Inleiding.

Het WOONHUIS ligt aan de lintbebouwde verbindingsweg tussen Tilburg en Goirle. Het ligt vrijstaand midden op een rechthoekig perceel met de voor- of westgevel naar de straat. In de loop der jaren is het huis enigszins gewijzigd, oorspronkelijk had het in de voorgevel geen erker en in de zuid-oosthoek een waranda.

Omschrijving.

Het eenlaagse huis op L-vormige plattegrond heeft een zolderverdieping onder twee elkaar ontmoetende, overstekende zadeldaken. Het dak is gedekt met een rode Tuile du Nord-pan met op de koppen houten windveren en gevelmakelaars met een kegelvormig huisteken als bekroning. De voorgevel heeft links van de voordeur een risalerend gedeelte van twee raamtraveeën onder een topgevel. Elke travee bevat een standaard kloostervenster met een boven- en onderraam voorzien van roeden gescheiden door een kalf. Het bovenraam heeft een vierruits- en het onderraam een zesruitsverdeling. Dit venster of een veelvoud hiervan wordt elders in het huis herhaald. Rechts van de voordeur een driezijdige erker met wangen onder een hoek van vijfenveertig graden. Het bestaat uit vier vensters. Twee voor de wangen en twee voor het frontvenster. Boven de voordeur een bovenlicht en houten luifel met lessenaarsdakje gedragen door gesneden korbeelhouten. In het bovenlicht een glas-in-lood-raam met een landschap en de opkomende zon in kleur. Boven de voordeur en erker in het dak een kapel met een driehoekig front onder overstekend zadeldakje met houten windveren en gevelmakelaar met huisteken. In de rechterzijgevel aan de linkerkant eveneens een driezijdige erker zoals in de voorgevel. Deze is echter opgebouwd uit vijf vensters waarvan drie het frontvenster vormen. Rechts in de zijgevel dubbele tuindeuren. In de achtergevel bevinden zich twee vensters opde begane grond, twee kleine kelderramen in het basement en op de zolderverdieping een Frans balkon met deuren. In de linker gevel de achterdeur met bovenlicht met ernaast een venster.

Het opgaand werk bestaat uit een hoog gemetseld bakstenen basement van machinale rood/paarse steen in kruisverband met bordessen en drie traptreden bij de toegangsdeuren. Hierop een houten skelet aan de buitenkant bekleed met gegalvaniseerde ijzeren golfplaten (met onder het schilderwerk de Londense straatnaam Knightsbridge), voorzien van stijl- en regelwerk waardoor een houten vakwerk ontstaat. Aan de binnenkant bekleed met Pitch pine kraaldelen. Hiertussen een geïmpregneerde isolatiedeken van vermoedelijk cocosvezels. Het houtwerk van dak en wanden is donkergroen geschilderd, dit in sterk contrast met de vensters en golfplaten die een witte lichte kleur hebben. Het interieur heeft zijn oorspronkelijke indeling. De trap naar de zolderverdieping bevindt zich in de keuken. De kelder ligt onder de gangvloer. De vloeren, tussenwanden, plafonds, kozijnen en deuren zijn van Amerikaans Pitch pine. Kraaldelen voor de wanden en plafonds. De binnendeuren hebben vier panelen van een andere licht gekleurde houtsoort. Ze zijn voorzien van opdeksloten van het fabrikaat: Crown Patent double Handed no. 35.6 met geelkoperen ronde draaikop.

Waardering.

Het complex is van algemeen belang. Het is cultuurhistorisch van belang als bijzondere uitdrukking van een culturele, technische en typologische ontwikkeling. Het complex is van belang wegens innovatieve waarde als goed en herkenbaar voorbeeld van prefabricage in hout. Het heeft architectuurhistorisch belang voor de geschiedenis van de architectuur en bouwtechniek. Het is van belang wegens het bijzondere materiaalgebruik. Het complex is van belang wegens de architectuurhistorische, bouwtechnische, typologische en functionele zeldzaamheid.