Inleiding

Het blokvormige vrijstaande BEDRIJFSPAND annex WOONHUIS staat tegenover het Boxmeerse station en is gebouwd omstreeks 1890.

Het is één van de eerste panden die bij de 'ijzeren baan' werden gebouwd. Het hoofdgebouw heeft een haakse achterbouw, eveneens daterend uit het einde van de negentiende eeuw. De detaillering heeft neo-gotische elementen. Omstreeks 1950 is tegen de gehele zuidelijke gevel van het complex een eenlaags aanbouw gezet, die buiten de bescherming valt. De oorspronkelijke gevel is daarbij gehandhaafd.

Omschrijving

Het tweelaags hoofdgebouw heeft een rechthoekige plattegrond en een zadeldak, belegd met oud Hollandse pannen. De handvorm bakstenen gevel, voorzien van een gepleisterde plint, heeft acht vensterassen. De gevel wordt afgesloten door een fries met gemetselde tandlijst. De tuitgevels van de zijgevels zijn voorzien van een gemetseld klimmend segmentboogfries, in de top een driepas vormend. Op de hoeken van het gebouw zijn ter hoogte van de goot doorstekende sierpijlers gemetseld. Op de nok van het dak staan drie schoorstenen. Achter het linkerdeel van de voorgevel, bestaande uit vijf vensterassen, ligt het woonhuis. Midden in dit deel van de gevel is een vleugelpaneeldeur met kussens, smeedijzeren deurroosters en bovenlicht, bereikbaar via een uit vier treden bestaande hardstenen trap. Links en rechts van de voordeur zijn tegen de muur twee smeedijzeren lantaarns uit omstreeks 1900 bevestigd. In de voorgevel van het woonhuis zijn uitsluitend T-schuifvensters met bovenlichten, bestaande uit glas-in-lood panelen geplaatst. In het zuidelijke gedeelte van het hoofdgebouw is het bedrijf gevestigd. In dit deel van de voorgevel zijn links een deur, waarboven een T-venster, en rechts vensters met ijzeren roedenverdeling, waarboven op de etage een opgeklampt laadluik, geplaatst. De noordelijke zijgevel van het hoofdgebouw is blind, terwijl in de zuidelijke gevel ter hoogte van de zolder twee rondboogvensters met ijzeren roedenverdeling zijn aangebracht. Op de etage is één van de blinde rondboognissen omstreeks 1930 doorgebroken. Tegen de achtergevel staat een forse eenlaags aanbouw onder zadeldak, voorzien van oud Hollandse pannen. Ook dit in plattegrond rechthoekige gebouw behoort tot het bedrijf en maakt deel uit van het oorspronkelijke bouwplan. De achtergevel is gepleisterd en voorzien van een muuranker, in de vorm van een andreaskruis. De witgeschilderde handvormbakstenen zijgevels zijn over de volle lengte tot ca. drie meter hoogte ingesloten door eenlaags moderne aanbouwen onder plat dak (ca. 1950, 1970). Voor het woonhuis ligt een kleine voortuin, voorzien van een smeedijzeren pijlpuntenhek. Aan de straatzijde staan een paardekastanje (ca. 2.3 meter stamdoorsnede) en een linde (ca.2 meter stamdoorsnede).

Waardering

Het bedrijfspand is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorisch belang als voorbeeld van de sociaal-economische ontwikkeling van de nijverheid door de aanleg van de spoorlijn en als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het meerlaags bedrijfsgebouw annex woonhuis. Het is architectuurhistorisch vanwege de stijl en de gotiserende ornamentiek. Het gebouw is tevens van belang vanwege de gaafheid van het exterieur. Het heeft ensemblewaarden in relatie tot de Stationsstraat met redelijk gave bebouwing.