Torenstraat 5, Velsen-Zuid

Inleiding

Aan de westzijde van de Torenstraat gelegen voormalig GEMEENTEHUIS van Velsen daterend uit 1907. Het op de plaats van het in de 19de eeuw meermalen vergrote rechthuisje uit 1640 gebouwde pand werd ontworpen in neo-Hollandse renaissancestijl door de toenmalige architect van Openbare Werken. De bestaande, uit 1894 daterende achtergevel bleef in 1907 gehandhaafd. In 1926 werd het gemeentehuis aan de rechterzijde (N) uitgebreid met een nieuwe vleugel (Torenstraat 7) in dezelfde stijl met daarin onder meer een nieuwe raadzaal. Het raadhuis heeft tot het gereedkomen van Dudok's nieuwe gemeentehuis in 1965 dienst gedaan. Thans (1998) is in het pand de Woningstichting Velsen gehuisvest.

Omschrijving

Op rechthoekig grondplan gebouwd gemeentehuis van twee bouwlagen onder een afgeplat zadeldak evenwijdig aan de straat. Het tussen trapgevels gevatte voorschild is gedekt met gesmoorde Hollandse pannen. Op het achterschild liggen rode Hollandse pannen. Alle trappen van de trapgevels zijn afgedekt met een geprofileerd natuurstenen dekplaatje. De boogvelden boven de vensters zijn voorzien van (diagonaal) siermetselwerk van rode baksteen.

De symmetrische voorgevel (O) is boven een gepleisterde plint tot aan de doorgaande lekdorpel onder de parterrevensters opgetrokken in miskleurige waalklinkers in koppenverband en daarboven in rode machinale waalsteen in kruisverband met snijvoeg. Bovenaan wordt de gevel afgesloten door een op kraagsteentjes in de vorm van een vrouwenkopje ondersteunde kroonlijst die zich uitstrekt tot vlak om de hoek. De kroonlijst wordt onderbroken door een middenrisaliet ter weerszijden waarvan de gevel drie vensterassen telt met op beide bouwlagen kruisvensters. De door sierblokjes geflankeerde kruisvensters zijn voorzien van groene glas-in-loodramen. Boven de parterrevensters bevindt zich een geprofileerde latei en een hanenkam. De eveneens op een doorgaande lekdorpel geplaatste verdiepingsvensters zijn hoger uitgevoerd en worden ontlast door een gedrukte korfboog waarin sierblokjes en een sluitsteen in de vorm van een vrouwen- (tweede venster van links en rechts) of mannenkop (overige vensters). De aanzetstenen van laatstgenoemde bogen worden door banden gekoppeld. Boven het tweede venster van links en rechts staat op het voorschild een kleine gemetselde dakopbouw met een trapgevel en een door een korfboog ontlast luik waarin een ruitvormig raampje. De trapgevels zijn voorzien van geprofileerde dekstenen en een toppilaster waarop siersmeedwerk. In het verlengde van de vier overige vensterassen staat bovenin het voorschild een kleine dakkapel met een vergelijkbaar luik, zinkgedekte zijkanten en een dito tentdak bekroond door een piron. De middenrisaliet is op de begane grond uitgebouwd, gepleisterd (deels in rustica) en voorzien van een door pilasters geflankeerde terugliggende dubbele eikenhouten paneeldeur onder een tweeruits korfboogvormig bovenlicht waarin glas in lood en waarboven een voluutvormige sluitsteen. De op een postament geplaatste pilasters hebben een S-vormig kapiteel met acanthusblad. In de smalle zijkanten van de uitbouw bevindt zich een kloosterkozijn met in de onderste helft een luikje en in het bovenraam glas in lood. Het door een balustrade omsloten balkon boven de uitgebouwde vestibule is toegankelijk via een dubbele glasdeur waarboven een aan twee ijzeren staven afgehangen houten luifel en een tweeruits bovenlicht met glas in lood onder een gedrukte korfboog waarin een sluitsteen in de vorm van een leeuwenkop. Het boogveld eronder toont twee ramskoppen tussen bladranken. Zowel langs de balkondeur als op de hoeken van de middenrisaliet is een geblokte sierrand van natuur- of kunststeen aangebracht. De middenrrisaliet eindigt in een door een gebogen fronton bekroonde trapgevel met op de trappen voluutvormige zijstukken. De toppilaster onder het fronton rust op een Ionisch kapiteel waaronder een leeuwenkop, een klein driehoekig fronton en een luikje. Lager bevindt zich het door een hoofdgestel waarop drie sierbollen bekroonde gemeentewapen geflankeerd door voluutvormige wangen en een cartouche met "ANNO" en "1907". Boven beide cartouches heeft de trapgevel een sieranker. Het met gesmoorde Hollandse pannen gedekte zadeldak achter de trapgevel snijdt haaks in het voorschild.

