Villa Jorissen, Dordrecht

Inleiding

Een in de negentiende-eeuwse schil van Dordrecht gesitueerd vrijstaand WOONHUIS van het type villa, met bijbehorende ERFSCHEIDING, hoofdonderdeel van het complex Villa Jorissen. De villa is in 1893-1895 gebouwd in opdracht van de rentmeester/administrateur en kunstkenner P.C. Jorissen. De villa is een ontwerp van de Rotterdamse architect Willem Kromhout, die met deze villa zijn eerste bouwopdracht als zelfstandig architect realiseerde. Het pand is gebouwd in een fantasievolle, aan de Chaletstijl en de vroege Art Nouveau verwante bouwstijl. Het interieur heeft ondanks verbouwingen nog veel van het oorspronkelijke karakter en de detaillering behouden. De villa is een opvallend onderdeel van de villabebouwing aan de Singel.

Omschrijving

De in hoofdzaak vanuit een rechthoekige plattegrond opgetrokken villa is opgetrokken in baksteen verlevendigd met siermetselwerk in gele en oranje verblendsteen en grijze hardsteen. De villa heeft twee, respectievelijk drie boven een souterrain staande bouwlagen onder met bouletpannen en leien gedekte schild- en zadeldaken. De gevels zijn asymmetrisch en voorzien van rechtgesloten gevelopeningen. De boven een hardstenen sokkel staande, drie-assige voorgevel heeft een relatief smalle, tweelaags ingangstravee in het midden, een even hoge bredere travee rechts en een hoger opgaande travee met dwarskap achter een puntgevel links ervan. De entree is samengesteld uit een hardstenen steektrap naar een rijk versierde deur. De onderzijde van de deur staat tussen hardstenen blokken, de bovenzijde tussen boven- en zijlichten met kleurrijk glas-in-lood en verblendstenen dagkanten en hanekam. De rijk uitgevoerde deur is een aan drie decoratief gesmede gehengen opgehangen paneeldeur met glas-in-lood in de drie deurramen. Het middenraam staat achter een decoratief hekwerk van smeedijzer. De zijlichten staan binnen een geprofileerd kozijn en vormen een eenheid met het samengestelde bovenlicht. De entree staat onder de driezijdige houten erker van het boudoir. Deze is voorzien van schuine zijden, geschulpte onderranden en een half, met leien gedekt schilddakje. De geveldelen aan weerszijden van de middentravee zijn identiek op de bel étage en de eerste verdieping. De vensters op de bel étage zijn samengesteld uit een breed middenraam met smalle zijlichten en een smaller, driedelig bovenraam met glas-in-lood onder verblendstenen hanekam met sluit- en aanzetstenen van natuursteen. De verdiepingsvensters hebben een driedelig bovenraam met glas-in-lood boven een raam met middenstijl. Deze vensters staan onder strekken met sluit- en aanzetstenen. De gevel wordt aan weerszijden van de voet van de erker uitbundig versierd door een brede band van gele en oranje verblendsteen in decoratieve verbanden die wordt doorsneden door een dunne hardstenen cordonlijst. De bovenkant van de gevel is aan weerszijden van de erkerkap eveneens rijkelijk versierd met decoratief verwerkte verblendsteen en hardsteen, die voor een deel is uitgemetseld. De gevel wordt boven de middentravee en de rechter travee beëindigd door een houten gootlijst. Uit het dakschild hierboven steekt boven de erker een kleien houten dakkapel met wolfdak en boven het venster een grotere, deels gemetselde en onder een zadeldak staande dakkapel met een uitkragend houten voorschot en gevelteken. De linker travee heeft een twede verdieping boven een houten cordonlijst, die ligt in het verlengde van de gootlijst er rechts van. De tweede verdieping heeft een gemetselde onderzijde met vakwerk en een houten geveltop met voorschot. Het vierdelige venster met glas-in-lood in de bovenramen ligt onder de rondboog van het voorschot dat wordt bekroond door een gevelteken. Omdat de muurdam rechts van het venster iets breder is loopt het dakschild hier verder door. Uit dit dakschild steekt een gemetselde schoorsteen met gele banden.

