De Koepel gevangenis, Breda
Inleiding
POORTGEBOUW, ontwerp uit 1883 van J.F. Metzelaar, ligt aan de oostkant van het terrein met de ingang aan de Nassausingel. De architect is bij zijn ontwerp geïnspireerd door de middeleeuwse kasteel- of stadspoort. De poort bevindt zich tussen twee zware robuuste torens verbonden met elkaar door een rondboog. De torens lopen taps toe met een uitkraging aan de bovenzijde volgens het idee van de uitkijkpost met kantelen naar middeleeuws voorbeeld. In de torens schietsleuven en vuurgaten. Tussen de torens grote deuren, waarboven een halfrond boogvormig houten grid, alsof een valhek kan worden neergelaten bij onraad. Alle onderdelen van de poort hebben een monumentale detaillering, waarbij overdadig gebruik van natuursteen.
Omschrijving
De toegang, bestaat uit een drielaags poortgebouw met een dubbele houten poortdeur en aan weerzijden daarvan een vooruitspringende toren. Het opgaande werk bestaat uit een hoge plint van gebouchardeerde hardstenen blokken op een trasraam in vlakke klinkers in moppenformaat groot 25 x 12,5 x 6,5 centimeter. Hierop metselwerk van handgevormde hardgrauwe moppen in kruisverband. De muren zijn platvol gevoegd met gesneden stootvoegen. In het metselwerk hardstenen speklagen op eerste en tweede verdieping. De hoeken van beide torens zijn tot de tweede hardstenen band uitgevoerd in staande blokken hardsteen afgewisseld met een smal liggend blok, alle voorzien van een kraalrand. Halverwege de tweede verdieping kraagt het metselwerk uit, ondersteund door een boogstelling rustend op geprofileerde hardstenen consoles. Tot aan deze uitkraging zijn de torens enigszins toelopend opgetrokken. Boven de uitkraging is het metselwerk loodrecht uitgevoerd. De torens zijn van boven beëindigd met een doorgaande geprofileerde hardstenen lijst, waarop gemetselde kantelen met hardstenen dekplaten zijn geplaatst.
In de linker toren rustend op de plint een smal venster. De dagkanten zijn evenals de strekken in hardsteen uitgevoerd. Als tegenhanger van dit venster is in de rechter toren een deuropening gemaakt. De dagkanten zijn evenals de strekken in hardsteen uitgevoerd. De deur is afgehangen aan rijkelijk versierde gehengen en voorzien van een ijzeren deurklopper. Tussen de twee doorlopende hardstenen speklagen zijn aan de voorzijde van beide poorten op het niveau van de eerste verdieping twee zogenaamde spleetvensters in vorm van schietsleuven aangebracht. Boven de tweede band zijn ter versiering drie "schietgaten" (te weten hardstenen blokken met een rond gat erin) aangebracht. In het vlak tussen de uitkraging en de hardstenen lijst onder de kantelen geven drie eenvoudige ankers het niveau van het platte dak aan. In beide dagkanten van de poortdoorgang zijn eveneens hardstenen "schietsleuven" ingemetseld.
In het terugliggende middenvlak ligt de dubbele hoofdpoort. Ook hier is een hardstenen plint toegepast. De dagkanten van de poortdoorgang zijn enigszins wijkend opgetrokken en uitgevoerd in staande blokken hardsteen afgewisseld met liggende blokken, alle voorzien van een kraalrand. In de poortdoorgang staan twee hardstenen schamppalen. Ter hoogte van de halfronde uitstekende waterlijst op het niveau van de eerste verdieping ligt de geboorte van de halfronde afsluiting van de doorgang met een enorme boog. Deze gemetselde boog is begrensd met een dubbele getoogde hardstenen band. Het metselwerk wordt beëindigd door kantelen met hardstenen afdekplaten. Deze afsluiting wordt gevormd door geprofileerde hardstenen blokken, in de dagkant voorzien van een kraalrand, die op het metselwerk de vorm van een flauwe spitsboog beschrijven. In de doorgang is ter hoogte van de eerder genoemde hardstenen waterlijst een eikenhouten ligger geplaatst. Een raster van staande eikenhouten deeltjes sluit de halfronde opening af. De aldus overgebleven rechte doorgang onder de ligger wordt afgesloten door dichte dubbele houten poortdeuren, versierd met gestileerde kussens. De deuren met ijzerbeslag zijn afgehangen met gehengen aan duimen in een houten kozijn. Midden boven de doorgang, rustend op een vooruitspringende rechte waterlijst, is een ca. 2 meter hoge wapensteen met het gepolychromeerde wapen van het Koninkrijk der Nederlanden geplaatst. Links en rechts hiervan wordt het metselwerk beëindigd door gemetselde kantelen afgedekt met hardstenen platen. Tegen de linker- en rechterkant van het poortgebouw sluit de nieuwe ringmuur aan op het blind uitgevoerde metselwerk. Dit metselwerk is in opbouw gelijk aan dat van de voorzijde uitgevoerd. De achterzijde van het poortgebouw is het metselwerk gelijk aan dat aan de voorzijde uitgevoerd.