In het vrijliggende linker gedeelte van de rechterzijgevel (N) bevindt zich een smal tweeruits venster waarin groen glas in lood. De op een console met kinderkopje rustende verdiepingserker erboven heeft zowel in de voorzijde als in de smalle schuine linkerzijde een op een blinde balustrade rustend venster dat door een middendorpel in tweeën gedeeld wordt en voorzien is van groen glas in lood. Het gepleisterde linker gedeelte van de linkerzijgevel (Z) is op de eerste verdieping voorzien van twee zesruits schuifvensters. In de eveneens gepleisterde achtergevel (W) bevindt zich rechts een vierruits stolpraam met tweeruits bovenlicht. Verder wordt de begane grond door enkele aanbouwen met plat dak aan het oog onttroken waarvan de uit de bouwtijd daterende rechter gepleisterd is en voorzien van twee getoogde gietijzeren stalvensters. De eerste verdieping telt vijf zesruits schuifvensters en waartussen schootankers ter hoogte van de zoldervloer. Het interieur verkeert nog grotendeels in de oorspronkelijke staat en bevat onder meer meerkleurige tegelvloeren in de vestibule, de hal en de gangen op de begane grond, op beide bouwlagen originele (paneel)deuren van verschillend type (deels voorzien van een meerruits raam) met een rijke neorenaissance omlijsting, in de hal een bordestrap waarlangs een op gietijzeren spijlen rustende houten handlijst eindigend in een houten trappaal bekroond door een pijnappel, in de burgemeesterskamer rechtsachter op de eerste verdieping een paneellambrisering, een cassettenplafond en een door kasten met dubbele paneeldeur geflankeerde schouw met boven de roodmarmeren schoorsteenmantel een schouwstuk voorstellend een berglandschap, in het toilet tegenover de burgemeesterskamer een wastafel en urinoir van blauwgebloemd Engels aardewerk en een tegelvloer en -lambrisering van wit/blauwe tegels, en bovenin deze tegellambrisering een rand van Delftsblauwe tegels waarop 17de-eeuwse schutters staan afgebeeld. De zolder heeft een met brede beschoten gordingenkap waarvan de lange spantbalken onder het afgeplatte middendeel van het dak ondersteund worden door een rij standvinken. In de met kraalschoten betimmerde overloop bovenaan de trap naar zolder bevindt zich een vierruits bovenlicht. Ten noorden hiervan is een archiefruimte afgeschoten. De tegen de rechterzijgevel aangebouwde terugliggende vleugel uit 1926 heeft een even hoge en in dezelfde materialen opgetrokken voorgevel afgesloten door een kroonlijst (zonder vrouwenkopjes eronder) waarboven een met gesmoorde verbeterde Hollandse pannen gedekt voorschild bekroond door een terracotta vorstkam. Hierachter telt de relatief diepe vleugel drie bouwlagen onder een plat dak. In de voorgevel (O) van de vleugel bevindt links van het midden een door een pilasterstelling omlijste dubbele eikenhouten paneeldeur met bovenin elke deurhelft een raam waarvoor kruisvormig siersmeedwerk. Links en rechts van de ingang telt de voorgevel twee respectievelijk drie vensterassen als in het hoofdgebouw, maar met boven de verdiepingsvenster een sluitsteen met diamantkop. De twee kruisvensters boven de ingang hebben wel een sluitsteen in de vorm van een mannenkop. Hierboven wordt de kroonlijst onderbroken door een trapgevel met voluutvormige zijstukken en een cordonlijst waarop een door sierblokjes geflankeerd kruisvenster rust waarin luiken van kraalschroten en bovenramen met groen glas in lood. De korfboog boven het venster heeft een sluitsteen met vrouwenkop die tevens fungeert als kraagsteen voor de toppilaster. De laatste wordt bekroond door een sierbol waarop een staak. De door het buurpand grotendeels aan het oog onttrokken rechterzijgevel (N) heeft linksboven een klimmende trap. De in kubistisch-expressionisische vormen opgetrokken achterzijde van de vleugel is gemetseld in rode machinale waalsteen in kruisverband met snijvoeg. Het achterste gedeelte van de vleugel is twee bouwlagen hoog onder een plat dak. De sterk uitgebouwde linker helft van de achtergevel telt op de begane grond vier vensters met tweeruits bovenlicht en op de eerste verdieping links twee dito vensters en rechts twee kleine tweeruits ramen. Rechts hiervan is het risalerende trappenhuis gesitueerd dat enigszins hoger opgetrokken is en voorzien van vijf smalle hoge glas-in-loodramen. Onder de drie linker bevinden zich drie kleine vensters met diefijzer, en lager een kelderkoekoek waarin drie gietijzeren ventilatieroosters. Het uitgebouwde trappenhuis heeft verder in de smalle linkerzijde een luik tot de vroegere kolenstort en in de rechterzijde rechts een opgeklampte deur en bovenaan een hoge vierkante schoorsteen van rode baksteen. In het minder uitgebouwde rechter deel van de achtergevel bevinden zich op de parterre twee voormalige deuren (thans ramen) met zesruits bovenlicht, en op de verdieping twee T-vensters met 24-ruits bovenlicht (in de zijkant bevindt zich een identiek derde venster). De terugliggende tweede verdieping wordt afgesloten door een lijstgoot op geprofileerde klossen en is links voorzien van twee kleine roosters en rechts van een dubbele balkondeur (waarin een meerruits raam) met links hiervan een samengesteld raam.