In de afgesnoten linker gevelhoek staat op de begane grond een venster binnen een verblendstenen omlijsting. De eerste verdieping bevat een balkondeur onder een met glas-in-lood ingevuld bovenlicht. De openslaande balkondeuren staan achter een balkon met houten balustrade, die door middel van gestileerde draken van smeedijzer met de balkonrand is verbonden. De minder scherp afgesnoten hoek van de derde verdieping heeft een onderkant met gekruiste regels het vakwerk. Het venster hierboven staat onder een houten gevelbeëindiging.

De eveneens drie traveeën tellende linker zijgevel heeft een hoog opgaande rechter travee met puntgevel die vergelijkbaar is met de linker travee van de voorgevel, maar heeft twee kleine ronde gevelopeningen in plaats van vensters in de eerste twee bouwlagen. De middentravee is een over twee bouwlagen doorlopende vijfzijdige serre, die op de bel-etage halfrond is en is voorzien van een gemetselde onderbouw met een bovenrand van geglazuurde steen en een ononderbroken vensterreeks van acht ramen met glas-in-lood in de bovenramen onder een ver uitkragende halfronde dakrand die steunt op met snijwerk versierde, met de raamstijlen corresponderende schoren. De verdieping is vijfzijdig en bevat twee vensters met onder het driedelige bovenraam met glas-in-lood een raam met middenstijl. De uitgemetselde schoorsteen in het midden is verlevendigd door accenten van gele en rode steen. De vijfzijdige kap is gedekt met leien in maasdekking. De linker travee heeft in beide bouwlagen een onder strek staand rechtgesloten venster. Dit geveldeel wordt beëindigd door een uitgemetselde rand met verblendsteen en een geprofileerde gootlijst. Uit het dakschild hierboven steekt een eenvoudige, waarschijnlijk toegevoegde rechthoekige dakkapel.

Ook de achtergevel wordt versierd door banden van gekleurde steen en heeft als gevelbeëindiging een uitgemetselde gevelrand van gele en rode verblendsteen, waarop de dakgoot ligt. Tegen de licht risalerende rechter gevelpartij staat een vijfzijdige erker met een houten onderbouw. De erker draagt een balkon met houten balustrade, waarop een stel openslaande deuren onder driedelig bovenlicht uitkomen. Uit het met kruispannen gedekte dakschil hierboven steekt een toegevoegde rechthoekige dakkapel met openslaande ramen. Het bredere, iets terugliggende linker geveldeel bevat geheel links een boven een houten trap en onder bovenlicht staande glasdeur met smeedijzeren raamhek. Links van de deur een vierruits venster onder een segmentboog en met baksteenmozaïek ingevulde boogtrommel. Het uitpandige, door een lessenaardak afgesloten portaal met venster hier links van, is opgetrokken in baksteen en heeft een op de tuin gerichte houten windvang met raam, die een boven een met grestegels beklede trap staande, getraliede glasdeur uit de wind houdt. Het linker deel van het lessenaardak rust op een houten schoor. De linker gevelpartij bevat op de verdieping een venster en een balkon met een betonnen onderstel en houten balustrade, waarop onder driedelig bovenlicht staande balkondeuren uitkomen. Uit het dakschild hierboven steekt een toegevoegde rechthoekige dakkapel.

De rechter zijgevel wordt evenals de andere gevels verlevendigd door banden van rode en gele verblendsteen en staat boven een trasraam met geglazuurde bovenrand. De rechter zijde bestaat uit een vrijwel blinde linker travee en een risalerende rechter travee. De linker travee bevat slechts een getoogd venster op de bel-étage en wordt beëindigd door een op klossen rustende gootlijst. In de risalerend rechter travee staan twee keldervensters, twee traplichten, een smal en hoog venster met tralies, een klein venster en een niet oorspronkelijk, liggend venster. Dit geveldeel wordt beëindigd door een uitgemetselde rand, waarop de geprofileerde gootlijst ligt. Uit het dakschild hierboven steekt links een op de dakvoet staande houten dakkapel met zadeldak, glas-in-lood in het driedelige venster en iets meer naar rechts een kleinere dakkapel met wolfdakje.

