Van Lawick van Pabststraat 33, Arnhem
Inleiding
Vrijstaande VILLA, gebouwd in 1921 naar een ontwerp van Marinus Jan Granpré Molière (1883-1972) in een traditionalistische stijl, die kenmerken vertoont van de stijl die later Delftse School wordt genoemd.
De sober vormgegeven villa is verhoogd gelegen in de zuidelijke gevelwand van de Van Lawick van Pabststraat, een van de belangrijkste straten in de Burgemeesterswijk. De Burgemeesterswijk ligt ten noorden van het stadscentrum van Arnhem tussen de Amsterdamseweg en de Zijpendaalseweg. Deze rond de eeuwwisseling tot ontwikkeling gebrachte woonwijk ligt op de noordoostelijke helling van het stuwwallencomplex tussen de Rijn en de Jansbeek en grenst aan het Sonsbeekpark. Kenmerkend voor de wijk zijn de verbredingen van de straten tot driehoekige pleinen, vanwaar zichtassen lopen naar het Sonsbeekpark. De bebouwing in het zuidelijk deel van de wijk bestaat voornamelijk uit rijen aaneengesloten herenhuizen, gebouwd in historiserende stijlen. De villa behoort evenals het naastgelegen pand van K.P.C. De Bazel uit 1916 tot de weinige vrijstaande panden in de straat, die verder voornamelijk aaneengesloten bebouwing uit het begin van deze eeuw bevat.
Het pand bezit een ondiepe voortuin en een achtertuin. Aan de rechterzijde gaf een rondboogvormig afgesloten poortje toegang tot een ommuurd, beklinkerd plaatsje via welk de achtertuin kon worden bereikt. Het poortje is er nog, maar het plaatsje is tot bijkeuken verbouwd. De oorspronkelijke trap naar de voordeur is vervangen door een moderner exemplaar. Links voor het huis is in later tijd een garage gebouwd die niet onder de bescherming valt.
Omschrijving
De VILLA bezit een samengesteld grondplan en bestaat uit twee in elkaar geschoven rechthoekige bouwmassa's van twee bouwlagen, waarvan het meer naar voren geplaatste rechter bouwvolume het hoofdblok vormt. Haaks op het hoofdblok sluit links een eenlaags uitbouw aan. De villa is gedeeltelijk onderkelderd. De kelderverdieping komt aan de straatzijde geheel boven het maaiveld uit. Dit wordt veroorzaakt door het sterk naar achteren oplopende terrein.
De bouwvolumes hadden oorspronkelijk alledrie een zadeldak. Het hogere zadeldak van het hoofdblok is later aan de achterzijde gedeeltelijk vervangen door een plat dak, dat even hoog is als de nok van het linker bouwvolume. De oorspronkelijk tussen beide bouwvolumes gelegen zakgoot is zo verdwenen. De deels overstekende zadeldaken zijn gedekt met gesmoorde verbeterde Hollandse pannen en voorzien van windveren en flinke bakgoten op klossen. Tegen de buitenzijde van de linker zijgevel is een schoorsteen gemetseld. Het linker bouwvolume bezit voorts nog twee schoorstenen in de nok. Ook het hoofdblok en de haakse uitbouw zijn voorzien van een schoorsteen. Tegen de linker zijgevel van het linker bouwvolume bevindt zich de voormalige plantenserre, een kleine uitbouw onder een zadeldak met rode hollandse pannen.
De overwegend asymmetrisch ingedeelde gevels zijn opgetrokken in roodbruine baksteen, gemetseld in kruisverband. Enkel de haakse uitbouw tegen het hoofdblok, die als enige een symmetrisch ingedeelde (voor)gevel bezit, is voorzien van siermetselwerk in de vorm van inspringende banden, geteerde stenen en een in keperverband gemetselde topgevel. De gevels worden afgesloten door houten lijsten. De rechthoekige vensters bezitten houten lekdorpels en worden afgesloten met strekken.
