Harlingerstraatweg 29, Leeuwarden
Inleiding
VILLA Harlingerstraatweg 29 deel uitmakend van een COMPLEX van tien villa's in houtskeletbouw, Harlingerstraatweg 29-41 en Engelsestraat 2-6, gebouwd in de winter van 1922-'23 in de Chalet-stijl. De ontwikkelaar was K. Wits, directeur van de N.V. Maatschappij tot huizenexploitatie Frisia en J. Scheltema de uitvoerende en toezichthoudende architect. De woningen werden als bouwpakket uit Oostenrijk betrokken, voor Leeuwarden een vroeg voorbeeld van standaardbouw voor dit type woning. Het ontwerp werd geleverd door de producent, de `Vereinigte Möbel- & Holtzwarenfabriken u. Sägewerke Schönthaler - Silva' uit Wenen. Wel hebben er vergeleken bij de tekening van de bouwaanvraag enkele wijzigingen plaatsgevonden. Op de tekening is de kap aan de voorzijde afgewolfd; uitgevoerd zijn topgevels met flink overstekend zadeldak. Bovendien kregen alle woningen aan de zijkant bij de achterkamers trapeziumvormige erkers met balkons voor de verdieping. Het kunnen wijzigingen van Scheltema zijn. De bouwsom van de in Oostenrijk geprefabiceerde en in elementen naar de bouwplaats vervoerde villa's bedroeg, inclusief transportkosten, per stuk iets meer dan f 9000,=. Van binnen is de woning vooral op de begane grond verbouwd; het exterieur is nog nagenoeg gaaf.
Omschrijving
EXTERIEUR: De villa is gebouwd in houtskelet met houten wanden. De vooral liggende houten delen, met veer en groef in elkaar gestoken, zijn in stijl- en regelwerk opgenomen. Met het flink overstekende zadeldak heeft de villa een duidelijk uitheemse Chalet-stijl.
De woning heeft een rechthoekige plattegrond en is twee volledige lagen en een ruime kap hoog, aan de achterzijde is over de volle breedte een volume van één laag met een lezenaarskap aangebouwd, waarin de serre (in het ontwerp veranda genoemd) en de bijkeuken zijn ondergebracht. In de oorspronkelijke achtergevel zijn drie vensters met kleine roeden en een glasdeur vervangen door een glaspui. Het zadeldak heeft aan voor- en achterzijde flinke overstekken en is gedekt met rode, gegolfde Friese pannen. Op de dakschilden staan aan beide zijden vrij gesloten, houten dakkapellen met kleine kruisvenstertjes. Aan de voorzijde op de begane grond is in het midden een trapeziumvormige erker uitgebouwd, waarop voor de verdiepingen een balkon kwam. Ook aan de zijkant van de achterkamer is zo'n erker met balkon uitgebouwd. In de geveltoppen zijn de houten delen vertikaal verwerkt in de topjes en de zijkanten. Voor-en achtergevels zijn met ruime vensters geopend, beneden stolpramen met bovenlichten voorzien van kruislingse roeden. Op de verdieping staan tweelichtsvensters met kleine roedenverdeling; de balkondeuren worden geflankeerd door enkelvoudige vensters van dit type. Hier zijn ze voorzien van luiken. De zijgevels hebben een onregelmatige geleding met grote en kleine vensters, eveneens voorzien van kleine roedenverdelingen. In een aantal woningen zijn de roedenverdelingen verdwenen, maar alle hebben nog de bovenlichten met kruislingse roeden.
Op de ingekleurde ontwerptekening is het houtwerk in licht bruin en donker beige aangegeven; oude (zwart-wit) foto's doen vermoeden dat de woning inderdaad in middentonen geschilderd is geweest. Thans zijn de wanden donkerbruin; het stijl- en regelwerk is wit en de kozijnen, ramen, luiken en deuren wit/donkergroen. Die aanpak in grote lijnen is op onderdelen levendig gedetaillerd. De balkons bezitten platte, vaasvormige balusters en ballen op de hekpalen. In de voorgeveltop eindigen de verticale delen in schijfvormen, mogelijk voor de afdrup, die bij de meeste woningen contrastrijk zijn geschilderd. In de voorgeveltop zijn aan de zijkanten op de punt staande vierkante ornamenten aangebracht en in de top dergelijke ornamenten die een ruitje kregen.
