De la Reijstraat 6, Arnhem

Inleiding

Rijtje van drie aaneengebouwde HERENHUIZEN met HEKKEN, thans met etage- en/of kamerverhuur, ca. 1905-1910 gebouwd naar ontwerp van architect W. Diehl in een gemengde bouwtrant met Art Nouveau-invloeden. Kenmerkend is het door elkaar gebruiken van diverse stijlelementen, zoals het gebruik van natuurstenen lateien, banden en hoekblokken; grote vensters met meerruits bovenlichten en spiegelluiken voor de onderramen; houten balkons met fraai bewerkte draagconstructies en hekwerken; een cirkelboogvormig afgesloten loggia met houten hek (zweepslaglijnen); ver uitkragende bakgoten op gesneden klossen tussen doorgestoken hoekdammen. De hekken (XXa) ter afsluiting van de voortuin zijn eveneens vormgegeven in gemengde bouwtrant met art nouveau-invloeden daterend uit de eerste kwart van de twintigste eeuw bestaande uit smeedijzeren spijlen met ruitvormige punt, cirkels en horizontale lijnen.

Het pand bevindt zich even ten noorden van het centrum in de Transvaalbuurt: een door het Sonsbeekpark, de Apeldoornseweg, de spoordijk en de Zijpendaalseweg begrensde wijk met een stedebouwkundig plan naar ontwerp van ir Tellegen en overwegend bebouwd met min of meer aaneengesloten rijen herenhuizen uit de periode 1905-1915. Een aanzienlijk deel van deze huizen is uitgevoerd naar ontwerpen van de architect Diehl en vertonen invloeden van de Art Nouveau-stijl.

Dit rijtje van drie herenhuizen is gesitueerd in de rooilijn aan de westzijde van de De la Reijstraat en kijkt uit over de St. Jansbeek met haar bruggen in Art Nouveau-stijl. De herenhuizen liggen ingeklemd tussen de hoekpanden met de Cronjéstraat en de Sonsbeeksingel. De voortuin van elke woning wordt afgebakend middels een vast hekwerk op bakstenen voet met een draaivleugel.

Omschrijving

Onderkelderde HERENHUIZEN van drie bouwlagen op rechthoekig grondplan, met elk links een brede beuk en rechts een smalle beuk. De brede beuken hebben aan de voorzijde over twee bouwlagen doorgaande erkers met afsluitende balkons (nummers 6 en 10) en een loggia in de tweede bouwlaag (nummer 8), en aan de achterzijde een serre met lessenaardak op de begane grond en een inpandig balkon in de tweede bouwlaag. De oorspronkelijke situatie aan de achterzijde is bij nummer 10 gewijzigd. De smalle beuken bezitten aan de voorzijde de ingangspartijen, balkons annex luifels (de luifel zonder balkon van nummer 8 is verwijderd) en lessenaardaken ter plaatse van de derde bouwlaag. Aan de achterzijde zijn deze smalle beuken uitgebouwd over nagenoeg de gehele hoogte van het hoofdbouw. Zowel de hoofdbouw als de achter-uitbouwen hebben platte daken met bakgoten op bewerkte klossen. Ook de steile dakschilden aan de voorzijde (oorspronkelijk met leien dekking) wateren af via bakgoten op bewerkte klossen. De rood bakstenen gevels zijn in kruisverband gemetseld en voorzien van een trasraam met afsluitende rollaag in bruin/rode baksteen. De vensters in de voorgevel zijn voor wat betreft de onderramen voorzien van spiegelluiken en worden vrijwel allemaal afgesloten door een bewerkte natuurstenen lateibalken en een hardstenen lekdorpel.

