde, zevende en tiende travee met hoekpilasters (geblokt gepleisterde schacht in de eerste bouwlaag en een gegroefde schacht met tectonisch kapiteel in de tweede bouwlaag). Deze risalieten hebben een portiek in de eerste bouwlaag en een balkon in de tweede bouwlaag. Het hoekhuis (Boulevard Heuvelink 149; Prins Hendrikstraat 60) heeft een enigszins afwijkende vormgeving: het balkon bevindt zich in de travee rechts van het portiek en de tiende en twaalfde (afgeschuinde!) travee zijn wit gepleisterd. De horizontale geleding van de gevel bestaat uit een hoge geblokt gepleisterde souterrainverdieping met schijnvoegen en afsluitende waterlijst; een geprofileerde cordonlijst en vlak fries met gesloten balustrade tussen de vensters van de eerste en tweede bouwlaag; een afsluitend hoofdgestel met per travee een mezzanino-venster in het vlakke fries en een gekorniste kroonlijst met bloktandlijst. Voluutconsoles boven de pilasters ondersteunen de kroonlijst.

De souterrainverdieping is voorzien van tweeruits stolpramen en tweeruits deuren onder de trappen naar de eerste bouwlaag. Deze steektrappen bestaan uit zeven hardstenen treden en bomen (nr.149 heeft een vernieuwde bakstenen trap) en leiden naar portieken met geprofileerde rondbogen op geblokt gepleisterde pilasters en lijstkapitelen. De vloer, plint en dorpels zijn van hardsteen. De ingangen bestaan uit een paneeldeuren met drie ruitjes en twee smeedijzeren roosters, een geprofileerd kalf en een bovenlicht. De balkons met balustrades worden ondersteund door forse voluutconsoles met gestileerde bladmotieven. De balkons zijn toegankelijk via dubbele deuren. De overige muuropeningen zijn voorzien van een enkelruits schuifvenster met weldorpel en bovenlicht. Alle muuropeningen hebben een gepleisterde omlijsting met afsluitend hoofdgestel (fries met vakken en gekorniste kroonlijst op consoles met gestileerd bladmotief). De omlijsting van de vensters in de tweede bouwlaag wordt bovendien bekroond door een gestucte, geprofileerde rondboog met sluitsteen en acanthusblad-motief in het boogveld.

De RECHTER ZIJGEVEL is drie traveeën breed en heeft dezelfde geleding als de voorgevel. De linker travee bezit in de eerste en tweede bouwlaag een schijnvenster met geschilderde stores. De muuropening in de rechter travee van de eerste bouwlaag is in ca. 1926 vergroot tot ingang. Een bordes leidt hier naar een paneeldeur met twee ruitjes en een bovenlicht. De mezzanino-vensters van de buitenste traveeën zijn blind uitgevoerd. De bakstenen ACHTERGEVEL is in kruisverband gemetseld en wordt afgesloten door een eenvoudige houten daklijst. De souterrainverdieping bezit in de achteraanbouwen elk een paneeldeur met vier ruiten en een vierruits stolpraam. De eerste en tweede bouwlaag bezitten in hoofdzaak T-schuifvensters met bovenlichten en dubbele balkondeuren onder bovenlichten in de tweede bouwlaag. De derde bouwlaag heeft voornamelijk tweeruits stolpramen. Alle muuropeningen worden afgesloten door licht getoogde strekken. Het hoekpand is voorzien van een houten serre-uitbouw met balkon en deels gewijzigde invullingen. De moderne uitbouwen aan de achterzijde vallen niet onder de bescherming.

Het INTERIEUR bezit onder meer enkele kamers-en-suite met schuifdeuren, stucplafonds (geprofileerde lijsten, middenrozetten en stuc in de hoeken met uitwaaierende bloem- en bladmotieven en vazen), zwart marmeren schouwen, vouwblinden en vensterbanken op consoles; (voormalige) keukens in de achterhuizen en de souterrains met eenvoudige houten schouwen tussen vitrinekasten; tochtportalen en trappenhuizen met bordestrappen (geprofileerde handlijst en trappalen, ijzeren spijlen).

Waardering

Rijtje HERENHUIZEN uit ca. 1880-1900.

- Van architectuurhistorische waarde als goed en gaaf voorbeeld in opzet en detaillering van een rijtje herenhuizen in eclectische stijl. Het object valt op door hoogwaardige esthetische kwaliteiten, zoals het bijzondere materiaalgebruik en de rijke ornamentiek van met name de voor- en rechter zijgevel. Het interieur is in hoofdopzet redelijk goed bewaard gebleven en bezit oorspronkelijke elementen zoals stucplafonds, marmeren schouwen en trappenhuizen. De opzet en de onderdelen van het interieur zijn in de afzonderlijke panden vrijwel gelijk (soms gespiegeld).

- Van stedebouwkundige waarde als onderdeel van het ruim opgezette, en met herenhuizen in historiserende bouwstijlen bebouwde Boulevardkwartier, waarin het een beeldbepalende rol speelt als hoekpand èn wegens de ligging aan een flauwe bocht in de twintig meter brede Boulevard Heuvelink.