In beide torens is een deuropening aangebracht met een houten kozijn en deur. De dagkanten zijn evenals de strekken in hardsteen uitgevoerd. Tussen de twee hardstenen banden in is recht boven de deuren in beide torens een smal dubbel venster. Boven de hardstenen band zijn ter versiering drie "schietgaten" aangebracht. In de flanken van de poortdoorgang in de buitenmuren van beide poorten een smal venster. De hardsteen in het poorgebouw komt uit de groeve van Escausine (België). Vanwege de functie van het gebouw zijn nagenoeg alle vensterpartijen aan de buitenzijde voorzien van tralies. De kozijnen, ramen en deuren van het poorgebouw zijn van grenenhout. De oorspronkelijke kleurstelling van de poortdeuren bestond waarschijnlijk uit donker geverniste deuren in lichtgrijze kozijnen en lichtgrijze ramen en kozijnen. Van het ijzerwerk werden de tralies lichtgrijs en de gehengen zwart geschilderd.
De voorhof wordt begrensd door de voorgevel van het administratiegebouw en een gedeelte van de ringmuur aan de westzijde; de ringmuur met de hier tegenaan gebouwde bergplaatsen aan de noord- en zuidzijde en de achterzijde van het poortgebouw met ringmuur aan de oostzijde.
Waardering
Het poortgebouw is van algemeen belang. Het maakt deel uit van een complex met cultuurhistorische waarden: het is van belang als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van de rechtspraak en de visie van de overheid op de omgang met gedetineerden in de late negentiende eeuw; het is van belang als bijzondere uitdrukking van de typologische ontwikkeling van de gevangenis met nevengebouwen, in het bijzonder de uitwerking van het panopticale type; het is van belang als bijzondere uitdrukking van de technische ontwikkeling van de constructies in ijzer en hout; het is van belang wegens de innovatieve waarde.
Het heeft architectuurhistorische waaren: het is van belang voor de geschiedenis van de architectuur en bouwtechniek vanwege de toepassing van voor de tijd geavanceerde technische mogelijkheden; het is van belang als voorbeeld van de toepassing van stijlelementen uit het verleden voor het representeren van de waardigheid van de rechtspraak en de gestrengheid in de bestraffing van gedetineerden juist bij het poortgebouw extra benadrukt door middel van torens, kantelen, schietgaten enzovoorts; het is van bijzonder belang in het oeuvre van de architecten J.F. en W.C. Metzelaar; het is van belang wegens de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp; het is van belang wegens de bijzondere samenhang tussen exterieur- en interieuronderdelen.
Het heeft ensemblewaarden: het is van belang als essentieel onderdeel van een groter geheel, de singelbebouwing en de stadsuitleg van Breda, die cultuurhistorisch, architectuurhistorisch en stedenbouwkundig van nationaal belang is; het heeft bijzondere betekenis, verbonden met de ontwikkeling van de stad en heeft tevens betekenis voor het aanzien van de stad.
Gaafheid/herkenbaarheid: het is van belang wegens de architectonische gaafheid van ex- en interieur; het is van belang wegens de architectonische kwaliteit en de samenhang van de samenstellende onderdelen (hoofd- en bijgebouwen, hekwerken, e.d.).
