Johannes de Doperkerk, Leeuwarden
Inleiding
ROOMS KATHOLIEKE KERK, deel uitmakende van complex met PASTORIE, gewijd aan Johannes de Doper, gebouwd op initiatief van pastoor J.B.H.A.M. Tepe door H.P.J. de Vries uit Rotterdam in 1932-'34 met medewerking van Arjen Witteveen uit Leeuwarden. Kerk, pastorie en twee scholen zijn gelegen aan een ruim plein en vormden een moderne variant van een katholieke enclave. Een der scholen is afgebroken en de andere, waarin ook een zusterhuis was gevestigd, is van bestemming veranderd. Ook de pastorie onderging dit lot. De stijl is een mengeling van traditionele elementen, Delftse School en Scandinavische invloeden. Het traditionele komt o.a. tot uitdrukking in het materiaalgebruik, steunberen, de spitsboogvensters en de zadeldaktorens. De ruige baksteenbehandeling (o.a. mondsteen) met diepliggende voeg vertoont invloeden van het Expressionisme. De stalen kozijnen van de pastorie verraden belangstelling voor het Nieuwe Bouwen en Dudok. Mogelijk is de architect ook geïnspireerd door de Grundvigskerk in Kopenhagen (1920-1940) van Peter Jensen Klint, in het bijzonder door de reeksen klimmende spitsboogvensters. Is de vormgeving traditioneel, de liturgische inrichting is zeer eigentijds, zelfs experimenteel te noemen. Het is een christocentrische kerk, waarbij het altaar in de viering staat op een anderhalve meter hoog podium. De kerkgangers zitten er in drie bankenblokken omheen. Achter het altaar is het koor en het orgel geplaatst. De kerk heeft 800 zitplaatsen. De kerk onderging alleen zeer geringe wijzigingen, die zich hoofdzakelijk beperkten tot het priesterkoor. De doorgang van de kerk naar de pastorie werd dichtgezet toen de pastorie een kantoorfunctie kreeg.
Omschrijving:
PLATTEGROND: Kruisvormige plattegrond met een breed, driebeukig schip, eenbeukig transept en een ondiep 'koor` met sacristie in de noordwesthoek. De kerk is niet georiënteerd: Het 'koor` is naar het noorden gericht. De sacristie is opgenomen in een laag tussenlid tussen kerk en pastorie, dat vlak gedekt is. Aan de westzijde van de sacristie ligt de pastorie, die d.m.v. een gang hiermee verbonden is. Het schip is vier traveeën diep, de transeptarmen elk drie. De voorgevel wordt geflankeerd door twee torens en heeft een voorgeplaatst laag ingangsportaal. Er zijn twee kapellen te weerszijden van de ingang en twee te weerszijden van het `koor'. Het `koor' is in dit geval niet de plaats van het altaar maar van het zangkoor en het orgel. Het altaar staat in de viering.
EXTERIEUR: De kerk is opgebouwd uit ruige bonte klinkers, gemengd met mondsteen. De daken zijn belegd met speciaal gebakken grote rode romeinse pannen. Alle openingen zijn spitsbogig. Twee zadeldaktorens van ongelijke hoogte flankeren de hoofdingang, die geplaatst is in een voorgebouwd portaal met eigen bekapping. De deuren zijn omgeven met profielen in de vorm van veelvuldig herhaalde koppenlagen. De gevel van het portaal wordt geschraagd door drie maal versneden steunberen. Soortgelijke beren bevinden zich aan het schip en het transept. Ze zijn karakteristiek door hun nadrukkelijke zwaarte, hetgeen nog wordt versterkt door de bakstenen afdekkingen. De gevels van de zadeldaktorens, transepten, viering en `koor' hebben schouders met gemetselde bakstenen ezelsruggen. De achtergevel is op een reeks lancetvensters beneden en een mandorlavormig venster bovenin na geheel gesloten. Door de lage aanzet van de kappen maakt de kerk een gedrongen indruk, maar door de torens en de hoog opgetrokken viering is het silhouet zeer levendig.
