Inleiding.

De CONCIERGEWONING annex GYMNASTIEKLOKAAL werd gebouwd in 1884-1885 naar ontwerp van architect C.P. van Genk. De stijl is die van de rijke Hollandse Neo-renaissance met elementen van Chaletstijl. De achtergevel van het gymnastieklokaal werd in 1950 deels uitgebroken en voorzien van een andere raamindeling. Sinds 1994 is het gymnastieklokaal verbouwd tot leslokaal.

Omschrijving.

Het eenlaagse gebouw heeft een samengestelde plattegrond en een samengesteld zadeldak waarop zwarte en rode kruispannen in ruitpatroon. De woning bevindt zich aan de zijde van de Stulemeijerlaan, het gymnastieklokaal is er deels aan verbonden, deels ernaast gebouwd. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen met natuursteen speklagen, dorpels, hoek- en sluitstenen in de vensterbogen. De oostgevel van het woonhuis heeft aan weerskanten een zesruits schuifvenster onder korfboog met metselmozaïek. In het midden bevindt zich een paneeldeur met smeedijzeren deurbeslag en een driedelig bovenlicht. Deze en de andere gevels zijn voorzien van gekrulde smeedwerk muurankers. Het dakoverstek rust op schoren, evenals de uitkragende bakstenen dakkapel met vakwerk boven de deur. De dakkapel heeft openslaande ramen en een zadeldak met overstek en sierhoutwerk. De naar de school gewende noordgevel bestaat uit een risaliet met topgevel links en een travee rechts daarvan. Beide delen hebben een zesruits schuifvenster, het eerste deel onder een rondboog, het tweede onder een korfboog. In de topgevel met sierhoutwerk een spleetvenster. In de langskap een kleine dakkapel. Op de nok staat een kleine schoorsteen, van vierkant overgaand in rond. De westgevel bezit links een als topgevel uitgebouwd bouwdeel, voorzien van twee schuifvensters onder rondboog. Rechts hiervan het op het gymnastieklokaal aansluitende deel met een laag doorgetrokken daklijn. Dit gedeelte met aansluitend een binnenplaatsje is voorzien van een paneeldeur en drie vensters. De zuidgevel van de woning is tegen het gymnastieklokaal aangebouwd. Achter de voordeur doorsnijdt een gang de woning, met aan het eind een deur die uitkomt op de plaats. Rechts een steektrap en daaronder een kelder met troggewelfjes rustend op stalen balkjes. Aan het eind rechts toegang tot de heden doorgebroken kamer en suite. Deze is voorzien van smalle houten sierbalken met afschuiningen. Tegen de achterwand staat een houten schouw met siersnijwerk. Links van de gang bevinden zich achtereenvolgens een grote woonkeuken en een badkamer, beide gemoderniseerd. Onder de plaats bevindt zich een gemetseld gewelf, welke diende als wateropslagplaats.

Het gymnastieklokaal heeft een vrijwel rechthoekige plattegrond onder een asymmetrisch zadeldak met kruispannen. De oostgevel heeft een lage aanbouw onder een lessenaardak. Het aan alle zijden overstekende dak rust op schoren. De nokken aan oost- en westzijde zijn voorzien van houtsierwerk. In de zuid- en oostgevel bevinden zich kleine vierkante ramen. In de topgevels en hoog in de noordgevel grote, vernieuwde vensters. In de westgevel bevindt zich links een reeks van vernieuwde vensters en rechts een vernieuwde entreepartij. In de topgevel is onder een getoogde boog een nieuw tuimelvenster geplaatst.

Het interieur van het voormalige gymnastieklokaal herinnert door het sterk verlaagde plafond niet meer aan de oorspronkelijke situatie.

Waardering.

De conciërgewoning met gymnastieklokaal heeft algemeen belang. Het pand heeft cultuurhistorische waarde als uitdrukking van een culturele ontwikkeling en vanwege de betekenis voor de typologie van de dienstwoning. Het heeft architectuurhistorische waarde vanwege de stijl en de plaats in het oeuvre van de architect. Daarnaast is het pand van belang vanwege het materiaalgebruik en de ornamentiek. De woning met gymlokaal heeft ensemblewaarde vanwege de situering, verbonden met de ontwikkeling van de stad en voor het aanzien daarvan. Het gebouw is belangrijk vanwege de gaafheid van het exterieur en de gedeeltelijke gaafheid van het interieur.