De STRAATGEVEL (noordgevel) van het hoofdblok bezit drie vensters, waarvan twee met 2-delig kozijn, die zijn voorzien van meerruits draairamen met een horizontale roedenverdeling (zgn. ladderramen). De noordgevel van de uitbouw bezit een met een houten lijst afgesloten venster met 4-ruits stolpraam. De RECHTER ZIJGEVEL van het hoofdblok bezit twee vensters. Haaks tegen de gevel is een muur gemetseld, waarin zich een rondboogvormig afgesloten poortje met een houten deur bevindt.
In de LINKER ZIJGEVEL van het hoofdblok bevindt zich de ingangspartij, bestaande uit een houten deur tussen twee met hardstenen platen afgesloten pilasters. Op de hardstenen plaatjes rust het vooruitspringende kozijn van het bovenlicht, dat breder is dan de deur en wordt afgesloten door een hardstenen bovendorpel en een rollaag. Het bovenlicht is slechts vier bakstenen hoog en bezit een kruisvormige roedenverdeling met vier smalle, horizontaal geplaatste ruiten. Een gewijzigde gemetselde trap met bordes geeft toegang tot de voordeur. Links van de voordeur bevindt zich een hoog verticaal geplaatst 8-ruits trappenhuisvenster. In deze gevel bevinden zich verder nog een drietal kleinere vensters met draairamen.
De STRAATGEVEL van het linker bouwvolume bezit twee vensters op kelderniveau, een 2-ruits wc-raampje en een venster met driedelig kozijn en drie 15-ruits draai- of klapramen in de eerste bouwlaag en een venster met drie klapraampjes in de tweede bouwlaag.
De LINKER ZIJGEVEL van het linker bouwvolume bezit in de eerste bouwlaag een venster met veelruits ramen. De voormalige plantenserre tegen de linker zijgevel bezit veelruits ramen.
De verspringende ACHTERGEVEL bezit in het teruggelegen gedeelte links op de begane grond een venster met drie 2-ruits ladderramen en op de eerste verdieping een 4-ruits stolpraam. Het vooruitspringende gedeelte bezit op de begane grond dubbele tuindeuren met boven- en zijlichten, voorzien van ladderramen en op de verdieping een venster met 3-ruits ladderraam en een venster met 2-delig kozijn en twee 21-ruits draairamen. De kozijnen van de vensters op de eerste verdieping sluiten aan op de houten daklijst en zijn voorzien van persiënnes.
Het INTERIEUR bezit nog de oorspronkelijke indeling en bevat nog oorspronkelijke elementen zoals de vlakke houten deuromlijstingen, deels bestaande uit gestileerde pilasters met hoofdgestel, het houten plafond in de woonkamer, de gekrulde uiteinden van de raamboompjes, de schouw in de keuken en een in de trapborstwering verwerkte dekenkast met luchtgaten.
Waardering
Vrijstaande VILLA uit 1921 van M.J. Granpré Molière.
- Van architectuurhistorisch belang als een goed en gaaf voorbeeld in ex- en interieur van een kleinere villa in een traditionalistische bouwstijl die vooruitloopt op de Delftse Schoolstijl. De villa is van architectuurhistorisch belang vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp zoals de bijzondere hoofdvorm en detaillering en de voor de bouwtijd opmerkelijk moderne indeling en afwerking van het interieur. De villa is van architectuurhistorisch belang als één van de vroegere woonhuizen uit het oeuvre van Granpré Molière.
- Van stedebouwkundig belang als één van de weinige vrijstaande panden van de rond de eeuwwisseling aangelegde Burgemeesterswijk, die overwegend is bebouwd met aaneengesloten rijen herenhuizen.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Van Lawick van Pabststraat | 33 | – | 6814 HA | Arnhem | Burgemeesterswijk | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | – | Villa |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | M | 1713 | – | Arnhem |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1921 | 1921 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Granpré Molière, M.J. (Marinus) ; Gelderland | ingenieur | – |