INTERIEUR: Het interieur wordt beheerst door gele friese steen, hier en daar verlevendigd met biezen van groen geglazuurde steen en een in hout uitgevoerde ziende bekapping, verlicht door felgekleurde ramen. In het basilicale schip worden de beuken van elkaar gescheiden door segmentbogen, die rusten op korte gedrongen zuilen van gepolijste rode Schijlander en kapitelen van rose Schwarzwaldgraniet. De lichtbeuk heeft drie lancetvensters per travee. Daarboven loopt een uitkragende expressief opgevatte lijst. Het middenschip heeft een ziende houten bekapping van 14 m overspanning. De spanten rusten op nadrukkelijk zware natuurstenen consoles. De zuidwand bevat behalve de ingang de toegang tot twee kapellen: de doopkapel en een kapel, gewijd aan Maria van Altijddurende Bijstand. De kapellen hebben spitsbogige toegangen, afgesloten door decoratieve hekwerken. Bovenin de wand zitten klimmende lancetvensters. Een spitsbogige triomfboog scheidt het schip van de viering. De zijbeuken zijn relatief smal. Ze hebben gemetselde spitsbogige scheibogen en een balkenplafond. Er staan geen banken. Ze hebben een functie als verkeersruimten en bieden o.a. toegang tot de biechtstoelen en de kapellen en vormen een processiegang. In de zeer ruime viering staat een anderhalve meter hoog podium, waarop het altaar staat. Op drie zijwanden van het podium zijn de kruiswegstaties aangebracht in opalinetechniek van Joep Nicolas. De viering is hoger opgetrokken dan de rest en heeft een verlichting van bovenaf d.m.v. reeksen lancetvensters, die gevuld zijn met gekleurd glas. De transeptarmen zijn even breed als het middenschip, maar de bekapping zet lager aan. Ze worden alleen verlicht door reeksen kleine vensters in de benedenzone en in de sluitgevels en zijn aanzienlijk donkerder dan het middenschip. Achter het podium bevindt zich een ondiepe ruimte voor het orgel en de zangers. Het orgel is in 1941 gebouwd als opus 132 door L. Verschueren uit Heijthuizen. Het heeft een electropneumatische tractuur, twee klavieren, een vrij pedaal, 10 registers en enkele speelhulpen. Het is een karakteristieke, geheel ongewijzigde vertegenwoordiger van de "Orgelbewegung" en heeft als zodanig zeldzaamheidswaarde. De open kas heeft een gecontourneerd pijpenveld, dat een mandorlavormig venster in de achterwand vrijlaat en vormt een onverbrekelijk element in het totaalconcept van de kerkruimte. Te weerszijden van de koorruimte bevinden zich kapellen met glas-in-loodramen van Nicolas.
MEUBILAIR ETC. De liturgische inventaris bleef vrijwel geheel bewaard en onderging slechts kleine wijzigingen, zoals het verplaatsen van het tabernakel. In het middenschip en de transeptarmen bevinden zich eenvoudige bankenblokken met middenpad. In de toren hangt een luidklok van Petit en Fritsen uit 1949, ter vervanging van een door de bezetter geroofd exemplaar en heeft geen monumentale waarde.
Waardering:
Kerk van algemeen architectuurhistorisch, cultuurhistorisch en liturgiehistorisch belang:
- vanwege de architectuur, die traditionele en verschillende andere invloeden aan elkaar knoopt;
- vanwege de verregaande mate van ongereptheid van exterieur en interieur;
- vanwege de bijzondere liturgische dispostie van de kerk met het altaar op een podium in de viering en wijde schepen naar christocentrische opvattingen en de plaats en uitvoering van de kruiswegstaties;
- vanwege het orgel, een gave representant van de "Orgelbewegung", dat als zodanig zeldzaamheidswaarde heeft. Dit wordt nog versterkt door de open kas, die een onverbrekelijke eenheid vormt met het totaalconcept van het kerkinterieur;
- vanwege de ligging aan een restant plein en de samenhang met pastorie en voormalige school met zustershuis.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
ROOMS KATHOLIEKE KERK MET PASTORIE, gewijd aan Johannes de Doper, gebouwd op initiatief van pastoor J.B.H.A.M. Tepe door H.P.J. de Vries uit Rotterdam in 1932-'34 met medewerking van Arjen Witteveen uit Leeuwarden. Kerk, pastorie en twee scholen waren tot stand gekomen aan een ruim plein en vormden een moderne variant van een katholieke enclave. Een der scholen is afgebroken en de andere, waarin ook een zustershuis was gevestigd, is van bestemming veranderd. Ook de pastorie onderging dit lot. De pastorie valt wel, de school niet onder de bescherming.