Zeldzaamheid: het is van belang als onderdeel van een belangwekkende en samenhangende typologische reeks van gebouwen die hiërarchisch gezien uiteenlopen van gevangenis en gerechtsgebouw tot dienstwoningen.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
GEVANGENIS- en voormalig GERECHTSHOFCOMPLEX uit 1883-93 in Neo-Renaissancestijl bestaande uit zeventien onderdelen:
I poortgebouw gevangenis
II administratiegebouw
III cellengebouw (koepelgevangenis)
IV dienstgebouw
V kerkgebouw
VI voormalige dienstwoning adj.gevangenisdirecteur
VII voormalige dienstwoning gevangenisdirecteur
VIII t/m XIII zes voormalige dienstwoningen voor gevangenisbewaarders
XIV voormalig Gerechtshof, nu kantoor voor de Raad voor de Kinderbescherming
XV voormalig Huis van Bewaring met cellenvleugel, nu Penitentiaire Inrichting voor Vrouwen
XVI voormalige dienstwoning directeur Huis van Bewaring
XVII voormalige dienstwoning adjunct-directeur Huis van Bewaring
Het gevangenisgedeelte, nu Penitentiaire Inrichting "De Boschpoort" genoemd, is ontworpen door de rijksbouwmeester Johan Frederik Metzelaar (1818-1897). Het ronde overkoepelde cellengebouw (III) in het vervolg "koepel" genoemd, is vrijwel identiek aan de koepelgevangenis in Arnhem. De aanbesteding van de Bredase koepel is op 20 februari 1883. Het werk is gegund aan de aannemers A.S. en J. Schaafsma uit Harlingen voor de bouwsom van f 538.480,00. De koepelgevangenis is in gebruik genomen op 15 augustus 1886. J.F. Metzelaar is in zijn ontwerp voor het ronde gevangenistype geïnspireerd door de ontwerpen van de Engelse broers Samuel en Jeremy Bentham (1748-1832) met respectievelijk het "Inspection House" uit 1785 en het "Panopticon". Het Engelse ontwerp heeft in eigen land geen toepassing gevonden. In Nederland is dit panopticumtype toegepast voor de gevangenissen van Arnhem (1882-86), Breda (1883-86) en in Haarlem (1899-1902). In 1985 wordt de gevangenis gerenoveerd, onder andere komt er een nieuw ingangsgebouw rechts naast het poortgebouw (I) aan de Nassausingel. Het administratiegebouw (II) wordt uitgebreid met twee eenlaagse paviljoens aan de zijkant van de voorhof. Rond het dienstgebouw (IV) wordt een U-vormige eenlaagse nieuwbouw opgetrokken. In dezelfde tijd krijgt het gerechtshof (XI) op de hoek van de Nassaulaan en Kloosterstraat een andere functie. Nu bevindt zich hier de Raad voor de Kinderbescherming.
Het Huis van Bewaring met de cellenvleugel aan de Kloosterstraat wordt een Penitentiaire Inrichting voor Vrouwen. De twaalf omliggende dienstwoningen van het complex zijn dan inmiddels als zodanig niet meer in gebruik. De twee directiewoningen van het Huis van Bewaring aan de Kloosterstraat worden bij de gevangenis getrokken.
De voormalige ingang van de gevangenis bestaat uit een poortgebouw met twee monumentale torens, waartussen een houten dubbele poortdeur is aangebracht. In de torens bevonden zich de portierskamer en het wachtvertrek voor bezoekers. Achter het poortgebouw bevindt zich de voorhof met het administratiegebouw. Het administratiegedeelte is met de koepel verbonden door een gang op beide verdiepingen.
Het Gerechtshof (Arrondissementsrechtbank) en het Huis van Bewaring zijn ontworpen door Willem Cornelis Metzelaar (1848-1918) zoon van de rijksbouwmeester. De aanbesteding van dit gedeelte van het complex is op 16 december 1890. Het werk is gegund aan de aannemer B.W. Blecourt uit Almelo voor de bouwsom van f 229.975,00. Het wordt op 15 augustus 1892 in gebruik genomen. Op 4 september 1893 wordt het Gerechtshof officieel geopend door de president van de rechtbank, mr. B. Hulshoff.
