Inleiding.

LANDHUIS uit 1937 in de stijl van het Traditionalisme, naar ontwerp van architect Jos. Bedaux (Goirle). Het huis is gebouwd voor zijn vrouw W.J.M. Willekens. Uitbreiding uit 1950 en uitbreiding uit 1959, te weten, WERKKAMER, BINNENHOF met OMMURING, PERGOLA en TUINAANLEG uit 1950 en 1959.

Omschrijving.

Het huis heeft een rechthoekige plattegrond. Het heeft één en twee bouwlagen met een zolderverdieping, gedekt door zadeldaken voorzien van grijze Oudhollandse pannen. De daken bevinden zich tussen tuitgevels. Ze hebben aan de dakvoet een overstek.

Het eenlaagse gedeelte van het huis heeft in de voor- of zuidgevel drie traveeën. De voordeur bevindt zich in de rechtse travee. De tweedelige deur bestaat uit een dichte onderdeur, de bovendeur heeft een negen-ruits roedenraam. Boven de deur een houten luifel ondersteund door gekrulde smeedijzeren dragers. De ingang wordt geaccentueerd door een rondboog boven de deur en opzij door houten pilasters. Smeedijzeren beltrekker. Beide andere traveeën zijn identiek aan elkaar. Ze hebben naar binnendraaiende tien-ruits stolp-roedenramen voorzien van luiken. Boven de middelste travee bevindt zich in het dak een kleine kapel onder lessenaarsdak met houten windveren en voluutvormige oren en voorzien van een vierruits-roedenraam. De achtergevel bevat naast de achterdeur vijf vensters, waarvan er vier identiek zijn aan elkaar en gescheiden worden door drie smalle gemetselde penanten. In elk venster bevindt zich een vier-ruits roedenraam. In het dak bevinden zich twee overeenkomstige kapellen als aan de voorkant.

De zijgevel heeft op de begane grond twee naar binnendraaiende stolp-roedenramen voorzien van luiken. Het grootste heeft een tien-ruits verdeling en het kleinste een acht-ruits verdeling. Op de verdieping bevindt zich een Frans balkon met dubbele tien-ruits glasdeuren. Smeedijzeren balkonhek met naar buiten toe gebogen balusters met op de leuning drie kleine vergulde bollen. De voorgevel van het tweelaags gedeelte van het huis heeft op de begane grond een naar binnendraaiend twaalf-ruits stolp-roedenraam voorzien van luiken. Hierboven op de tweede bouwlaag bevinden zich twee kleine vensters elk voorzien van een vier-ruits roedenraam met luiken. Haaks op dit gedeelte van de voorgevel bevindt zich een kleine eenlaagse uitbouw gedekt door een zadeldak met aan de voorkant een tuitgevel met rondboognis en in de zijgevels een venster. In de zijgevel op de begane grond een venster met een twaalf-ruits stolproedenraam, op de tweede bouwlaag twee vensters met een acht-ruits stolproedenraam met luiken en op zolder een rondvenster met een negen-ruits roedenraam. Beide in- en uitgezwenkte gevels van dit deel van het huis volgen de dakrand in een golvende lijn. Op de nok ter plaatse van de tuitgevels bevinden zich op het dak vierkante schoorstenen waarvan één voorzien is van een smeedijzeren bekroning.

Het opgaande werk van het huis bestaat uit witgeschilderde baksteen en een zwart geschilderde plint. Het geheel is gemetseld in Vlaams verband. In de tuitgevels is vlechtwerk aangebracht. Karakteristiek voor het huis zijn de hal en woonkamer. De centraal gelegen hal bevat de trap naar de verdieping. Deze bestaat uit twee delen. Het eerste open gedeelte is een steektrap met bordes voorzien van een smeedijzeren balustrade. Het tweede gedeelte, dat door een ronddeur is gescheiden van de hal bestaat uit een trap voorzien van een begin- en eindkwart. Naast de voordeur een geelkoperen deurbel. De grote woonkamer heeft een vurenhouten vloer, moerbalk met gesneden sleutelstukken en kinderbalken. De wanden zijn voorzien van boerenpleisterwerk. De kamer heeft een kleine uitbouw met een rode plavuizen vloer afgezet door een rand van witte antieke tegels met blauw geglazuurde landschappen, mens- en dierfiguren, witgeschilderd schoonmetselwerk wanden, een open sporenkap en een eenvoudig uitgevoerde open haard. De haard heeft aan weerskanten een brandstof- annnex wijnnis. Alle drie met een rondboog. De uitbouw is bereikbaar via een grote rondboog met in tufsteen uitgevoerde sluit- en aanzetstenen. De hal heeft eveneens moer- en kinderbalken en rond de vloer een rand van tegels overeenkomstig die in de uitbouw van de woonkamer. Achter het huis een bouwvolume onder pannen zadeldak; een smalle gang verbindt dit bouwvolume met de werkkamer aan de binnenhof. Binnenhof met ommuring, pergola en tuinaanleg.

Waardering.

Het landhuis met uitbreidingen voor het architectenkantoor, binnenhof met ommuring, pergola en tuinaanleg is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorisch belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het architectenwoonhuis. Het is van architectuurhistorisch belang als specimen bij uitstek van de traditionalistische, aan de Delftse School verwante stijlopvattingen van de architect en de moderne invloeden in het latere oeuvre. Het is gaaf bewaard gebleven en als zodanig zeldzaam. Van belang vanwege de geschiedenis van de bouwkunst. Het landhuis met uitbreidingen en tuinaanleg is van bijzonder belang in het oeuvre van de Goirlese architect J. Bedaux.