Cronjéstraat 15, Arnhem

Inleiding

Het HERENHUIS "MOLENDAL" met HEKWERK. Het halfvrijstaande hoekpand, thans in gebruik als hotel, was in 1903 één van de eerste huizen die in de Transvaalbuurt werden gebouwd. Het herenhuis werd in 1903 gebouwd als woonhuis in opdracht van G. André de la Porte, directeur van de Arnhemsche Verzeekeringsmaatschappij in Overgangsarchitectuur met in het interieur kenmerken van de geometrische Art Nouveau.

Het herenhuis is gelegen op de noord-oostelijke hoek van de Cronjéstraat met de De la Reijstraat, de twee voornaamste straten in de Transvaalbuurt, een door ir. Tellegen ontworpen wijk met overwegend herenhuizen uit de periode 1905 - 1915.

De noordoostgevel aan De la Reijstraat kijkt uit over de St. Jansbeek en één van haar bruggen in Art Nouveau-stijl, de zuidoostgevel ligt aan de Cronjéstraat. Het pand bezit aan beide straten een redelijk smalle strook tuin van het trottoir gescheiden door een smeedijzeren hekwerk.

Omschrijving

Het pand bezit een onregelmatig gevormde plattegrond, een kelder, drie bouwlagen en een zolderverdieping onder een samengesteld dak. De basis van de plattegrond is een rechthoek met uitspringende delen aan de noordoost- en de zuidoostzijde. Het vooruit-springende gedeelte aan de noordoostzijde wordt gevormd door een hoekrisaliet die wordt afgesloten met een topgevel. De hoekrisaliet bezit ter hoogte van de tweede bouwlaag een balkon dat de gehele gevel volgt en wordt afgesloten door een eenvoudig houten hekwerk. Ter hoogte van de derde bouwlaag is een rechthoekig balkon aanwezig. Het vooruit-springende gebouwdeel aan de zuidoostzijde wordt ook afgesloten met een topgevel. Boven de topgevels bevinden zich zadeldaken. Boven het hoofdvolume bevindt zich een afgeplat zadeldak. Naast de topgevel die gelegen is aan de Cronjéstraat is het vooruit-springende gedeelte plat afgedekt en voorzien van een hekwerk. Alle daken zijn gedekt met rode, geglazuurde tuiles du Nord met dubbele wel en zijn voorzien van op de gevel rustende bakgoten. De platte daken zijn aan de gevel voorzien van een eenvoudige betimmering. Op het dakschild aan de Cronjéstraat bevindt zich een dakkapel onder lessenaarsdak met een deur die toegang geeft tot het bovenop de derde bouwlaag gelegen balkon. Het lessenaarsdak wordt vanuit de nok aangezet. Op het dakschild aan De la Reijstraat bevindt zich ook een dakkapel onder lessenaarsdak met een driedelige vensteropening met een naar binnendraaiend raam. De twee andere ramen hebben vaste beglazing. Beide lessenaarsdaken wateren af via een zinken mastgoot. Op het afgeplatte zadeldak nabij de nagenoeg blinde gevel (achtergevel) bevinden zich twee schoorstenen met omlijsting en vier pijpen. De topgevels worden beëindigd door een bekroning van gepleisterd metselwerk en afgesloten door een ezelsrug gemetseld met rode bakstenen (tuitgevels). De gevels zijn gepleisterd en voorzien van een in kruisverband gemetselde mangaankleurige bakstenen plint. De meeste vensteropeningen zijn rechtgesloten en bezitten aan de bovenzijde sierbogen van rode verblendstenen. Tevens zijn de meeste vensteropeningen in de noordoostgevel voorzien van spiegelluiken met zandlopermotief in blauw en geel. De kozijnen zijn ongeprofileerd. Het hoekpand heeft aan het vooruitspringende deel aan de Cronjéstraat een uit hout en zeildoek opgebouwde serre. Het betreft hier een latere toevoeging die niet voor bescherming in aanmerking komt. De topgevels hebben ieder een eigen venstertype.

De ZUIDOOSTGEVEL aan de Cronjéstraat is in drie traveeën te verdelen. Het vooruit-springende deel behoort tot de eerste twee traveeën.