Het INTERIEUR van de aangebouwde vleugel is nog grotendeels oorspronkelijk en onder meer voorzien van een vloer en lambrisering van gele en zwarte tegels in de vestibule en de hal, een loket in beide zijwanden van de vestibule, tussen de vestibule en de ruime hal een door vierruits ramen geflankeerde dubbele deur met in elke deurhelft een achtruits raam, achterin de hal een bordestrap met eikenhouten treden en handlijsten, op het trapbordes en de vloer van de hal boven eikenhouten visgraatparket, op de eerste verdieping gehoute paneeldeuren (imitatie eiken) en een eikenhouten dubbele paneeldeur tussen de hal en de achter de voorgevel gesitueerde ruime raadzaal. De laatste heeft een eikenhouten paneellambrisering waarboven imitatie goudleer (op een jute ondergrond aangebracht geperst karton met vergulde florale motieven), rijke eikenhouten deuromlijstingen voorzien van een kroonlijst, een plafond van met eikenhout omtimmerde moer- en kinderbinten, en een terugliggende publieke tribune voorzien van een borstwering en een op zware voluutconsoles rustende latei. De moerbalken rusten op sleutelstukken waaronder houten consoles. Aan het plafond hangt een uit de bouwtijd daterende forse achtzijdige koperen kroonluchter in art-decostijl. De kap boven de vleugel is beschoten met brede delen.

Waardering

Het pand met bijbehorend interieur is van algemeen belang wegens architectuur- en cultuurhistorische waarde als gaaf bewaard gebleven gemeentehuis uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, opgetrokken in neo-Hollandse renaissancestijl. Tevens heeft het pand situationele waarde vanwege de beeldbepalende ligging op een viersprong midden in de oude dorpskern van Velsen.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
520716
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Gemeentehuis Bestuursgebouwen, rechtsgebouwen en overheidsgebouwen Bestuursgebouw en onderdl oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Torenstraat 5 1981 BC Velsen-Zuid Ja
Torenstraat 5 A 1981 BC Velsen-Zuid
Torenstraat 7 1981 BC Velsen-Zuid
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
H 8380 Velsen
H 8159 Velsen
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1907 1907 vervaardiging
1926 1926 nieuwe vleugel rechts (Torenstraat 5) verbouwing
Ambachten
Name Beroep Notitie
Gemeente Velsen ; Noord-Holland opdrachtgever
Naar boven