Inleiding

Voormalige LEERLOOIERIJ uit de tweede helft van de negentiende eeuw, opgetrokken in een streek-eigen bouwtrant, aansluitend op een ten westen gesitueerd woonhuis dat buiten de bescherming valt. Thans in gebruik als opslagplaats.

Omschrijving

De looierij heeft drie bouwlagen en bestaat uit een onderbouw in gele IJsselsteen, waarop een houten opbouw onder een zadeldak met overstek, gedekt met oud-Hollandse pannen. In de voorgevel een openslaande deur met roederamen en rechts een zestienruits raam. Erboven een gedeeltelijk vernieuwd, geteerd houten beschot met de originele ventilatieluiken met beslag.

De linker zijgevel heeft beneden drie zestienruits ramen. Erboven houten beschot twee hijsdeuren, op de verdieping geflankeerd door halfronde ramen. Overstek met windveren en houten toppinakel. De achtergevel heeft een ondergevel, die gepleisterd is na de afbraak van een aanbouw. Op de begane grond een roederaam en deur. De verdieping heeft vernieuwde rabatdelen.

Inwendig telt het gebouw twee traveeën. De benedenruimte heeft een moerbalk en lichte kinderbalklaag. De lage voormalige droogruimten hebben een houtskelet met beschieting en een kap met driehoekspant met gespijkerde verbindingen. Op de verdieping is zichtbaar dat de stenen topgevel met vlechtingen later is gebouwd op de zijgevel van het ten westen aansluitende woonhuis.

Waardering

Het gebouw is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische ontwikkeling en als bijzondere uitdrukking van de technische en typologische ontwikkeling van de leerlooierij in het algemeen; het heeft architectuurhistorische waarden vanwege de bouwtechniek; ensemblewaarden: het is van belang vanwege de historisch-ruimtelijke relatie met wegen, wateren en bodemgesteldheid; het object is van belang wegens de architectonische gaafheid van het exterieur.