Het interieur is voor een belangrijk deel in de oorspronkelijke staat bewaard gebleven, en heeft onder meer diverse paneeldeuren binnen geprofileerde omlijstingen. De houten paneellambrizeringen sluiten in kleur en vormgeving aan op de deuren. Ook in het inwendige is gebruik gemaakt van glas-in-lood. Het ingangsportaal bevat een trap met bordes van marmer, een paneeldeur en lambrizeringen onder de met liggende schijnvoegen verlevendigde wanden. Tussen het portaal en de achterliggende hal met korfboogvormige toog staat een paneeldeur met roedenverdeling in het deurraam. De deur staat tussen met glas-in-lood ingevulde boven- en zijlichten. De gelambrizeerde wanden van de hal zijn vergelijkbaar met die van het portaal. De paneeldeuren naar de diverse ruimtes staan onder een paneelfries. Het plafond is versierd met renaissance ornamenten. Twee door een houten profielstijl van elkaar gescheiden deuren voeren naar kamers, die door middel van openslaande paneeldeuren van elkaar zijn gescheiden. Deze kamers-en-suite links van de hal en de gang zijn voorzien van koven, paneellambrizeringen en parketvloer. De achterkamer is bovendien voorzien van een bijzonder houten plafond met in reliëf uitgevoerde achtpuntige sterren. De halfronde erker in de voorkamer heeft een eenvoudig gekoofd stucplafond met geprofileerde cirkels. Vanuit de hal is via een paneeldeur met samengesteld raam de gang naar de achterdeur te bereiken. Deze gang is ook voorzien van paneellambrizeringen en heeft een vloer die bedekt is met tegels. In de hal een tweedelige houten steektrap met tussenbordes en strokenlambrizeringen aan weerszijden. De linker wand is aan de onderkant voorzien van een lambrizering, terwijl de bovenkant bestaat uit een reeks klimmende vensters met geprofileerde kozijnen en een invulling van glas-in-lood. De trap heeft aan weerszijden balustrades met trappalen, gedraaide spijlen en geprofileerde handlijsten. Het de horizontale beëindiging van het trapgat op de eerste verdieping is afgetimmerd met brede profiellijsten, waarop houten balustrades staan als die van de trap. Op de verdieping een hal met versierd stucplafond, lambrizeringen, een groot aantal paneeldeuren binnen profiellijsten rondom de halruimte en een toog. Deze segmentboogvormige toog rust op getrapt klimmende, gemetselde consoles en draagt aan de voorzijde de tekst "Dat uwe ogen open zijn, dag en nacht over dit huis" (2 Kron. 6-20). De vertrekken op de eerste verdieping zijn onder meer voorzien van eenvoudige lambrizeringen, een schouw van zwart marmer (kamer linksvoor), een stucplafond met versiering in reliëf (kamer linksachter), een stucplafond en een hoog tegen de wand staande, ver uitkragende en op consoles rustende hangboezem met rondboog (kamer linksmidden) een vertrek met een meer eenvoudige schouw van zwart marmer, alsmede een toilet en een badkamer, die beide zijn voorzien van de oorspronkelijke tegellambrizering met gestileerde blad- en bloemmotieven en een geprofileerde bovenrand. De trap naar de tweede verdieping is eveneens tweedelig met een tussenbordes en bestaat uit dezelfde onderdelen als de andere trap, wat ook geldt voor de balustrade rondom het trapgat. De hal bezit een stucplafond en een koperen fonteintje met keramisch achterbord en waterbekken van handgeschilderd Delfts Blauw. Ook hier paneeldeuren binnen profiellijst. Het vertrek linksvoor heeft een samengesteld houten plafond met kraaldelen. Verder onder meer diverse geprofileerde koven, geprofileerd lijstwerk en een kelder die is voorzien van troggewelfjes en een met plavuizen bedekte vloer.