De middelste travee (het rechter deel van het vooruitspringende deel) heeft een plat dak en op de begane grond een aan twee zijden toegankelijk ingangsportiek met rondboog die gevormd wordt door drie, naar achteren verspringende, lagen metselwerk. De mangaan-kleurige baksteen plint loopt door en wordt tussen de ingangsportiek beëindigd door blokken natuursteen die de entree accentueren. Het portiek geeft via een rechthoekige deuropening met aan beiden zijden een raam, gedeeltelijk voorzien van siersmeedijzerwerk, toegang tot de hal. De dubbele, naar binnen draaiende decoratief bewerkte paneeldeur heeft twee kijkramen en twee verdeelde raamvlakken. De twee kijkramen zijn voorzien van siersmeedijzerwerk. De deur en beide ramen vormen een zogenaamd melkmeisje. De doorlopende mangaankleurige baksteen plint loopt door tot de deuropening en wordt afgedekt door natuursteen en geglazuurde baksteen. Er zijn hardstenen dorpel en neuten aanwezig.

Op de tweede bouwlaag bevindt zich een raam dat met twee vaste delen en een stolpraam. De vaste delen hebben een vierdelig bovenlicht. De onderste glasvlakken van de bovenlichten zijn ruim tweemaal zo hoog als de bovenste glasvlakken. Elke vensteropening heeft twee lagen raamdorpelstenen en wordt beëindigd door een sierboog van rode baksteen die samen met een strek van rode bakstenen een vlak omsluit.

De derde bouwlaag bezit drie vensteropeningen. Twee vaste ramen en een stolpraam met zesdelig bovenlicht. Dit bovenlicht heeft aan de bovenzijde vier en aan de onderzijde twee glasvlakken. De vensteropeningen hebben twee lagen raamdorpelstenen en worden beëindigd door een strek van rode baksteen. De raamdorpelstenen lopen onder de drie ramen door. Tussen de ramen bevinden zich twee smalle muurvlakken.

Het vooruitspringende bouwblok wordt beëindigd door een bakstenen segmentboogfries.

De linker travee die symmetrisch van opzet is, bevindt zich achter de uit hout en zeildoek opgebouwde serre. Op de eerste bouwlaag is een open verbinding tussen de serre voor de gevel en de ruimte achter de gevel. Links van de travee is nog een éénlaags bouwvolume onder lessenaarsdak aanwezig. De gevel van dit bouwvolume ligt in het verlengde van de linker en middelste travee en wordt beëindigd door een ezelsrug gemetseld met rode bakstenen. Deze beëindiging ligt boven het lessenaarsdak. Op de tweede bouwlaag bevinden zich twee rechthoekige vensteropeningen met twee lagen raamdorpelstenen die worden beëindigd door sierbogen van rode baksteen. Elke gevelopening bevat een stolpraam met bovenlicht. Dit bovenlicht bestaat uit diverse glasvlakken van verschillende afmetingen. In elke gevelopening is tevens een doorvalbeveiliging aangebracht. De derde bouwlaag heeft drie identieke vensteropeningen. Elke vensteropening heeft twee lagen raamdorpelstenen en wordt beëindigd door een sierboog van rode baksteen die samen met een strek van rode bakstenen een vlak omsluit. Elke vensteropening heeft een stolpraam met bovenlicht met meervoudige vlakverdeling van verschillende grootte. Op de zolder-verdieping is een samengesteld raam aanwezig in de vensteropening. Dit raam bestaat uit twee gelijke delen en één groter deel. De drie delen van het raam liggen met hun bovenzijde op één lijn. De bovenzijde van de vensteropening wordt beëindigd door een sierboog van rode baksteen. Het verdiept gelegen vlak tussen bovenzijde vensteropening en onderzijde sierboog is gepleisterd. Bij het samengestelde raam liggen de twee lagen raamdorpelstenen niet in één lijn. Boven deze vensteropening bevindt zich een kleine nis. De topgevel wordt afgedekt door ezelsruggen gemetseld met rode bakstenen. Tevens is in de as van de topgevel een verticale beëindiging aanwezig. Symmetrisch ten opzichte van deze beëindiging bevinden zich waar de zolderverdieping begint twee verticale muurdammen met openingen waar de hemelwaterafvoer wordt doorgevoerd.