De asymmetrisch ingedeelde VOORGEVEL is zes traveeën breed. De linker en rechter twee traveeën (respectievelijk nummer 10 en 6) zijn identiek opgezet. De la Reijstraat 10 is op details gewijzigd, zoals het verwijderen van de roedenverdeling uit de bovenlichten, het schilderen van de natuurstenen speklagen en lateien, en het moderniseren van de balkonhekken. Ter plaatse van de smalle beuken leidt een hardstenen bordestrap met gemetselde boom naar de ingang. De eikehouten paneeldeur heeft in het midden een kijkraampje met smeedijzeren rooster, en bovenin een roedenverdeling met elf ruitjes (bij nummer 10 verwijderd). Het zijlicht en de bovenlichten zijn voorzien van glas-in-lood (gekleurd met decoratieve patronen bij nummer 6) en hebben een omlijsting van natuurstenen blokken met vellingkanten (nummers 6 en 10). Direct boven de ingangen van De la Reijstraat 6 en 10 bevinden zich ver uitkragende balkons annex luifels, die rusten op bewerkte balken, een muurstijl en een schoor. Het oorspronkelijke houten balkonhek met bewerkte stijlen en regels is bij nummer 6 bewaard gebleven. De balkons zijn bereikbaar via dubbele glasdeuren met spiegelluiken in de tweede bouwlaag. De bovenlichten (oorspronkelijk twaalfruits) worden afgesloten door een natuurstenen lateibalk met een reeks ingekorven op een punt staande vierkantjes, en een ingemetselde segmentboog. Boven de ingang van nummer 8 bevindt zich in de tweede bouwlaag een rechthoekig venster met enkelruits schuifraam, twaalfruits bovenlicht, bewerkte lateibalk en ingemetselde segmentboog. De derde bouwlaag van de smalle beuken is opgevat als steil hellende lessenaardaken, waarin brede dakkapellen zijn opgenomen met grote samengestelde vensters die bestaan uit vier enkelruits onderramen en vier vierruits bovenlichten met geel kathedraalglas. De brede beuken hebben in het trasraam een koekoek. In de driezijdige erkers van de eerste bouwlaag bevinden zich telkens drie vensters met enkelruits schuiframen en meerruits bovenlichten met geel kathedraalglas. De bovenlichten aan de voorzijde van de erkers van De la Reijstraat 6 en 10 zijn rondboogvormig afgesloten. De overgang naar de smallere rechthoekige erkers in de tweede bouwlaag (nummers 6 en 10) wordt gevormd door driehoekige dakschildjes aan de zijden. De erkers in de tweede bouwlaag bezitten eveneens rechthoekige vensters met enkelruits onderramen en (oorspronkelijk) meerruits bovenlichten met geel kathedraalglas. Ter hoogte van de derde bouwlaag zijn op deze erkers balkons geplaatst. De uitkragende balkons rusten op bewerkte klossen en zijn (oorspronkelijk) voorzien van een houten hek, waarvan de gebogen regels ellipsen vormen. De balkons zijn van binnenuit bereikbaar via dubbele schuifdeuren. Boven de schuifdeuren een (meerruits) bovenlicht en bewerkte lateibalk. De gevelbeëindiging van deze delen bestaat uit doorgestoken hoekdammen waarop obelisk-vormige ornamenten, met tussen de hoekdammen een ver uitkragende houten bakgoot op bewerkte klossen. De brede loggia in de tweede bouwlaag van nummer 8 is verkregen door uitkragende hoeken van natuurstenen blokken met gelobde uiteinden. De loggia bezit aan de voorzijde een grote cirkelboogvormige opening met onderin een houten hek in Art Nouveau-stijl. Aan de rechter zijde van de loggia bevindt zich een smalle rondboogopening. De loggia is van binnenuit bereikbaar via een dubbele schuifdeur. De schuifdeur en de enkelruits zijlichten zijn voorzien van een strook bovenlichten met geel kathedraalglas. De loggia wordt afgesloten door een driezijdig schilddakje met een geprofileerde gootlijst op klossen, die boven de cirkelboog is getoogd. Het hierboven gelegen geveldeel ter plaatse van de derde bouwlaag bezit twee rechthoekige vensters met enkelruits onderramen en twaalfruits bovenlichten (de luiken zijn verwijderd). De gevelafsluiting bestaat uit drie getrapte kantelen met afdekplaten. De ACHTERGEVEL bezit in de smalle uitgebouwde beuken een ingang met bovenlicht en flankerend T-schuifraam met bovenlicht in de eerste bouwlaag. De tweede en derde bouwlaag hebben elk een rechthoekig venster met T-schuifraam en twaalfruits bovenlicht. Alle muuropeningen worden afgesloten door blinde segmentbogen. De brede beuken bezitten in de eerste bouwlaag een serre met lessenaardak en merendeels gemoderniseerde tuindeuren, zij- en bovenlichten; in de tweede bouwlaag diep inpandig balkon met houten hek (ellipsvormig gebogen regels) en schuifdeuren tussen enkelruits zij- en meerruits bovenlichten; in de uitkragende derde bouwlaag, die rust op een ijzeren profielbalk, twee gekoppelde T-schuiframen met meerruits bovenlichten onder gezamenlijke blinde segmentboog. De oorspronkelijke situatie van de achtergevel is bij de nummers 6 en 8 redelijk gaaf bewaard gebleven, maar daarentegen bij nummer 10 meer gewijzigd. De INTERIEURS van deze tweebeukige herenhuizen bezitten alle nog een groot aantal oorspronkelijke elementen, zoals:

