Ceresstraat 13, Breda
Inleiding
Het KANTOORGEBOUW van de brouwerij 'De Drie Hoefijzers' dateert uit 1926-'27 en werd ontworpen in de stijl van de Nieuwe Haagse School en Art Déco, in opdracht van de directie, door het Bredase architectenbureau F.P. Bilsen & Zoon, in samenwerking met ir.
AM.J.J. Smits van Waesberghe. In december 1925 werd de bouw voor f 141.000,- aangenomen door M. Bakkeren uit Princenhage.
Het betonskelet van het centrale gedeelte van het kantoor, met onder meer trappenhuis, werd voor f 118.300,-uitgevoerd door de Bredasche Betonmaatschappij, die tevens voor f 35.000,- de betonnen funderingen vervaardigde. Veel van het natuursteen werd geleverd door Sermon Frères (Antwerpen).
Op 5 juni 1926 werd de eerste steen gelegd en anderhalf jaar later, op 17 december 1927 kon het gebouw in gebruik worden genomen.
Het gaaf bewaard gebleven interieur van het blokvormige pand is uitgevoerd in een zakelijke stijl met elementen van Art Déco.
Na 1945 heeft het gebouw intern geen grote wijzigingen ondergaan. Het uit 1927 daterende proeflokaal, ingericht als een Beierse 'Bierstube', alsmede de kapperssalon tegenover de commissarissenkamer, de dienstwoningen, de kleine vergaderzaal en de voormalige bibliotheek zijn als kantoorruimten in gebruik genomen. Tevens is over het algemeen de aankleding (deuren, lambriseringen, wand- en vloerbekleding) van de enkele kantoorvertrekken op de begane grond vereenvoudigd.
Omschrijving
Het onderkelderde gebouw heeft een rechthoekige plattegrond, meet 45 x 25 meter, telt deels één, deels twee en drie bouwlagen en wordt gedekt door een samenstel van platte daken. Het centrale deel van het gebouw heeft een skelet van gewapend betonnen kolommen en balken, waarin dito vloeren zijn gelegd.
De gevels zijn bekleed met gele baksteen in waalformaat, op een plint van syeniet.
Karakteristiek voor het symmetrisch opgezette gebouw zijn de in- en uitspringende blokvormige bouwmassa's, afgesloten met weinig overstekende betonnen luifels en deklijsten. In de voorgevel ligt de nadruk sterk op de hoog opgetrokken, centrale ingangspartij, bestaande uit een risaliet met de hoofdingang waarboven glas-in-lood ramen en een fors hoogreliëf van de hand van J. van Lunteren, voorstellende de beheersing en ordening van de elementen door de mens, toegespitst op het brouwbedrijf. De hoofdingang bestaat uit een in een portiek met getrapt gemetselde neggen geplaatste teakhouten vleugeldeur met bronzen stootplaten en deur- en bovenlicht met glas-in-lood vulling (H. de Rouw). Bijzonder zijn de boven de zijlichten geplaatste lantaarns (Atelier Gispen), met kleurig glas-in-lood.
De centrale ingangspartij word geflankeerd door tweelaagse kantoorgebouwen, met elk vier vensterassen. Op het linkerdeel was tot 1994 in bronzen kapitalen de tekst: "Kantoorgebouw".
Deze aanduiding is, in typografie naar oud model, vervangen door de tekst: "Interbrew Nederland". Links van de voordeur de eerste steen, voorzien van de inscriptie: "Dit gebouw / werd tot stand / gebracht door / de opvolgers / van den stichter / dezer industrie / ter herinnering / waarvan deze / gedenksteen / werd geplaatst / door diens / kleinzonen / Frans Smits Jzn / Frans Smits Fzn / Frans Smits CHzn / op den 5den Juni / 1926". De op de kantoorvleugels aansluitende drielaagse zijrisalieten springen op de begane grond iets uit in de rooilijn, maar wijken ter hoogte van de tweede bouwlaag fors terug. Hier zijn balkons toegepast. De opzet van de achtergevel correspondeert met die van de voorgevel, zij het dat het trappenhuis hier verder terug ligt van de rooilijn, de vensters breder zijn en aan de zijde van het brouwhuis een dienstingang is. Ook hier wordt de gevel van het trappenhuis bekroond door een hoogreliëf van Van Lunteren, hier eenvoudig met drie hoefijzers, gevat in een halve cirkel, met eronder het jaartal: "anno 1927". De kantoren op de begane grond zijn hier slechts éénlaags uitgevoerd, maar bij het leggen van de fundamenten werd rekening gehouden met de bouw van een tweede, en eventueel een derde bouwlaag.