De rechter travee wordt gekenmerkt door een asymmetrische Vlaamse gevel. Deze Vlaamse gevel springt iets naar voren. Deze verspringing wordt op de tweede bouwlaag aangezet. Op de begane grond bevinden zich symmetrisch t.o.v. de as van de Vlaamse gevel twee rechthoekige vensteropeningen met een schuifraam met zesruits bovenlicht. Op de tweede bouwlaag heeft deze travee geen vensteropeningen. In de derde bouwlaag bevindt zich een rechthoekige vensteropening die wordt afgesloten door een sierboog van rode verblendsteen. Deze vensteropening bevat een stolpraam met bovenlicht. Het verdiept gelegen vlak tussen bovenzijde stolpraam en onderzijde sierboog is gepleisterd. Het bovenlicht wordt door een horizontale roede in twee delen verdeeld waarbij het onderste deel weer verdeeld is in drie delen en het bovenste deel in zes delen. De Vlaamse gevel heeft op de zolderverdieping een samengesteld raam dat uit drie rechthoekige raamelementen en uit één rechthoekig raamelement met een boogvormige beëindiging bestaat. Dit laatste element bezit nog een verticale driedeling. De Vlaamse gevel wordt afgedekt door een ezelsrug gemetseld met rode bakstenen en heeft tevens in de as een verticale beëindiging. Symmetrisch ten opzichte van deze beëindiging bevinden zich twee schoorstenen met opzetstuk.

De ZUIDWESTGEVEL bezit een uitspringend geveldeel met een topgevel onder zadeldak. In de eerste bouwlaag bevindt zich een klein venster met twee lagen raamdorpelstenen onder een ronde sierboog. De rechthoekige gevelopening heeft een halfrond gepleisterd veld en is voorzien van een naar binnen draaiend raam met diefijzers. Links naast deze vensteropening ligt een rechthoekige deuropening met een segmentboogvormig gepleisterd veld met daarboven een dubbele segmentboogvormige sierboog. De dubbele naar binnen draaiende terrasdeur heeft zowel dichte als glazen delen. In de tweede bouwlaag bevindt zich een kleine vensteropening zoals eerder beschreven. Links daarvan bevinden zich drie smalle verticale rechthoekige vensteropeningen met twee lagen raamdorpelstenen die worden beëindigd door halfronde sierbogen van rode baksteen. Tussen de drie openingen zijn natuurstenen kolommen geplaatst. De drie vensteropeningen bevatten een rechthoekig kozijn met vast kalf. Tussen kozijn en sierboog is een terugliggend gepleisterd halfrond vlak. Boven het kalf bevindt zich vierruits bovenlicht met verschillende vlakgrootte bestaand uit glas-in-lood. Onder het kalf bevindt zich een groter raam uit glas-in-lood. Het middelste venster heeft twee horizontale smeedijzeren staven die als doorval-beveiliging dienen. In de derde bouwlaag zijn bijna dezelfde vensteropeningen aanwezig, alleen worden de linker en de rechter opening afgesloten door een horizontale natuurstenen latei in plaats van een sierboog. De lichtuitkragende topgevel ter plaatse van de zolder-verdieping heeft een rechthoekige vensteropening met twee lagen raamdorpelstenen die wordt beëindigd door een halfronde sierboog. Het veld tussen raamkozijn en sierboog is teruggelegen en bepleisterd. De vensteropening bevat een stolpraam met een tienruits bovenlicht. Tussen deze vensteropening en de beëindiging van de topgevel door middel van een muurdam bevindt zich een cirkelvormig siermotief uit rode verblendsteen. De topgevel wordt afgesloten door een ezelsrug (tuitgevel).

In de NOORDWESTGEVEL bevinden zich in het muurvlak van de zolderverdieping drie eenvoudige, kleinere gevelopeningen. De rest van deze gevel is geheel ingebouwd.

De NOORDOOSTGEVEL aan De la Reijstraat bezit links een licht risalerend geveldeel met een topgevel. Dit geveldeel bestaat tot de zolderverdieping uit drie delen. In de eerste bouwlaag bevindt zich in het deel dat evenwijdig aan De la Reijstraat ligt een recht-hoekige vensteropening met een stolpraam met achtdelig bovenlicht. Deze vensteropening bevat een twee lagen rode raamdorpelsteen en wordt afgesloten door een éénlaagse strek. Links en rechts van de gevelopening bevinden zich houten luiken die bestaan uit een wit vlak dat wordt begrensd door een groene omlijsting. De links en rechts van deze gevel-opening gelegen gevelopeningen hebben een rechthoekige vensteropening met een vast raam met zesdelig bovenlicht. Ook deze vensters hebben dezelfde raamdorpelstenen, strek en luiken als voornoemd. Boven deze gevelopeningen bevindt zich een doorlopend balkon met een eenvoudige balustrade in de kleuren wit en groen.

Links van het licht risalerende geveldeel met topgevel bevindt zich teruggelegen het geveldeel, gericht op de De la Reystraat, van het vooruitspringende deel aan de Cronjéstraat. De gevelopbouw heeft nagenoeg dezelfde vormgeving als de reeds eerder beschreven middelste travee. Op de tweede bouwlaag bevinden zich nagenoeg dezelfde vensteropeningen, alleen zijn deze hoger en worden beëindigd met een sierboog en terug-liggend veld.

In het INTERIEUR, waarvan de indeling nog grotendeels intact is, zijn nog enkele oorspronkelijke elementen bewaard gebleven. De meest waardevolle stijl-elementen zijn : het centrale trappenhuis met geschilderde lambrizering in de vorm van gestileerde blad- en bloemmotieven in blauwe tinten. De schilderingen zijn zogenaamde sjabloon-schilderingen. Nabij het trappenhuis op de begane grond zijn er deuren in geornamenteerde houten omlijstingen met rondstaaf-profielen. Het trappenhuis met een tweezijdig omlopende bordestrap is voorzien van geornamenteerde trappalen, geprofileerde handlijst, verticale bewerkte spijlen. In de trappenhuisvensters bevinden zich verticale glas-in-lood-ramen in rood en geel gekleurd vlak glas. Op de eerste verdieping zijn er vier deuren met gesneden houten baldakijnen en schuifdeuren met gele en blauwe glaspanelen. Tevens zijn er twee authentieke, volledige gave geometrische Art Nouveau plafonds met langs de randen een vakverdeling van getrokken geprofileerde banden in een blauwe kleur. De kelder heeft een tegelvloer en troggewelven.

Op de begane grond bevinden zich in de kamer naast de erker die gesitueerd is aan de De la Reijstraat vakken gevuld met bruin-oker bladrank-versiering. Deze kamer heeft een eenvoudig zwart natuurstenen schouw.

De TUIN aan de straatzijde is omgeven met een oorspronkelijk tuinhek in siersmeed-ijzerwerk. In het toegangshek is de naam "Molendal" opgenomen.

Waardering

HERENHUIS met HEKWERK gebouwd in 1903 in opdracht van G. André de la Porte.

- Van architectuurhistorische waarde als een goed en gaaf voorbeeld in ex- en interieur van een herenhuis, gebouwd in Overgangsarchitectuur met (in het interieur) elementen van geometrische Art Nouveau. Het herenhuis is van architectuur-historisch belang vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp zoals een bijzondere hoofdvorm en opmerkelijke hoekoplossing en een bijzondere detaillering ;

- Van stedenbouwkundig belang vanwege de prominente plaats op de hoek van De la Reystraat en de Cronjéstraat midden in de voornamelijk tussen 1905 en 1915 gebouwde Transvaalbuurt. Ook het feit dat dit herenhuis als één van de eerste huizen werd gebouwd in de Transvaalbuurt is zeker van belang.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
516923
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Woonhuis Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Cronjéstraat 15 6814 AG Arnhem Transvaalbuurt Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Herenhuis
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
N 5591 Arnhem
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1903 1903 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
André de la Porte, G. ; Gelderland opdrachtgever
Naar boven