Inleiding
WOONHUIS bekend als 'Chalet Stollenberg' (ook wel 'Kasteeltje Eiffel'), voormalig PAVILJOEN afkomstig van de wereldtentoonstelling van 1883 in Amsterdam waar het als wijnhuis ('Weinschenke') fungeerde van de Duitse firma Adlon & Todt. Herbouwd in 1884 in Berg en Dal. Het pand kenmerkt zich door het toegepaste vakwerk, een schilderachtige asymmetrie in de plattegrond en de indeling van de gevels, voorts door de toepassing van loggias en hoge schilddaken.
Het gebouw was volgens de bronnen vervaardigd als meesterstuk van handwerkslieden in Neurenberg en ook daar reeds te zien geweest op een tentoonstelling. Op de 'Eerste Internationale Koloniale en Uitvoerhandel Tentoonstelling' van 1883 in Amsterdam, stond het pand tussen de paviljoens rechts van het hoofdgebouw. Na de sluiting van de tentoonstelling in oktober 1883, werden de paviljoens per opbod verkocht, en zo moet ook de Weinschenke in Berg en Dal zijn terechtgekomen. Door architect Geijsbeek Molenaar werd het opnieuw opgebouwd en aangepast tot woonhuis. Of het paviljoen tussen 1883 en de aankoop nog op andere wereldtentoonstellingen heeft gestaan kon niet worden aangetoond.
Het pand is aan de bosrand gelegen, op de kruising van Oude Holleweg en Stollenbergweg. Het is omgeven door een tuin met bomen, haag en gazon. Het perceel is toegankelijk via een niet-oorspronkelijk inrijhek.
Het pand is thans in gebruik als woonhuis en kantoorpand. Bij overbrenging naar de nieuwe bouwplaats kreeg het pand een nieuwe onderbouw. In de jaren vijftig is het huis deels verbouwd, wijzigingen betreffen de invulling van de onderbouw en het verplaatsen van de ingangspartij naar de onderbouw (voorheen was dit een bordes). Hierbij bleef het karakter van het pand in stand.
Omschrijving
Het WOONHUIS is opgebouwd in vakwerk, op een gepleisterde, bakstenen onderbouw. Het pand heeft een rechthoekig grondplan, met een asymmetrisch ingedeelde plattegrond en een asymmetrische indeling van de gevels. Het geheel is twee bouwlagen en een zolderverdieping hoog en wordt gedekt door een samengestelde kap met ongelijke nokhoogten. Het dak bestaat uit hoog opgaande geknikte schilddaken over de verschillende ten opzichte van elkaar verspringende bouwvolumes, waarbij één dak hoog boven de andere uitsteekt. Daarnaast zijn ook lessenaarsdaken toegepast. De schilden zijn belegd met leien in rechtse Rijndekking en met leien in Maasdekking. In de schilden bevinden zich enkele dakkapellen. De afwatering vindt plaats via geprofileerde en overstekende bakgoten op geornamenteerde consoles. Uit het dak steekt een hoge in rode baksteen gemetselde schoorsteen. De gevels van het pand bestaan uit houten stijl- en regelwerk met een witgeschilderde baksteenvulling. De onderbouw wordt afgesloten met een omlopende, gekorniste kroonlijst. Het hout van de gevels is thans groen geschilderd en bezit een profilering. Binnen de gevels zijn verschillende typen vensters toegepast in houten kozijnen, sommige gevuld met glas-in-lood. De gevels worden rondom afgesloten door een verhoogde dakrand met balusters. Als bijzonderheid is nog de vermoedelijk oorspronkelijke waterspuwer te noemen die zich in de vorm van een drakenkop op een gevelhoek in de linker zijgevel bevindt. De VOORGEVEL (gericht naar de hoek Oude Holleweg, Stollenbergweg) is in te delen in drie ongelijke traveeën die van rechts naar links trapsgewijs terugspringen en verschillend in hoogte en afdekking zijn. Rechts bevindt zich in het basement een dubbele garagedeur onder gedrukte korfboog. Hierboven bevindt zich een dichte loggia met rondboogvensters. De middentravee heeft in de onderbouw twee licht getoogde gevelopeningen met stolpramen. In de tweede bouwlaag bevinden zich twee stolpramen onder enkelruits bovenlichten. De ver terugspringende linker travee heeft rechts in de onderbouw de hoofdingang, met links ervan twee vierruits vensters. Voor de huidige ingang bevindt zich een gemetseld muurtje. De tweede bouwlaag heeft onder de dakrand een vensterzone bestaande uit zesruits vensters gescheiden door de stijlen van het vakwerk. Het dak van dit bouwdeel heeft een terugliggend dakhuis bekleed met leien en voorzien van gekoppelde zesruits vensters. De RECHTER ZIJGEVEL oogt symmetrisch en bestaat uit een sterk