INTERIEUR: De woningindeling op de beganegrond bestaat oorspronkelijk aan de voorkant uit een kleine vestibule, een hal waar trappenhuis en garderobe/toilet op uitkomen. De vestibule is weggehaald en bij de gang getrokken. Naast de toegangspartij ligt een brede voorsalon. De suitepui is verdwenen, maar de ruimtelijke indeling is nog te ervaren omdat de achterkamer iets smaller is. De achterkamer opende zich oorspronkelijk naar de serre met opnieuw suitedeuren tussen kasten; ook die is verdwenen en de ruimte bij de achterkamer getrokken. Naast de achterkamer ligt een ruime keuken met provisiekast en daarachter,in de aanbouw, de bijkeuken. De opmerkelijk gemakkelijke, luie trap leidt naar de verdieping; de trap is net als het overloop en de trap naar de tweede verdieping voorzien van leuningen met balusters. Op de verdieping zijn drie slaapkamers ondergebracht; de twee die in elkaars verlengde liggen hebben oorspronkelijk een verbindingsdeur in een kastenwand. De tussenwand met verbinding is veranderd. Op de verdieping zijn de oorspronkelijke paneeldeuren nog aanwezig. Onder de kap liggen twee slaapkamers met ingebouwde kasten aan een van de zijkanten en een kabinet.
WAARDERING
De houten villa is van algemeen historisch, architectuurhistorisch en stedenbouwkundig belang
- vanwege de voor die tijd zeldzaam voorkomende, uit het buitenland geïmporteerde houten systeembouw, die waarschijnlijk verband houdt met de krapte en duurte van baksteenmateriaal;
- vanwege de daardoor in het bestaande architectonische beeld opmerkelijk exotische Chalet-Stijl van de uitwendig gave, inwendig meestal aangepaste woningen;
- als element in de levendige, maar niet onrustige stedenbouwkundige groepering van de tien villa's op en nabij een ruim kruispunt.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
COMPLEX van TIEN VILLA'S in houtskeletbouw en in de Chalet-stijl, waarvan zeven aan de Harlingerstraatweg en drie aan de Engelsestraat in de winter van 1922-'23 zijn gebouwd. Op 4 juli 1922 verzochten K. Wits en J. Scheltema de gemeente elf houten villa's aan de Harlingerstraatweg en Engelsestraat te mogen bouwen. Wits was directeur van de N.V. Maatschappij tot huizenexploitatie Frisia; Scheltema uitvoerend en toezichthoudend architect, want de woningen werden als bouwpakket uit Oostenrijk betrokken. Het is voor Leeuwarden een vroeg voorbeeld van standaardbouw voor dit type woning. Het ontwerp werd geleverd door de producent, de `Vereinigte Möbel- & Holtzwarenfabriken u. Sägewerke Schönthaler - Silva' uit Wenen. Wel hebben er vergeleken bij de tekening van de bouwaanvraag enkele wijzigingen plaatsgevonden. Op de tekening is de kap aan de voorzijde afgewolfd; uitgevoerd zijn topgevels met flink overstekend zadeldak. Bovendien kregen alle woningen aan de zijkant bij de achterkamers trapeziumvormige erkers met balkons voor de verdieping. Het kunnen wijzigingen van Scheltema zijn. De Schoonheidscommissie was vol lof over de woningen, maar zij meende wel dat ze niet in één rij gezet moesten worden. Ze zijn inderdaad iets verschoten ten opzichte van elkaar geplaatst. Brandgevaar bij deze houten woningen deed de Inspecteur van het Woningtoezicht aanmerken dat de onderlinge afstand van de huizen van 5 meter wel groter kon zijn. Directeur van Gemeentewerken L.H.E. van Hylckama Vlieg schreef op 19 juli 1922 aan B&W: "Indien uw College voor dit geval geen bezwaren tegen houtbouw laat gelden, wellicht mede op grond van de overweging, dat elke bouwwijze, die kan bijdragen aan de nog steeds te hoge steenprijzen enz. te doen dalen, gesteund moet worden, is geen enkel bezwaar om het gevraagde terrein aan den Harlingerstraatweg in erfpacht af te staan". De bouwsom van de in Oostenrijk geprefabiceerde en in elementen naar de bouwplaats vervoerde villa's bedroeg, inclusief 10% transportkosten, per stuk iets meer dan f9000,=. De meest westelijke villa aan de Harlingerstraatweg is in de jaren-dertig afgebroken.
Omschrijving
EXTERIEUR: De villa's staan aan de Harlingerstraatweg in een rij van zeven (oospronkelijk acht) waarvan de middelste vier teruggerooid zijn en aan de Engelsestraat in een uitgelijnd rijtje van drie. De woningen zijn gebouwd in houtskelet met houten wanden. De vooral liggende houten delen, met veer en groef in elkaar gestoken, zijn in stijl- en regelwerk opgenomen. Met de flink overstekende zadeldaken hebben de villa's een duidelijk uitheemse Chalet-stijl.
