Inleiding

Het WOONHUIS is gebouwd rond 1900 en staat dwars op een kruising van wegen, in de bebouwde kom van Vessem.

Omschrijving

De gevels van het eenlaagse pand met rechthoekige plattegrond zijn opgetrokken uit handvorm baksteen met een muizetandlijst onder de dakrand. Op het zadeldak liggen zwarte oud hollandse dakpannen.

De voorgevel bevat twee schuifvensters met gedeeld bovenlicht waartussen een paneeldeur met gedeeld bovenlicht. Rechts onder in de gevel bevindt zich een getralied kelderlicht onder segmentboog. De zijgevels zijn voorzien van rechte steekankers. De rechter gevel is blind op een duivengat met keperboog na. In de linker gevel bevindt zich een schuifvenster met gedeeld bovenlicht en op de zolderetage een vierruits schuifvenster, beide onder segmentboog. In de achtergevel bevinden zich een paneeldeur, een vierruits raam en een stolpvenster.

Via de voordeur komt men in een kleine hal, die links toegang geeft tot de woonkamer en rechts tot de woonkeuken. Hierin bevindt zich een dichtgezette keukenschouw en diverse deuren, waaronder die naar de ondiepe kelder. Op de begane grond bevinden zich aan de achterzijde twee slaapkamers en een smalle ruimte, waarin bij een verbouwing een keuken is geplaatst. Boven zijn er slaapkamers. Sanitaire ruimten zijn bij een verbouwing verplaatst naar het aangebouwde berghok. Het erf is omzoomd door een beukenhaag. Op en langs het erf staan diverse loofbomen waaronder walnoten.

Waardering

Het woonhuis met erf is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van de sociaal-economische ontwikkeling, namelijk de stichting van eenvoudige woonhuizen voor arbeiders op het platteland, het is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het kleine woonhuis. Het object is van architectuurhistorisch belang door de sobere detaillering en de afgewogen verhoudingen. Het huis is van belang vanwege de gaafheid van het exterieur. Het is een zeldzaam voorbeeld van een kleine dorpswoning.