- vestibules met wanden die deels betegeld (neorenaissance-motieven) en deels gestuct (lijsten met rozetten en Art Nouveau-motieven) zijn, wit marmeren vloeren en plinten, tochtdeuren tussen zij- en meerruits bovenlichten (nr.10: gezandstraald glas met zweepslag en kelkbloemen);

- gangen met wit marmeren vloeren en plinten, diverse paneeldeuren met geprofileerde omlijstingen en getoogde bovenzijde, houten trappen met fraai bewerkte trappalen, spijlen en geprofileerde handlijsten (nr.8: gemarmerde lambrizeringen, gehoute deuren en trap, diensttelefoon van de firma Otto Lincker Arnhem);

- kamers en suite waarin diverse stucplafonds met lijsten, hoek- en middenrozetten in Art Nouveau-stijl, alsmede zwart marmeren schouwen;

- keukens met originele kasten, zoals een vitrinekast, een buffetkast, granito-aanrecht met kastjes voorzien van ovale houten deurknoppen en een schouw in de hoek met een geprofileerde schouwbalk;

- de badkamer van nummer 6 bezit nog de originele wandtegels die voorzien zijn van twee banden met voorstellingen in zwart, groen, wit, geel en turkoois van waterlelies in reliëf.

De HEKKEN (XXa) met bakstenen voet ter afsluiting van iedere voortuin van de drie aaneengesloten herenhuizen sluiten aan op de bordestrap. Het hek bestaat uit smeedijzeren hoofdspijlen met ruitvormige punt waartussen identieke kleinere spijlen. De spijlen zijn verbonden door een aan weerszijden geplaatste horizontale band aan de onderzijde en twee aan weerszijden geplaatste horizontale banden aan de bovenzijde waartussen cirkels. Ter plaatse van het toegangspad naar de voordeur bevindt zich in het hek een vleugel die voorzien is van een diagonale band.

Waardering

Rijtje van drie HERENHUIZEN met HEKKEN uit ca. 1905-1910.

- Van architectuurhistorische waarde als goed en gaaf voorbeeld van drie aaneengebouwde aanzienlijke herenhuizen in een gemengde bouwtrant met Art Nouveau-invloeden. Het object valt op door hoogwaardige esthetische kwaliteiten in in- en exterieur, zoals een gave en gevarieerde hoofdvorm met erkers, balkons en een loggia, rijk materiaalgebruik en bijzondere ornamentiek. Deze huizen bezitten een redelijk gave ruimtelijke structuur en een groot aantal waardevolle interieurelementen, zoals decoratieve wandtegels, marmeren vloeren, fraai bewerkte trappen en diverse stucplafonds in Art Nouveau-stijl. Voorts is het object een goed voorbeeld van Art Nouveau-architectuur van architect WILLEM DIEHL (1876-1959), en neemt, mede door de relatieve gaafheid en zeldzaamheid, een belangrijke plaats in binnen zijn oeuvre en de landelijke architectuurgeschiedenis.

- Als goed voorbeeld van hekken op bakstenen voet daterend uit het eerste kwart van de twintigste eeuw, vormgegeven in gemengde bouwtrant met art nouveau invloeden bestaande uit smeedijzeren spijlen met ruitvormige punt, cirkels en horizontale lijnen.

- Van stedenbouwkundige waarde als essentieel onderdeel van de Transvaalbuurt: een kleine wijk uit het begin van de twintigste eeuw, die is opgezet volgens een stedebouwkundig plan van ir Tellegen en overwegend bebouwd met min of meer aaneengesloten rijen herenhuizen in Art Nouveau-stijl. Het pand heeft ensemblewaarde in relatie met de omringende bebouwing (waarvan een aanzienlijk deel eveneens is ontworpen door Diehl) en de bruggen in Art Nouveau-stijl over de St. Jansbeek.

- Vanwege de afbakening van een voortuin middels een hek met vleugel karakteristiek voor de Transvaalbuurt daterend uit het begin van de twintigste eeuw.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
516934
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Woonhuis Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
De la Reijstraat 6 6814 AE Arnhem Transvaalbuurt Ja
De la Reijstraat 8 6814 AE Arnhem Transvaalbuurt
De la Reijstraat 10 6814 AE Arnhem Transvaalbuurt
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Herenhuis
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
N 3833 Arnhem
N 3808 Arnhem
N 3834 Arnhem
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1905 1910 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Diehl, W. ; Gelderland architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven