Inleiding

Het WOONHUIS van het type villa, bekend onder de naam Breevecht, is omstreeks 1900 gebouwd in neorenaissancestijl. Het terrein behoorde oorspronkelijk bij de voormalige buitenplaats Vecht en Gein gelegen op de westelijke Vechtoever. Het huis was bestemd voor de lijfarts van mevrouw De Pré-Theunissen, die woonde op het nabijgelegen Zwaanwijck. Voordat het huis voltooid was kwam zij te overlijden en werd het huis in aanbouw verkocht. In de oorlogsjaren is het door de Duitsers bezet geweest en leeg gehaald. Omstreeks 1947 is het huis verkocht aan de stichting De Opbouw uit Utrecht, die er een tehuis vestigde. De gietijzeren veranda aan de westzijde werd vervangen door een serre. De vensters in de uitgebouwde (bij-)keuken zijn gewijzigd.

Sinds 1994 is het huis opnieuw als woonhuis in gebruik. Aan de buitenzijde is het huis gerestaureerd. Op het dak is een in hout uitgevoerde crête geplaatst naar voorbeeld van restanten van de oorspronkelijke. Het huis is gesitueerd in een grote landschappelijk aangelegde TUIN van zo'n twee hectare, met voor het huis een gazon en achter een lobvormige vijver. Aan de vijver staat een drietal moerascypressen en een treurbeuk en rechts van het huis een monumentale wilg. Langs de oprijlaan vanaf de Klompweg bevindt zich links een aantal lindebomen. Een gecementeerde, gemetselde BOOGBRUG, waarop aan de westzijde het jaartal 1900 is vermeld, geeft toegang tot de grote tuin.

Omschrijving

Het deels onderkelderde woonhuis op een samengestelde plattegrond, bestaat uit twee bouwlagen onder haaks op elkaar geplaatste, afgeplatte schilddaken met steekkappen voorzien van een overstek op gesneden schoren. Het dak is gedekt met gesmoorde bouletpannen en voorzien van zinken nok- en hoekkepers en een houten crête op de nok. Aan de voor- en linkerzijde is een kleine dakkapel geplaatst met een zinken naaldspitsdak. De gevels zijn opgetrokken in baksteen in kruisverband met fijne lint- en stootvoegen. Pleisterwerk is toegepast voor plint, pilasters, hoeklisenen, geveltopomlijstingen, horizontale banden en geprofileerde waterlijsten en voor de aanzet- en sluitstenen van de in een contrasterende rode baksteen uitgevoerde rond- en segmentbogen boven de venster- en deuropeningen.

De voorgevel (zuidzijde) heeft links een risalerende drielaags topgevelpartij onder een afgewolfd zadeldak. Op de verdieping wordt gevel geaccentueerd door gekoppelde pilasters op een basement ondersteund door consolevormige ornamenten. De pilasters die een boogvormig spaarveld omsluiten hebben paneel- en cannelurevormige versieringen. Rond de geveltop is een houten, opengewerkte rondboogvormige topgeveldecoratie op schoren aangebracht. Op de begane grond bevindt zich een rondboog driedelig venster, op de verdieping een T-venster en op de zolderverdieping een tweelichts venster met getoogd bovenlicht. De terugliggende gevelpartij aan de rechterzijde bevat links een ondiep portiek met een dubbele paneeldeur onder een driedelig bovenlicht. Een hardstenen stoep leidt naar de ingang. Rechts hiervan bevindt zich een T-venster. Op de verdieping zijn twee T-vensters aangebracht.

De linkerzijgevel heeft links van het midden een risalerende drielaags topgevelpartij onder een zadeldak. De geveltop is voorzien van een opengewerkte driehoekige houten topgeveldecoratie. Op de begane grond en op de verdieping bevinden zich een T-venster en op de zolderverdieping een tweelichts venster met getoogd bovenlicht. Rechts van de risalerende gevelpartij is een grote rechthoekige serre met een balkon voorzien van een ijzeren balkonhek aangebracht. Openslaande deuren onder een getoogd bovenlicht geven toegang tot het balkon. Links van het risaleit is op de begane grond een gewijzigde vensterpartij en een klein venster aangebracht en op de verdieping een T-venster.

Aan de achterzijde bevindt zich links een tweelaags risalerende gevelpartij met op de begane grond openslaande deuren onder een bovenlicht en op de verdieping een T-venster. Rechts is een aanbouw onder een plat dak. Daarboven zijn de dubbele vensters van het trapportaal en een uitgemetselde schoorsteen zichtbaar.

De rechterzijgevel is symmetrisch ingedeeld met in het midden een smalle risalerende drielaags topgevelpartij onder een zadeldak, voorzien van een opengewerkte driehoekige houten topgeveldecoratie. Op de begane grond en verdieping bevinden zich een T-venster en op de zolderverdieping een tweelichts venster met een getoogd bovenlicht. Het risaliet wordt geflankeerd door een T-venster, zowel op de begane grond als op de verdieping. Rechts is een koekoek met ijzeren rooster van de kelder.

INTERIEUR. Het huis bevat een centrale zuid-noord gang op de begane grond en op de verdieping. Op de begane grond is een vestibule met een marmeren lambrizering, stucplafond en een decoratieve houten omlijsting van de portaaldeur met een driedelig bovenlicht, identiek aan dat boven de voordeur. De trap aan het einde van de gang heeft deels een houten balustrade en trappaal met neorenaissance-ornamentiek. Rechts achter in het huis bevindt zich een kelder met troggewelven. De oorspronkelijke kapconstructie is van Amerikaans grenenhout.

Waardering

Het pand met bijbehorende tuinaanleg en boogbrug is van algemeen belang vanwege de cultuur- architectuurhistorische waarde. Het pand is qua hoofdvorm en detaillering van het exterieur een gaaf voorbeeld van een villa in neorenaissancestijl, alsmede enkele interieurelementen, gebouwd omstreeks 1900. Voorts vanwege de landschappelijke waarde door de fraaie ligging in een landschappelijk aangelegde tuin met oprijlaan en als onderdeel van de reeks buitenplaatsen langs de noordzijde van de Vecht.