Omschrijving
De koepel ligt binnen een hoge rondgaande ringmuur uit 1965.
De oude muur stond op dezelfde plaats, deze was echter minder hoog. De ingang bevindt zich aan de Nassausingel in een poortgebouw. Hierachter ligt het administratiegebouw, door een voorhof gescheiden van het poortgebouw. De koepel is via een gang aan de oostkant verbonden met het administratiegebouw en met het dienstgebouw aan de westkant. Aan de zuidoostkant op het terrein ligt het kerkgebouw.
De vrijstaande dienstwoningen liggen buiten de ringmuur. De dienstwoningen van directeur en adjunct-directeur flankeren het poortgebouw aan de Nassausingel. Zes bewaarderswoningen liggen aan de noordkant van de gevangenis aan de Nassaustraat.
Het Gerechtshof (Arrondissementsrechtbank) en het Huis van Bewaring liggen aan de andere kant van de gevangenis aan de Kloosterlaan en Nassaustraat. De bijbehorende cellenvleugel in de Kloosterlaan gaat gedeeltelijk schuil achter de dienstwoningen behorende bij het Huis van Bewaring van directeur en adjunct-directeur. De cellenvleugel heeft een uitbreiding uit 1970 in de stijl van W.C. Metzelaar. Rond de cellenvleugel eveneens een nieuwe hoge rondgaande ringmuur uit 1965. De beide ringmuren rond de gevangenis en het Huis van Bewaring en het nieuwe ingangsgebouw behoren niet tot de bescherming.
Waardering
De gevangenis met het voormalig gerechtshofcomplex is van algemeen belang. Het geheel heeft cultuurhistorische waarden: het is van belang als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van de rechtspraak en de visie van de overheid op de omgang met gedetineerden in de late negentiende eeuw; het is van belang als bijzondere uitdrukking van de typologische ontwikkeling van de gevangenis met nevengebouwen, in het bijzonder de uitwerking van het panopticale type; het is van belang als bijzondere uitdrukking van de technische ontwikkeling van de constructies in ijzer en hout; het is van belang wegens innovatieve waarde. Het complex heeft architectuurhistorische waarden: het is van belang voor de geschiedenis van de architectuur en bouwtechniek vanwege de toepassing van voor de tijd geavanceerde technische mogelijkheden; het is van belang als voorbeeld van de toepassing van stijlelementen uit het verleden voor het representeren van de waardigheid van de rechtspraak en de gestrengheid in de bestraffing van gedetineerden; het is van bijzonder belang in het oeuvre van de architecten J.F. en W.C.
Metzelaar; het is van belang wegens de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp; het is van belang wegens de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieuronderdelen. Het complex heeft ensemblewaarden: het is van belang als essentieel onderdeel van een groter geheel, de singelbebouwing en de stadsuitleg van Breda, die cultuurhistorisch, architectuurhistorisch en stedebouwkundig van nationaal belang is; het heeft bijzondere betekenis wegens de situering, verbonden met de ontwikkeling van de stad en heeft tevens betekenis voor het aanzien van de stad. Gaafheid/herkenbaarheid: het complex is van belang wegens de architectonische gaafheid van ex- en interieur; het is van belang wegens de architectonische kwaliteit en de samenhang van de samenstellende onderdelen (hoofd- en bijgebouwen, hekwerken, e.d.). Zeldzaamheid: het is van belang als voorbeeld van een belangwekkende en samenhangende typologische reeks van gebouwen die hiërarchisch gezien uiteenlopen van gevangenis en gerechtsgebouw tot dienstwoningen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Gerechtsgebouw(EX3) | Bestuursgebouwen, rechtsgebouwen en overheidsgebouwen | Gerechtsgebouw(E) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Nassausingel | 26 | – | 4811 DG | Breda | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | B | 9511 | – | Breda |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1890 | 1890 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Metzelaar, J.F. ; Noord-Brabant | architect / bouwkundige / constructeur | – |