verticaal gericht middendeel dat iets naar voren springt en aan weerszijden lagere, met lessenaarsdaken gedekte horizontale partijen, waar zich respectievelijk de dichtgezette loggia (links) bevindt en een open loggia (rechts), beide opgebouwd uit balusterachtige stijlen en rondbogen. De bovenlichten van de loggia links zijn gevuld met eenvoudig gekleurd glas-in-lood. In het basement van het middengedeelte is in de jaren vijftig een grote glaspui aangebracht met dubbele deuren, de linker en rechter travee bezit hier elk drie kleine vensters hoog in de bouwlaag. De torenachtige middentravee heeft in de tweede bouwlaag een groot samengesteld kozijn dat aan de bovenzijde korfboogvormig is afgesloten. Het venster is volledig gevuld met glas-in-lood met gebrandschilderde ruiten. Het glas is volgens opschrift vervaardigd in 1874 door het atelier 'J.H. Roth Glasmalerei' in Neurenberg. Het bestaat onder meer uit wapenschilden en op de Renaissance geïnspireerde siermotieven zoals grotesken. Boven het vensters begint direct de iets uitkragende attiekzone met dubbele balusters op de gevelhoeken. Centraal in deze attiek bevindt zich een dakkapel onder schilddak, met een halfrond afgesloten venster en een uitgesneden tongewelf aan de onderzijde. De asymmetrische ACHTERGEVEL heeft een verticaal gerichte middenpartij markant afgesloten met een afgewolfd zadeldak, met geknikte en uitkragende schilden. In het basement van deze partij bevindt zich een vensterzone van vier gekoppelde vierruits vensters. In de tweede bouwlaag bevinden zich twee stolpvensters met enkelruits bovenlichten en in het rondboogvormige spaarveld van de afgeplatte puntgevel een stolpraam. Links sluit de zijgevel van de loggia aan met een deur in het basement. De rechter travee springt sterk terug en heeft in het basement twee deuren en een venster. De tweede bouwlaag heeft een klein schuifvenster. De LINKER ZIJGEVEL heeft een hoger opgetrokken middenpartij en iets terugwijkende lagere zijpartijen. De middentravee heeft centraal gekoppelde stolpvensters in het basement. In de tweede bouwlaag bevinden zich gekoppelde stolpramen onder bovenlichten. In het voorschild bevindt zich een dakkapel. Het gevelvlak van de linker partij heeft geen openingen. De rechter travee heeft een vensterzone met aan elkaar gekoppelde vensters direct onder de dakrand.
Het INTERIEUR is asymmetrisch ingedeeld en afgezien van enkele doorgebroken wanden en het trappenhuis is de interne structuur vermoedelijk bewaard gebleven. De indeling bestaat op de begane grond uit een hal met de trappartij, en een smalle L-vormige gang die toegang geeft tot verschillende vertrekken. De bordestrap geeft toegang tot de eerste verdieping. Vanuit een smalle gang betreedt men onder meer de ruime woonkamer op het noorden die een L-vorm heeft en die toegang geeft tot de dichte en de open loggia. De zolderverdieping bestaat uit enkele kleine vertrekken in de verschillende kappen. Onder de bewaard gebleven interieuronderdelen bevindt zich de goed bewaard gebleven betimmering van de woonkamer. Deze heeft een lambrisering, een rijk cassetteplafond, geornamenteerde vensteromlijstingen en een haardpartij met hangboezemschouw.
Waardering
WOONHUIS, opnieuw opgebouwd voormalig PAVILJOEN uit 1874, afkomstig van de wereldtentoonstelling in Amsterdam van 1883
-Van architectuurhistorische waarde als zeldzaam voorbeeld van een goed bewaard gebleven tentoonstellingspaviljoen uit de jaren zeventig van de negentiende eeuw, in casu een wijnhuis ontstaan als meesterstuk in Neurenberg. Het pand is opgebouwd in vakwerk, en valt op door de hoge schilddaken met samengestelde raampartijen en loggia’s. Het vormt een goed typologisch voorbeeld in de ontwikkeling van houten paviljoens van de grote wereldtentoonstellingen in het vierde kwart van de negentiende eeuw, die veelal een eclectische en schilderachtige vormgeving kenden.
-Van stedenbouwkundige waarde als onderdeel van de bebouwing aan de bosrijke Oude Holleweg, waar het vanwege de ligging op de hoek van twee straten en de opvallende verschijningsvorm een beeldbepalende rol speelt.
-Van cultuurhistorische waarde als zeldzaam voorbeeld van een bewaard gebleven tentoonstellingspaviljoen uit het vierde kwart van de negentiende eeuw.