De erfscheiding wordt gevormd door eenvoudig ijzeren hekwerken, die staan op lage gemetselde muurtjes en tussen eveneens gemetselde kolommen met uitkragende koppen.

Waardering

De villa met bijbehorende erfscheiding is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de stedenbouwkundige en de architectuurhistorische waarde.

- De villa is van cultuurhistorisch belang als een goed voorbeeld van representatieve woonhuisarchitectuur voor de welgestelden.

- De villa heeft architectuurhistorische waarde als een goed voorbeeld van een bijzondere bouwstijl die karakteristiek is voor de bouwtijd, vanwege de bijzondere detaillering en materiaalgebruik, vanwege de samenhang tussen het exterieur en het interieur en als een goed voorbeeld van een vroeg werk van de befaamde architect Kromhout.

- De villa heeft stedenbouwkundige en ensemblewaarde vanwege de situering en als een bijzonder onderdeel van de negentiende-eeuwse stadsuitbreiding die van groot belang is voor de ontwikkelingsgeschiedenis van de stad Dordrecht. De villa heeft ensemblewaarde vanwege de samenhang met de tuinkoepel en het koetshuis.

- De villa is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van het exterieur en belangrijke delen van het interieur.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
522300
Complexnaam
Villa Jorissen
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding

COMPLEX bestaande uit een in de negentiende-eeuwse schil van Dordrecht gesitueerd vrijstaand WOONHUIS van het type villa, een KOETSHUIS en een TUINKOEPEL. De vrijstaande villa is in 1893-1895 gebouwd in opdracht van de rentmeester/administrateur en kunstkenner P.C. Jorissen. De villa is een ontwerp van de Rotterdamse architect Willem Kromhout, die met deze villa zijn eerste bouwopdracht als zelfstandig architect realiseerde. Het pand is gebouwd in een fantasievolle, aan de Chaletstijl en de vroege Art Nouveau verwante bouwstijl. Het interieur heeft ondanks verbouwingen nog veel van het oorspronkelijke karakter en de detaillering behouden. Het villacomplex is een opvallend onderdeel van de villabebouwing aan de Singel.

Omschrijving

De dicht aan de straat, achter een bijbehorende erfscheiding staande en er met de voorgevel op georiënteerde, vrijstaande villa heeft een achtertuin, waarin rechtsachter het huis het waarschijnlijk uit de bouwtijd van het huis daterend koetshuis en links in de tuin de waarschijnlijk evenoude tuinkoepel.

Waardering

Het complex is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de stedenbouwkundige en de architectuurhistorische waarde.

- Het complex is van cultuurhistorisch belang als een goed voorbeeld van representatieve laat negentiende-eeuwse woonhuisarchitectuur voor de welgestelden.

- Het complex heeft architectuurhistorische waarde omdat de villa een goed voorbeeld is van een bijzondere bouwstijl die karakteristiek is voor de bouwtijd, vanwege de bijzondere detaillering en materiaalgebruik, vanwege de samenhang tussen het exterieur en het interieur en als een goed voorbeeld van een vroeg werk van de befaamde architect Kromhout.

- Het complex heeft stedenbouwkundige en ensemblewaarde vanwege de situering en als een bijzonder onderdeel van de negentiende-eeuwse stadsuitbreiding die van groot belang is voor de ontwikkelingsgeschiedenis van de stad Dordrecht. Het complex heeft ensemblewaarde vanwege de samenhang tussen de villa, de tuinkoepel en het koetshuis.

- Het complex is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van het exterieur en belangrijke delen van het interieur van de villa.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Woonhuis Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Singel 97 3311 PB Dordrecht Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Villa
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
C 6405 Dordrecht
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1893 1895 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Kromhout, W. ; Zuid-Holland architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven