Inleiding

Het dubbele WOONHUIS in de stijl van het Eclecticisme dateert van rond 1865 en zou oorspronkelijk gebouwd zijn als opslagplaats voor het stadsgeschut. Tevens zou het gebouw onderdak aan soldaten hebben geboden. Het dubbele woonhuis ligt met de voorgevel aan de Steegoversloot en met de linker zijgevel langs de Vest, binnen het beschermd stadsgezicht van Dordrecht. Samen met het pand Vest 72 vormt het woonhuis een visuele poort naar de Vest vanaf de Steegoversloot.

Langs de Vest is aan het hoofdvolume een eenlaags gedeelte vastgebouwd, dat voor de bescherming van rijkswege van ondergeschikt belang is. Een aantal vensters van nummer 279 is op de begane grond voorzien van nieuwe aluminium kozijnen

Omschrijving

Vanuit een vrijwel rechthoekige, samengestelde plattegrond opgetrokken dubbel woonhuis van drie bouwlagen, onder een samengesteld schilddak dat met Hollandse pannen is gedekt. De bijna symmetrisch ingedeelde voorgevel is opgetrokken in rode baksteen boven een gepleisterde ondergevel, de symmetrische zijgevel en de achtergevel zijn geheel gepleisterd. De voor- en zijgevel staan boven een geschilderde hardstenen plint. Voor- en zijgevel zijn lijstgevels, die horizontaal worden geleed door cordonlijsten. De voorgevel heeft een verticale geleding door middel van lisenen met casementen. Het pand heeft een afgeronde gevelhoek. De getoogde vensters op de verdiepingen van de voorgevel en de linker gevelhoek zijn omlijst door een geprofileerde stucrand en voorzien van een gedecoreerd stucpaneel onder het venster. Op de begane grond en in de zijgevel rechtgesloten vensters met hardstenen waterdorpels.

De voorgevel (noord) is boven de begane grond symmetrisch ingedeeld en vier vensterassen breed. De rechter twee vensterassen zijn van nummer 269, de linker van 279. Op de begane grond is geheel rechts de ingang van nummer 269 aangebracht. Links daarnaast bevinden zich twee schuifvensters waarvan de bovenlichten glas-in-lood met gebrandschilderde medaillons bevatten. Naast deze vensters de ingang van nummer 279, met links daarnaast een nieuw groot kozijn. Dit kozijn bevatte oorspronkelijk twee openslaande deuren met ruit onder een bovenlicht. Naast en tussen het kozijn en de deur van 279 zijn lisenen met casementen aangebracht. De entree van 279 wordt gevormd door een paneeldeur onder bovenlicht. In de houten deur van 269 zijn drie deurramen aangebracht die wit en geel glas bevatten, met daarvoor ijzers in een Art Nouveau-motief. Boven de deur een bovenlicht dat voorzien is van glas-in-lood met een gebrandschilderd medaillon. De schuifvensters op de eerste verdieping van 269 hebben glas-in-lood bovenlichten, in de vensters van 279 zijn openslaande ramen onder bovenlicht geplaatst. Het meest linker venster bevat blank glas-in-lood. De vensters op de tweede verdieping zijn voorzien van openslaande ramen met daarvoor een Frans balkon. De kroonlijst is in het ritme van de vensterassen versierd met consoles en panelen.

De afgeronde hoek heeft op de begane grond een tweeruitsraam onder bovenlicht. De sponning van het raam is op de hoeken afgerond. Aan weerszijden van het venster zijn paneellisenen aangebracht. De vensters op de eerste en tweede verdieping zijn als die in de voorgevel van 279 en bevatten blank glas-in-lood. In al de vensters is gebogen glas aangebracht.

De zijgevel (oost) is eveneens vier vensterassen breed. Op de begane grond zijn de vensters verstoord. De verdieping heeft links drie vensters, die vierruits schuiframen onder tweeruits bovenlichten bevatten. In de bovenlichten van de rechter twee vensters is glas-in-lood geplaatst. Het meest rechter venster is blind.

Op de tweede verdieping is links en in de tweede as van rechts een venster aangebracht, de overige twee vensters zijn blind. De vensters zijn voorzien van openslaande ramen met een Frans balkon.

De achtergevel (zuid) van 269 is een gepleisterde tuitgevel met links op de begane grond een uitbouw onder plat dak. In deze uitbouw wordt de entree gevormd door openslaande houten en glazen deuren. Boven de deuren een tweeruits bovenlicht. Aan weerszijden van de deuren een raam met facetglas en bovenlicht. In de bovenlichten glas-in-lood met gebrandschilderde medaillons, die bouwwerken in Dordrecht weergeven. Rechts naast de uitbouw een niet-origineel afdakje met toegang tot de keuken. Op de verdieping twee vensters met openslaande tweeruits ramen en glas-in-lood bovenlicht. De tweede verdieping eveneens twee vensters. Voor de zolderverdieping is in het midden van de tuitgevel een venster aangebracht, met daarin twee openslaande tweeruits ramen. De achtergevel van 279 is vrijwel blind.

Woning nr. 269 heeft een nagenoeg gaaf interieur, met onder meer marmeren schouwen, stucplafonds en paneeldeuren. In de hal bij de voordeur zijn op de wanden aan weerszijden drie schilderingen in de stijl van de Art Nouveau aangebracht, in een omlijsting. De rechterwand laat vanaf de deur een voorstelling zien van een molen, een vaas met bloemen en een herfstbos. De linkerwand toont wederom een molen, een spreuk ("HIJ DIE ALS GAST HIER BINNEN GAAT, KOMT NOOIT TE VROEG DOCH STEEDS TE LAAT") en een kerk. De gang heeft een marmeren vloer. De originele wenteltrap is voorzien van een trappaal en ijzeren spijlen in de trapleuning. De trap wordt verlicht door traplichten die uitkomen op een luchtkoker en door een glazen afdak op de zolder. Diverse kamers op de begane grond en de verdieping zijn voorzien van (beschilderde) stucplafonds. Zo heeft de kamer op de begane grond aan de voorzijde een gedetailleerd uitgevoerd stucplafond in de stijl van de Art Nouveau. In de kamer in de aanbouw aan de achterzijde is een gekoofd stucplafond en een houten paneellambrizering aangebracht. Nummer 279 heeft mogelijk in de gang achter het behang nog schilderingen. De trap is origineel en er zijn enkele stucplafonds.

Waardering

Het dubbele woonhuis is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een gevel in de stijl van het Eclecticisme en vanwege onderdelen van het interieur in de stijl van de Art Nouveau.

Het dubbele woonhuis is van algemeen belang vanwege de stedebouwkundige waarde gelegen in de beeldbepalende situering aan de Steegoversloot, op de hoek met de Vest en de ensemblewaarden met het pand Vest 72, waarmee het een soort poort tot de Vest vormt.

Het dubbele woonhuis is van algemeen belang vanwege de gaafheid van de voorgevel en vanwege de gaafheid en bijzondere detaillering en materiaalgebruik van delen van het interieur.