Centraal in het interieur staat het forse trappenhuis, dat over de volle hoogte van het gebouw is ingericht. De begane grond wordt ingenomen door kantoor- en archiefruimten; de laatste met archiefkelder en oorspronkelijke kluisjes en dubbele, ingebouwde brandkast achter stalen schuifhekken (Fa. Lips, Dordrecht). Op de eerste verdieping zijn de verschillende directiekamers en de grote vergaderzaal gesitueerd, terwijl op de tweede verdieping (en een klein deel van de eerste) de dienstwoningen voor de bureauchef (westelijke zijde) en de conciërge (oostelijke zijde) een plaats vonden.
De indeling, alsmede de aankleding van het interieur is zeer gaaf bewaard gebleven, met name in de centrale hal, gangen en directie- en vergaderkamers. Binnen de bescherming vallen onder meer de vele natuurstenen en (marmer, hardsteen, syeniet) elementen zoals vloeren, treden, schoorsteenmantels en lambriseringen (waardoor nagenoeg het gehele betonnen skelet, alsmede de radiatoren aan het oog worden onttrokken), alsmede het tegelwerk, de armaturen van lampen en de kroonluchter (met inscriptie "geschenk van het personeel / 1887-1937"), de glas-in-lood ramen en -koepel, de bronzen afdeklijsten en de onder meer van teakhout vervaardigde lambriseringen, deuren en parketvloeren, naar ontwerpen van en uitgevoerd door onder meer: lambriseringen en meubilair; architect P. Bilsen (Breda), C. Kras van de Firma H. Pander (Den Haag): lamparmaturen; Atelier Gispen (Rotterdam), Atelier Winkelman (Amsterdam), Firma Van Gelder & Van Ginkel (Den Haag); glazenier H. de Rouw (Delft), Atelier De Oude Vest (Delft) en Atelier W. Bogtman (Haarlem): tegelwerk; Atelier De Porceleyne Flesch (Delft): smeedwerk: Firma Ringlever (Rotterdam): parketvloer; Firma Lachapelle (Breda).
Bijzondere aandacht verdient onder meer het vierdelige glas-in-lood raam van H. de Rouw in het trappenhuis, symboliserende de voor- en tegenspoed bij opbouwende arbeid, voorgesteld door de thema's "Licht en Vreugde", "Jeugd en Ouderdom", "Arbeid en Wijsheid" en "Duisternis en Smart". Onder dit venster, in een nis, het in brons uitgevoerde borstbeeld van F.H.M. Smits (door Prof. Bart van Hove, 1912), met op een marmeren plaquette in kapitalen de inscriptie "Den stichter / dezer industrie / ter / nagedachtenis / het / dankbare personeel / 1887-1912". Zeer bijzonder is de ajour bewerkte terra-cotta balustrade van de omloop van het trappenhuis op de eerste etage. Van belang zij ook de door het bankiershuis C. Ingen-Housz geschonken glas-in-lood vensters in de corridors van de parterre, met onder meer gerste-aren en de familiewapens.
In de gangen ligt de oorspronkelijke, geluiddempende Waltonlinoleum op rubberbasis. In de hoofddirectiekamer onder meer boven de smeedijzeren haard in marmeren mantel een spiegel, bekroond door een palissander houtsnijwerk, voorstellende drie hoefijzers. In de commissarissenkamer staat onder meer nog een deel van het oorspronkelijke meubilair (bureau, wandtafel, kleine tafel). Ook de schouw met open haard en de lambrizering van de vergaderkamer zijn authentiek. De glas-in-lood ramen in de bovenlichten van de vensters symboliseren de fysica, de mechanica en de biochemie. De corridors op de eerste etage zijn betegeld, deels met 'drie-hoefijzer'-motief, en hebben art-Déco ramen.
Vanuit de voormalige bibliotheek is via een bijzondere trap, ter beveiliging met scharnierende, opklapbare treden, de z.g. torenkamer toegankelijk, waar voorheen bijzondere persoonlijke stukken werden opgeslagen. Bijzonder zijn verder bouwkundige vernieuwingen, waaronder een centrale verwarming, die warm water uit de brouwerij betrok, de klokken op centrale voeding, het omroep-systeem met lichtsignalen, de dubbele sloten op de deuren, en verschillende roerende zaken, zoals paraplu- en asbakken, bij elke deur geplaatst. In verschillende toiletgroepen bevinden zich nog de oorspronkelijke porseleinen urinoirs.
