Harlingersingel 13, Leeuwarden
Inleiding
Blok ETAGEWONINGEN van vijf onder- en vijf bovenwoningen en een herenhuis, in 1898 gebouwd in Neo-Renaissance stijl. Aan het handschrift van de bewaard gebleven plattegrondtekeningen te oordelen, kan architect Zijtze Siewert Feddema het ontwerp hebben geleverd.
Buiten de Vrouwenpoort stond aan het begin van de rijweg naar Marssum vanouds het logement annex koffiehuis en stalhouderij De Groene Weide, een pleisterplaats voor reizigers en bovenal op marktdagen voor boeren die er hun voertuigen stalden. Met de verplaatsing van de veemarkt en de komst van nieuwe middelen van vervoer nam de behoefte aan stallingsruimte bij de herberg af. Omstreeks 1900 kwamen kort na elkaar een tramweg naar het westen en een lokaalspoorweg naar het noordwesten tot stand. De Groene Weide werd een halteplaats voor reizigers. H.J. Albers, van 1894 tot 1909 eigenaar van De Groene Weide, liet in 1898 op het noordelijk gedeelte van zijn terrein, maar wel sterk teruggerooid om voldoende parkeerruimte te houden en na goedkeuring van de bouwplannen door de gemeente een reeks woningen plaatsen, die de Harlingersingel ruimtelijk in belangrijke mate ging vormen. Het werd een flink bouwblok met vijf beneden-, vijf bovenwoningen en één herenhuis op de hoek van de Marssumerdijk, later de Harlingerstraatweg genoemd. Het werden de eerste etagewoningen (winkel- en andere bedrijfswoningen niet meegerekend) van Leeuwarden. De stichtingssteen in het midden van de borstwering geeft te lezen: "D.E.S.G. door Petrlla J.C. Albers oud 12 jaar 29. 6. 1898". Het straatje voor de woningen is lange tijd particulier bezit gebleven. Hoewel bij andere invalswegen nabij de binnenstad vooral na W.O. II sterke druk op representatieve woningen kwam om ze als kantoor of voor een andere bedrijfsbestemming in gebruik te nemen, hebben deze hun oorspronkelijke bestemming kunnen behouden. Alleen in het herenhuis op de hoek is een makelaardij gevestigd.
Omschrijving
EXTERIEUR: Het woningenblok is gebouwd op een rechthoekige grondslag en is aan de voorzijde twee volledige bouwlagen hoog met een dakschild; aan de achterzijde tot drie bouwlagen opgebouwd. De benedenwoningen hebben aan de tuinzijde uitbouwen waarin oorspronkelijk twee slaapkamers in waren ondergebracht. De partijen met de ingangen risaleren enigszins; de ingangstraveeën zijn breder dan de venstertraveeën. De noordelijke hoekpartij is afgesnoten en tot een traptop voor de kap uitgebouwd; de noordelijke zijgevel heeft enkele uitbouwen van diverse vorm. Het pand is opgebouwd van grauwbruine baksteen, verlevendigd met versieringen in kunststeen. De borstwering op de begane grond bezit een flinke plint van natuursteen en wordt afgesloten door de geprofileerde onderdorpelband. De gevels zijn doorspekt met banden ter hoogte van onder-, wissel- en bovendorpels. De gevels worden afgesloten door kroonlijsten, bestaand uit geprofileerd lijstwerk, consoles en tussenliggende vakken van metselmozaïek, waarop een geprofileerde goot volgt. De achtergevel is geheel vlak afgestuct met op de eerste en tweede laag boven de vensters verdiepte, segmentvormige boogtrommels en in dun reliëf ontlasingsbogen.