De woningen hebben rechthoekige plattegronden en zijn twee volledige lagen en een ruime kap hoog, aan de achterzijden zijn over de volle breedte volumes van één laag met een lezenaarskap aangebouwd, waarin serre's (in het ontwerp veranda's genoemd) en bijkeukens zijn ondergebracht. De zadeldaken hebben aan voor- en achterzijde flinke overstekken en zijn gedekt met rode, gegolfde Friese pannen. Op de dakschilden staan aan beide zijden vrij gesloten, houten dakkapellen met kleine kruisvenstertjes. Aan de voorzijde zijn op de begane grond in het midden trapeziumvormige erkers uitgebouwd, waarop voor de verdiepingen balkons kwamen. Ook aan de zijkant van de achterkamer kwamen zulke erkers met balkons. In de geveltoppen zijn de houten delen vertikaal verwerkt in de topjes en de zijkanten. Voor- en achtergevels zijn met ruime vensters geopend, beneden stolpramen met bovenlichten voorzien van kruislingse roeden. Op de verdieping meest tweelichtsvensters met kleine roedenverdeling; de balkondeuren geflankeerd door enkelvoudige vensters van dit type. Hier zijn ze alle voorzien van luiken. De zijgevels hebben een onregelmatige geleding met grote en kleine vensters, eveneens voorzien van kleine roedenverdelingen. In een aantal woningen zijn de roedenverdelingen verdwenen, maar alle hebben nog de bovenlichten met kruislingse roeden.
Op de ingekleurde ontwerptekening is het houtwerk in licht bruin en donker beige aangegeven; oude (zwart-wit) foto's doen vermoeden dat ze inderdaad in middentonen geschilderd zijn geweest. Thans zijn de wanden donkerbruin; het stijl- en regelwerk is wit en de kozijnen, ramen, luiken en deuren wit/donkergroen. Die aanpak in grote lijnen is op onderdelen levendig gedetailleerd. De balkons bezitten platte, vaasvormige balusters en ballen op de hekpalen. In de geveltop eindigen de verticale delen in schijfvormen, mogelijk voor de afdrup, die bij de meeste woningen contrastrijk zijn geschilderd. In de geveltoppen zijn aan de zijkanten op de punt staande vierkante ornamenten aangebracht en in de geveltop dergelijke ornamenten die een ruitje kregen.
INTERIEUR: De woningindeling op de beganegrond bestaat oorspronkelijk aan de voorkant uit een kleine vestibule, een hal waar trappenhuis en garderobe/toilet op uitkomen. De vestibule is bij veel woningen weggehaald of vergroot. Naast de toegangspartij ligt een brede voorsalon. Bij de meeste woningen is de suitepui verdwenen. De achterkamer opent zich oorspronkelijk naar de serre met opnieuw suitedeuren tussen kasten. In alle woningen is de serre bij de achterkamer getrokken, soms na vergroot te zijn. Naast de achterkamer ligt een ruime keuken met provisiekast en daarachter,in de aanbouw, de bijkeuken. Bij veel woningen zijn keuken en bijkeuken bij elkaar getrokken. De opmerkelijk gemakkelijke, luie trap leidt naar de verdieping; de trap is net als de overloop en de trap naar de tweede verdieping voorzien van leuningen met balusters. Op de verdieping zijn drie slaapkamers ondergebracht; de twee die in elkaars verlengde liggen hebben een verbindingsdeur in een kastenwand. In de meeste woningen is de tussenwand met verbinding veranderd, maar zijn op de verdieping de oorspronkelijke paneeldeuren nog wel aanwezig. Onder de kap liggen twee slaapkamers. In de meeste woningen bezitten die nog ingebouwde kasten aan een van de zijkanten en een kabinet.
WAARDERING
Het complex van tien houten villa's is van algemeen historisch, architectuurhistorisch en stedenbouwkundig belang vanwege
- de voor die tijd zeldzaam voorkomende, uit het buitenland geïmporteerde houten systeembouw, die waarschijnlijk verband houdt met de krapte en duurte van baksteenmateriaal;
- de daardoor in het bestaande architectonische beeld opmerkelijk `exotische' Chalet-Stijl van de uitwendig gave, inwendig meestal aangepaste woningen;
- de levendige, maar niet onrustige stedenbouwkundige groepering van de tien villa's op en nabij een ruim kruispunt.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Harlingerstraatweg | 29 | – | 8913 AC | Leeuwarden | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | – | Chalet |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | D | 10958 | – | Leeuwarden |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1922 | 1923 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Schönthaler-Silva ; Stad Leeuwarden | overig ambachtsoort | – |