Waardering
Het kantoorgebouw is van algemeen belang vanwege het type kantoorgebouw, uitgevoerd in een zowel in- als uitwendig bijzonder rijke vorm van Nieuwe Haagse School en Art Déco. Aan vormen en materialen is grote aandacht besteed. Zowel het uiterlijk van het gebouw als de indeling, de uitmonstering en de meubilering zijn gaaf bewaard gebleven en als zodanig is het pand één van de zeldzaamste voorbeelden van rijk uitgevoerde industriële kantoren van voor de crisis van 1929 in ons land. Tevens is het pand van belang als historisch, visueel en functioneel onderdeel van het complex. Tenslotte is het gebouw van belang vanwege de plaats in het oeuvre van de architect.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
OMSCHRIJVING
Inleiding Ten zuiden van de in 1862 aangelegde spoorlijn Breda-Tilburg is gesitueerd de BROUWERIJ 'De Drie Hoefijzers', anno 2003 Interbrew Nederland. Het beschermde complex bestaat uit vier onderdelen: de voormalige MOUTERIJ Ceres (1), uit omstreeks 1905, het KANTOORGEBOUW met dienstwoningen (2), daterende uit 1926-'27, het BROUWHUIS (3) uit 1927-'30 en de FABRIEKSSCHOORSTEEN (4) uit ca. 1905.
Omschrijving De gebouwen zijn gesitueerd op het overigens buiten de bescherming vallende bedrijfsterrein aan de Ceresstraat. Het kantoorgebouw, in een mengeling van Art Déco- en Nieuwe Haagse Schoolstijl, staat prominent aan de Ceresstraat met ten oosten daarvan het brouwhuis en de daaraan vast gebouwde mouterij. Ten noordoosten daarvan bevindt zich de schoorsteen.
De aanwezigheid van waterbronnen op het terrein, alsmede de gunstige infrastructurele ligging, deden de Bredase brouwersfamilie Smits in 1887 besluiten hun eeuwenoude brouwerij naar deze locatie aan de Ceresstraat te verplaatsen. Omstreeks 1920 maakte de brouwerij een snelle groei door, hetgeen geleid heeft tot de totstandkoming van het nieuwe kantoorgebouw en brouwhuis.
Het brouwproces omvat een reeks fasen, die in de beschermde gebouwen een afspiegeling vinden, namelijk voorbewerken van graan in de mouterij, vervolgens in het hoge brouwhuis menging met water in beslagkuipen waarbij zetmeel in vergistbare suikers wordt omgezet, vervolgens menging met hop en na koeling de verder vergisting in ketels, hierna lagering, filtering en afvulling.
Waardering
Het complex van brouwerij de Drie Hoefijzers (anno 2003 in gebruik bij Interbrew Nederland) is van algemeen belang vanwege: Architectuurhistorische waarden vanwege de diverse toegepaste bouwstijlen, -typen en -materialen, waarbij vooral de rijke bouwtrant (in- en uitwendig) van kantoor en brouwhuis opvalt; Cultuurhistorische waarden als voorbeeld van een brouwerij, gesitueerd nabij waterbronnen en spoorweg, waarvan het brouwproces in de gebouwen, hun onderlinge samenhang en zelfs de inventaris goed te volgen is; Ensemblewaarden, als onderdeel van de Bredase spoor- en singelzone, tot ontwikkeling gekomen na de slechting van de wallen; tevens vanwege de markante ligging van de gebouwen en de bakenfunctie van de schoorsteen; Gaafheid van het ensemble, zowel functioneel, historisch als materieel; Zeldzaamheid van dit soort ensembles, waarbij vooral kantoor en brouwhuis op landelijk niveau een vrijwel unieke positie innemen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Dienstwoning(K4) | Woningen en woningbouwcomplexen | Dienstwoning(K) | oorspronkelijke functie | – |
Kantoorgebouw | Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen | Handel en kantoor | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Ceresstraat | 13 | – | 4811 CA | Breda | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | B | 8893 | – | Breda |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1926 | 1927 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Bilsen en Zoon, F.P. Architectenbureau ; Noord-Brabant | architect / bouwkundige / constructeur | – |