Elke benedenwoning is twee vensters en een toegangsdeur breed; elke bovenwoning is drie vensters breed. Alle schuifvensters en ingangspartijen staan in verdiepte nissen, ontlast door segmentbogen met hoekneggen en sluitstenen met diamantkoppen die boogtrommels met metselmozaïek omvatten. Door de risalieten zijn de nissen van de ingangen dieper. Daarin zijn de deuren met bovenlichten tot de beneden- en bovenwoning steeds in een kozijnpartij gekoppeld met een decoratief gesneden middenstijl met boven het kalf consoles en een Vlaamse wortel aan rolwerk. Gebeeldhouwde deuren met lichten voorzien van gemeed ijzeren roosters en een register van drie bovenlichtjes, de meeste nog voorzien van kleurig glas-in-lood. Het herenhuis op de hoek (nummer 23) bezit een tot drie maal toe uitspringende zijpartij van deels twee lagen en een door een balustrade bekroond middendeel van drie lagen in onregelmatige geleding en detaillering. Alle vensters, segmentvormig of rondbogig ontlast, bezitten neggen en sluitstenen. De gebeeldhouwde deur met smeedijzeren roosters in het eerste zij-element bezit glas-in-lood in Art Nouveau stijl, evenals het hoge, drieledige bovenlicht. Het volgende uitgebouwde hoge element bevat het trappenhuis; het heeft een plat dak met een balustrade. Het volgende, iets minder hoge element met schilkapje bevat beneden de keuken en op de verdiepingen zijkamers. Op de afgesnoten hoek een venster en voor de verdieping een op rijk gesneden schoren rustende erker van rijk gesneden stijl- en regelwerk. Achter de schoren zitten consoles, voorzien van een boerenmannen- en vrouwenkopje. Op de tweede verdieping van die hoek een uit de kap gebouwde kapel met een in een rondboog gevatte dubbele deur achter een klein balkon.
Het afgelijste voorschild is gedekt met leien in maasdekking. Boven de toegangsrisalieten is steeds een flinke, gemetselde kajuit aangebracht met wangen, pilasters, consoles, tympanen en bekronende ballen. Op de tussenliggende schilden staan kleine houten kapellen bekroond door pinakels. Op de noordelijke zijschilden staat zo'n kleine en bovendien een grotere kapel.
INTERIEUR: De benedenwoningen hadden oorspronkelijk een indeling van een voorkamer, een alkoof en een woonkamer aan de achterzijde met daarnaast een tot de keuken aan de achterzijde lopende gang. Bovendien hebben ze een uitbouw van een enkele bouwlaag met plat dak aan de achterzijde waarin indertijd twee aan elkaar gekoppelde slaapkamers met vensters aan de tuinzijde waren ondergebracht. De suitestructuur met alkoof is in nummer 13 nog aanwezig; de meeste andere zijn bij moderniseringen gesneuveld. In nummer 13 heeft de voorsalon een gestucadoord plafond met lijst, hoek- en middenornament, een zwart marmeren schouw, een omlijste paneeldeur, dichte panelen in de schuifdeuren die het oorspronkelijke hang- en sluitwerk nog bezitten. De andere ruimten bezitten een eenvoudige profiellijst op de gestucte plafonds; in de achtersalon zachtboard aangebracht. In die salon een eenvoudige zwart marmeren schouw en schuifdeuren naar alkoof met glaspanelen. De in de tuin uitgebouwde slaapkamers verkeren nog in oorspronkelijke staat; de eerste met schuifvenster, de tweede met openslaande tuindeuren. Keuken met enkele tuindeur en venster; gemoderniseerd. De schouwpartij, omlijst met een gegroefde penant met console en Vlaamse wortel, oorspronkelijk. Diepe en grote kelder met estrikken.
De bovenwoningen hebben oorspronkelijk een vergelijkbare kamersuite, maar dan zonder alkoof. Enkele woningen, onder meer nummer 13 boven, bezitten de suitepui met kasten, zijpanelen en dichte, van panelen voorziene schuifdeuren nog. De bovenwoningen hebben aan de achterzijde van de gang een keuken en aan de voorzijde, boven de trapopgang, een zijkamertje die bij enkele woningen bij de voorsalon zijn getrokken. Alle vertrekken hebben gestucte plafonds, in de gang voorzien van een profielrandje, overigens vlak; bij enkele woningen zijn de plafonds verlaagd. Trap voorzien van leuningen met balusters en gesneden trappalen. In de kapverdieping zijn oorspronkelijk vijf ruimten afgetimmerd.
Het herenhuis op de hoek (nummer 23) heeft een rijke decoratieve inrichting. De vestibule bezit sierstucwerk op plafond en zijwand. Niet alleen de deur en het bovenlicht bevat glas-in-lood in Art Nouveau, ook het grote zijvenster met bovenlichten heeft glas in deze stijl. Op de begane grond is de suitestructuur met schuifdeuren en met serre aan de achterzijde tot één kantoorruimte uitgebroken. De nog aanwezige paneeldeuren zijn omlijst en van de voorsalon is het decoratief gestucte plafond met lijsten, rondpassen en rozetten nog aanwezig. Het stucplafond van de achterkamer is onder een systeemplafond weggewerkt. De gang met marmerplaten op de vloer heeft tot poortjes met pilasters getoogde doorgangen. Dergelijke poortjes zitten ook op de verdiepingsgangen. Het originele trappenhuis is ruim en wordt verlicht door vensters met Art Nouveau glas-in-lood. De rond gaande trap heeft leuningen met gesneden balusters en om het vierkante schalmgat opgestelde, tot uitbundig gesneden en van onder tot boven doorlopende stijlen uitgegroeide trappalen. Het stucplafond van het trappenhuis is met vakken en afhangende balusters versierd. Op de verdiepingen is originele inrichting nog aanwezig. Op de eerste verdieping zijn de suitedeuren weggetimmerd. In beide salons decoratieve stucplafonds en schouwpartijen met schoorsteenmantels. De voorsalon heeft op de afgesnoten hoek een uitgebouwde erker van fraai gesneden stijl- en regelwerk en grote vensters met glas-in-lood bovenlichten in Art Nouveau-stijl. Op de tweede verdieping eenvoudige uitgedoste vertrekken, maar steeds voorzien van paneeldeuren.
WAARDERING:
Het blok beneden- en bovenwoningen met een herenhuis is van algemeen historisch, architectuurhistorisch en architectonisch belang
- als vroeg blok etagewoningen aan de stadsrand en vroeg object van projectontwikkeling op een terrein dat vrijkwam door een kentering in de vervoerssystemen;
- vanwege de opvallende plaats die het blok woningen inneemt in het gevarieerde oeuvre van de vermoedelijke architect Z.S. Feddema;
- vanwege de stijlzuivere Neo-Renaissance die uitwendig nog geheel gaaf is en inwendig in het bijzonder in de beneden- en bovenwoning nummer 13 en in het herenhuis nummer 23 nog grotendeels, en in het laatste op een bijzonder rijk decoratieve wijze en bovendien gedetailleerd met Art Nouveau, aanwezig is.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Harlingersingel | 13 | – | 8913 CJ | Leeuwarden | Westerparkwijk | – | Ja |
Harlingersingel | 13 | BV | 8913 CJ | Leeuwarden | Westerparkwijk | – | – |
Harlingersingel | 15 | – | 8913 CJ | Leeuwarden | Westerparkwijk | – | – |
Harlingersingel | 15 | BV | 8913 CJ | Leeuwarden | Westerparkwijk | – | – |
Harlingersingel | 17 | – | 8913 CJ | Leeuwarden | Westerparkwijk | – | – |
Harlingersingel | 17 | BV | 8913 CJ | Leeuwarden | Westerparkwijk | – | – |
Harlingersingel | 19 | – | 8913 CJ | Leeuwarden | Westerparkwijk | – | – |
Harlingersingel | 19 | BV | 8913 CJ | Leeuwarden | Westerparkwijk | – | – |
Harlingersingel | 21 | – | 8913 CJ | Leeuwarden | Westerparkwijk | – | – |
Harlingersingel | 21 | BV | 8913 CJ | Leeuwarden | Westerparkwijk | – | – |
Harlingersingel | 23 | – | 8913 CJ | Leeuwarden | Westerparkwijk | – | – |
Harlingersingel | 23 | B | 8913 CJ | Leeuwarden | Westerparkwijk | – | – |
Harlingersingel | 23 | A | 8913 CJ | Leeuwarden | Westerparkwijk | – | – |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | – | Etagewoning |
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | – | Herenhuis |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
7974 | D | 7974 | A1 | Leeuwarden |
7974 | D | 7974 | A2 | Leeuwarden |
961 | D | 961 | A1 | Leeuwarden |
961 | D | 961 | A2 | Leeuwarden |
– | D | 8380 | – | Leeuwarden |
– | D | 965 | – | Leeuwarden |
– | D | 962 | – | Leeuwarden |
– | D | 963 | – | Leeuwarden |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1898 | 1898 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Feddema, Zijtze Siewert ; Stad Leeuwarden | architect / bouwkundige / constructeur | – |