De stijl is een mengeling van traditionele elementen, Delftse School en Scandinavische invloeden. Het traditionele komt o.a. tot uitdrukking in het materiaalgebruik, steunberen, de spitsboogvensters en de zadeldaktorens. De ruige baksteenbehandeling (o.a. mondsteen) met diepliggende voeg vertoont invloeden van het Expressionisme. De stalen kozijnen van de pastorie verraden belangstelling voor het Nieuwe Bouwen en Dudok. Deze laatste modernistische invloeden zijn vooral in de pastorie te bespeuren. Mogelijk is de architect voor wat de kerk betreft ook geinspireerd door de Grundvigskerk in Kopenhagen (1920-1940) van Peter Jensen Klint, in het bijzonder door de reeksen klimmende spitsboogvensters. Is de vormgeving traditioneel, de liturgische inrichting is zeer eigentijds, zelfs experimenteel te noemen. Het is een christocentrische kerk, waarbij het altaar in de viering staat op een anderhalve meter hoog podium. De kerkgangers zitten er in drie bankenblokken omheen. Achter het altaar is het koor en het orgel geplaatst. De kerk heeft 800 zitplaatsen en omvat verder een sacristie en een ruime pastorie met een tuin. De kerk onderging alleen zeer geringe wijzigingen, die zich hoofdzakelijk beperkten tot het priesterkoor. De doorgang van de kerk naar de pastorie werd dichtgezet toen de pastorie een kantoorfunctie kreeg. Het ontwerp voorzag ook in een rechthoekige vijver met tuin ten zuidwesten van de pastorie. Vijver en tuin bestaan nog steeds.
Omschrijving
EXTERIEUR: De Johannes de Doperkerk vormt met de pastorie een sterke architectonische en stedenbouwkundige eenheid. Ook nu delen van het complex en ingerichte omgeving sterk zijn veranderd met vooral een volumineus en architectonisch zeer dominant nieuw schoolcomplex, hebben kerk en pastorie hun bijzondere betekenis behouden.
De kruisvormige kerk met driebeukig schip, eenbeukig transept, ondiep koor - geflankeerd door kapellen - met sacristie in de noordwesthoek en een laag ingangsportaal - eveneens geflankeerd door kapellen - die samen een front vormen dat geflankeerd wordt door een hoge en een lage toren met dwarsgeplaatste zadeldaken vormen een ruimtelijk buitengewoon levendig geheel, nog versterkt door de pastorie die weer westelijk tegen de sacristie is gebouwd. Kerk en pastorie zijn gebouwd van ruige bonte klinkers met onder meer mondsteen en de daken zijn gedekt met speciaal gebakken grote rode romeinse pannen. De lichtopeningen zijn in de kerk in traditionele vormen en materialen uitgevoerd; die in de pastorie zijn modernistisch, waardoor het verschil in functie in vorm en materiaal zichtbaar is geworden.
De tuin vertoont nog in grote lijnen de oorspronkelijke aanleg met een vierkante vijver en een aantal bomen uit de bouwtijd, zoals notenboom, taxus baccata, roodbladige kers, meidoorn, wilg, abeel en tot boom uitgegroeide vlier. Het zuidelijke gedeelte van de tuin rechtvaardigt bescherming van rijkswege.
INTERIEUR: Het contrast van kerk en pastorie is eveneens in de interieurs terug te vinden: de kerk heeft weliswaar een ruimtelijk concept dat tamelijk nieuw is, maar de detaillering en inrichting laat allerlei traditionalismen zien; de pastorie is toch vooral een eigentijdse moderne woning zonder verwijzingen naar traditie van de kerkelijke architectuur.
Waardering:
Het complex van kerk met pastorie en tuin zijn van algemeen architectonisch, cultuurhistorisch en stedenbouwkundig belang
- vanwege de architectuur, die traditie en andere invloeden aan elkaar knoopt; met een opmerkelijk contrast tussen de traditie van de kerk en enig modernisme van de pastorie;
- vanwege de hoge mate van gaafheid van ex- en interieurs;
- vanwege de opmerkelijke ligging aan het restant van het plein als belangrijkste elementen van de voorheen uitgebreidere katholieke enclave en het zuidelijke gedeelte van de tuin, dat nog een redelijke mate van oorspronkelijkheid bezit.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Kerk | Religieuze gebouwen | Kerk en kerkonderdeel | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Agora | 4 | – | 8934 CJ | Leeuwarden | vh.: Huizumerlaan 23, Huizum | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Religieuze gebouwen | Kerk en kerkonderdeel | – | Kruisbasiliek |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | B | 6255 | – | Huizum |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1932 | 1934 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Vries, H.P.J. de ; Stad Leeuwarden | architect / bouwkundige / constructeur | – |
Witteveen, Arjen ; Stad Leeuwarden | architect / bouwkundige / constructeur | – |
Verschueren, L. ; Stad Leeuwarden | orgelmaker | – |
Nicolas, Joep ; Stad Leeuwarden | glazenier | – |
Nicolas, Susanne ; Stad Leeuwarden | glazenier | – |