Grinsel 86, Den Dungen
Inleiding
Gedeeltelijk vrijstaand WOONHUIS met aanbouw (onderdeel I), in 1907 opgetrokken in een bouwstijl die in de rijke ornamentiek invloeden van de art nouveau vertoont. Het woonhuis is in 1952 intern gesplitst. Aan de achterzijde bevindt zich een éénlaags serre uit circa 1975. Deze valt buiten de van rijkswege geldende bescherming. De aan de voorzijde van het pand gelegen tuin is in aanleg gewijzigd en valt eveneens buiten de van rijkswege geldende bescherming.
Omschrijving
Deels onderkelderd woonhuis op rechthoekige grondslag van één bouwlaag met kapverdieping onder een geknikt zadeldak, gedekt met rode geglazuurde tuile-du-Nord pannen, aan de zijkanten voorzien van vorstkammen. Op elke hoek van de daknok bevindt zich een gemetselde schoorsteen. De rijk geornamenteerde, symmetrische voorgevel bestaat uit vijf traveeën en is opgetrokken in schoon metselwerk van een in kruisverband gemetselde machinale baksteen met geknipt en gesneden voegwerk. Hardstenen plint aan de voorzijde. De gevel heeft verder iets uitspringende hoekpenanten. De vensters zijn getoogd met een segmentboog van witte en rode verblendsteen met hardstenen hoek- en sluitstenen. Alle vensters hebben schuiframen met rolluiken. De kozijnen zijn geornamenteerd met enig snijwerk. Centrale ingangstravee met pilasteromlijsting en siertopgevel in het dakschild. Kussenpaneeldeur met twee deurruiten en smeedijzeren sierroosters. Bovenlicht met glas-in-lood en de originele geornamenteerde ijzeren fitting voor de deurlamp. Bij de ingang bevindt zich een gevelsteen met de inscriptie: W. v/d Hurk 1/7 1907. Boven de ingang bevindt zich een halfrond balkon met een in art-nouveau vormen gedetailleerd hekwerk. De goot wordt gedragen door sierlijke, console-vormige gootsteunen. De voorgevel is verder rijk geornamenteerd door banden van witte verblendsteen. Met deze verblendsteen wordt een fries gesuggereerd dat met kruisvormige motieven van witte verblendsteen wordt verlevendigd.
Bijzonder zijn de cementen boogtrommels met boven elk venster de op een blauwe ondergrond geschilderde voorstelling van één van de vier seizoenen. Deze worden verbeeld door vier dieren die door seizoensplanten geflankeerd worden. Achtereenvolgens zijn dit: lam, vleermuis, eekhoorn en hermelijn. In de boogtrommel boven de ingang zijn twee tortelduifjes geflankeerd door esdoornbladeren afgebeeld. De achterzijde van het pand is in de loop der jaren sterk gewijzigd met onder meer een brede dakkapel in het dakschild, een betonnen latei en een uit 1975 daterende serre over de gehele breedte van de begane grond. Smeedijzeren steekankers. Fries met muizentand.
Inwendig is het woonhuis in 1952 gesplitst in twee woongedeelten. De vloer van de originele centrale gang is geheel van geornamenteerde tegels voorzien. De lambrisering is van beschilderd imitatie-marmer. In de noordwestelijke kamer bevinden zich nog het stucplafond dat met eenvoudige art nouveau-motieven geornamenteerd is en een marmeren schouw. De kelder is voorzien van troggewelfjes op ijzeren banden en heeft nog de stenen pekelkuipen.
Voor het huis bevindt zich een in aanleg gewijzigde tuin. Deze is aan de ingang voorzien van een sterk verweerd smeedijzeren hekwerk met ijzeren sierbloemen. Iets terugliggend ten opzichte van de voorgevel is het woonhuis verbonden met een sober vormgegeven, haaks geplaatst keuken/stalgedeelte met onder meer hooi- en voederluiken. Fries met muizentand. Het is een éénlaags aanbouw met in kruisverband gemetselde gevels van machinale baksteen onder een met kruispannen gedekt zadeldak. Dit gedeelte fungeert tegenwoordig als aparte ingang, keuken en opslagruimte. In het dak zijn enkele vensters met klapramen aangebracht. Aan de achterzijde is dit gedeelte voorzien van een buiten de bescherming vallende overkapping. De houten klampdeur en de vensters aan de voorzijde zijn elk overtoogd met een segmentboog met metseldecoratie in de trommel.
Waardering
Het woonhuis is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de sociaal-economische en typologische ontwikkeling van het landelijke woonhuis met enige kleinschalige huisnijverheid daarbij. Het woonhuis heeft architectuurhistorische waarde vanwege de zorgvuldige detaillering, het materiaalgebruik en de voor een dergelijk bouwtype ongewoon rijke ornamentiek die invloeden van de art nouveau vertoont.
Het woonhuis is verder van belang vanwege de gaafheid en vanwege de zeldzaamheid van dergelijke rijk geornamenteerde agrarische panden.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Gedeeltelijk vrijstaand WOONHUIS (onderdeel I), in 1907 opgetrokken in opdracht van de rentenierende boer Wilhelmus van den Hurk, in een bouwstijl die in de rijke ornamentiek invloeden van de art nouveau vertoont. Vrijstaand hiervan aan de zuidoostelijke zijde, bevindt zich een in 1920 in een streek-eigen bouwtrant gebouwde SCHUUR (onderdeel II). Hierin werden materialen gebruikt van een rond 1900 op het perceel gebouwde en toen afgebroken leerlooierij. De objecten zijn gesitueerd op een verhoging aan de zuidwestelijke zijde van de straat. Het woonhuis is in 1952 gesplitst en heeft aan de voorzijde een tuin; deze valt niet onder de van rijkswege geldende bescherming. Aan de entree van de tuin bevinden zich twee geornamenteerde smeedijzeren penanten van het hekwerk.
Omschrijving
Onderdeel I: woonhuis op rechthoekige grondslag van één bouwlaag met kapverdieping onder een geknikt zadeldak, gedekt met rode geglazuurde tuile-du-Nord pannen. Aan de zuidwestelijke hoek is een éénlaags keuken/stal gebouwd die haaks op de hoofdmassa staat. De aanbouw heeft een met kruispannen gedekt zadeldak. Tuin met hekwerk. Onderdeel II: geheel vrijstaand van het woonhuis bevindt zich aan de zuidoostelijke zijde een schuur van één bouwlaag onder een met Hollandse pannen gedekt zadeldak.
Waardering
Het complex is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de sociaal-economische en typologische ontwikkeling van het landelijke woonhuis. Het woonhuis heeft architectuurhistorische waarde vanwege de zorgvuldige detaillering, het materiaalgebruik en de voor een dergelijk bouwtype ongewoon rijke ornamentiek die invloeden van de Art Nouveau vertoont.
Het woonhuis is verder van belang vanwege de gaafheid en vanwege de zeldzaamheid van dergelijke rijk geornamenteerde landelijke panden.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Grinsel | 86 | – | 5275 JP | Den Dungen | – | BY | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | G | 896 | – | Den Dungen |
– | G | 1289 | – | Den Dungen |
– | K | 512 | – | Sint Michielsgestel |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1907 | 1907 | – | vervaardiging |
1975 | 1975 | – | verbouwing |