Inleiding

Voormalige LEERLOOIERIJ, thans opslagruimte uit de tweede helft van de negentiende eeuw met aan de rechter zijgevel een iets latere aanbouw. De looierij is opgetrokken in een streek-eigen-bouwtrant. Het bijbehorende vrijstaande woonhuis uit 1929 valt buiten de bescherming, evenals de aanbouw onder lessenaardak aan de achterzijde.

Omschrijving

Langgerekte, evenwijdig aan de straat gebouwde tweelaags looierij, opgetrokken uit baksteen en hout met zadel- en lessenaardak, gedekt met respectievelijk oud-Hollandse en muldenpannen. Het voegwerk is recent vernieuwd. Het gebouw telt vijf vakken. De begane grond van de voorgevel bestaat uit handvorm baksteen met een afsluitende rand van ruitvormige siermotieven in gesmoorde steen. De getoogde ramen zijn rond 1950 vernieuwd in beton. De verdieping en zolderetage zijn in houtskelet met houten beschieting en ventilatieluiken uitgevoerd, met uitzondering van twee vakken der eerste etage die ijzeren en getoogde roedenramen hebben. De linker zijgevel heeft beneden twee getoogde deuropeningen.

Op de verdieping een luikopening geflankeerd door gedichte segmenttoogramen. In de topgevel een luikopening, geflankeerd door twee driehoekige venstertjes. De rechter zijgevel bestaat uit metselwerk en gaat schuil achter een aanbouw onder lessenaardak. Deze heeft getoogde betonnen ramen. In de topgevel boven het lessenaardak twee halfronde ramen met rand van gesmoorde baksteen.

De achtergevel wordt deels aan het oog onttrokken door een latere aanbouw onder lessenaardak, maar komt in opzet overeen met de voorgevel. Het dak heeft een overstek met geschupte sierranden en pinakels. Inwendig heeft de begane grond een bakstenen vloer en houten balklaag. De etages bestaan uit een vijf vakken tellend houtskelet met op de eerste etage korbelen en op de zolderetage een Philibertspant. Een deel van de verdiepingsbalklaag is verwijderd. De dakvlakken zijn met riet beschoten en deels wit afgestreken.

Waardering

De voormalige leerlooierij is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van de sociaal-economische, technische en typologische ontwikkeling van de leerlooierij in het algemeen; het heeft architectuurhistorische waarden voor de geschiedenis van de bouwtechniek; het heeft ensemblewaarden vanwege de hoogwaardige kwaliteit van de bebouwing en de historisch-ruimtelijke relatie met wegen, wateren en bodemgesteldheid; het is van belang wegens de architectonische gaafheid van het ex- en interieur.