Inleiding

Rij van elf WOONHUIZEN gebouwd rond 1905 in de Overgangsstijl door een onbekende architect, gelegen aan de concave zijde van de Steijnstraat tot de hoek met de Transvaalstraat. Materiaalgebruik en detaillering doen denken aan het werk van W.C. de Groot. Enkele interieurdetails, zoals deuromlijstingen zijn nagenoeg identiek aan de panden Emmakade 49 tm 53. De woningen 42 tot en met 56 zijn alle gelijk in opzet, maar verschillen in kleur, waardoor een levendig geheel is ontstaan. Nummer 40 is een smalle travee breder. De nummers 38 en 36 zijn gepleisterd en breder. Enkele panden ondergingen zowel in-als uitwendig enkele veranderingen, zoals het wijzigen van balkonhekken, veranderen van de roedeverdeling van de erkerramen, aanbouwsels aan de achterzijde en het verwijderen of veranderen van suitepuien.

Omschrijving

EXTERIEUR NUMMER 42 - 56: Rij van acht identieke woonhuizen, van elk twee bouwlagen hoog en twee traveeën breed onder een plat dak. De gevels zijn opgemetseld uit verblendsteen, per pand afwisselend in de kleuren rood, geel en wit. De achtergevels zijn alle wit. Venster- en deuropeningen zijn voorzien van natuurstenen lateien, die summier voorzien zijn van decoratie. De ingang is steeds gelegen in de licht risalerende rechtertravee. De deur is voorzien van een zijlicht en bovenlichten, bezet met gekleurd glas-in-lood. Op de verdieping bevindt zich een stolpvenster. De daklijst wordt onderbroken door twee uitgemetselde penanten, die rusten op natuurstenen consoles en boven de daklijst een bekroning hebben in de vorm van een natuurstenen kubus. De linkertravee heeft op de eerste bouwlaag een driezijdige erker met ongedeelde onderramen en bovenlichten onderverdeeld in kleine ruitjes. Het balkon boven de erker heeft in eerste aanleg een houten hek, maar in enkele gevallen zijn die vervangen door metalen hekken. Het balkon wordt ontsloten door driedelige glaspuien. Onder de daklijst loopt over de gehele breedte en tegelfries, dat in kleur varieerd met de kleur van de gevel. De daklijst wordt ondersteund door geprofileerde schoren.

EXTERIEUR NUMMER 40: Als vorige, maar heeft aan de linkerzijde een extra smalle travee met op de begane grond een deur naar een inpandige steeg en op de verdieping een verdiept veld metselwerk in contrasterende kleur.

EXTERIEUR NUMMER 36 EN 38: Deze zijn gepleisterd en gedeeltelijk gegroefd in plaats van schoon metselwerk. Beide panden hebben op de verdieping een onderdorpelband van zwarte verblendsteen. Nummer 36 heeft twee extra traveeën , die de hoek ronden. De hoekgevel heeft een gecontourneerde daklijst van kunststeen en is voorzien van groeven in het pleisterwerk, die natuurstenen blokken imiteren.

INTERIEUR NUMMER 50: Bewaard bleven onder meer de paneeldeuren met driehoekige supraportes en geprofileerde omlijstingen, suitepui met gerende dagkanten, schuifdeuren met glas-in-loodramen en een serrepui, schoorsteenmantels van marmer in geometrisch vormen in voor- en achterkamer, trappaal en hekken. De plafonds in de suite waren oorspronkelijk beschilderd met ornamenten.

Waardering

Rij van elf WOONHUIZEN van algemeen architectuurhistorisch en cultuurhistorisch belang:

- vanwege de eenvoudige, maar verzorgde architectuur in de Overgangsstijl, die in het bijzonder opvalt door kleurgebruik en de geleding van de rij door middel van de erkers;

- vanwege de redelijke gaafheid van het exterieur en de gaafheid van de interieurs, die echter per pand uiteenloopt;

- vanwege de samenhang met de overige bebouwing van de wijk, die eveneens bestaat uit panden van twee bouwlagen met plat dak.