Inleiding

Omstreeks 1886 gebouwd WOONHUIS van het type villa, met bijbehorend HEK. De villa is gebouwd in een voor de bouwtijd karakteristieke Eclectische stijl. Het inwendige van de villa heeft verbouwingen ondergaan in de jaren veertig en zestig, waarbij onder meer de oorspronkelijke ruimteindeling is veranderd. Een niet originele aanbouw aan de achtergevel is in 1968 verwijderd.

De villa wordt vergezeld door een tegelijkertijd gebouwd koetshuis, dat is verbouwd en voor de bescherming van rijkswege van ondergeschikt belang is. Het koetshuis is opgetrokken in ongepleisterde baksteen onder een met kruispannen gedekt zadeldak. De gevels zijn voorzien van getoogde gevelopeningen en worden verlevendigd door accenten van gele baksteen. De op het huis georiënteerde langsgevel bevat een vensterpartij op de plaats van de inrijdeuren. De kopgevels bevatten een achtruits venster en een daarboven staand luik.

Omschrijving

Het onderkelder woonhuis is opgetrokken vanuit een L-vormige plattegrond in gepleisterde baksteen, die op de begane grond is voorzien van liggende schijnvoegen. Het uit een vleugel met anderhalve en een dwarsvleugel met twee bouwlagen samengestelde huis staat onder met Hollandse pannen gedekte, uitkragende zadeldaken met geprofileerde dakrand op klampen. Een dunne cordonlijst tussen de bouwlagen loopt door over alle gevels. De hoeken van het huis worden geaccentueerd door lisenen.

Het vooraanzicht van het huis bestaat uit een lager rechter en een hoger opgaand linker gedeelte. De kopgevel van het ten opzichte van het lagere volume risalerende bouwdeel is een puntgevel met een vijfzijdige erker. De erker bevat drie rondboogvensters met roedenverdeling in de ramen. De vensters staan tussen smalle penanten en geprofileerde bogen. De erker heeft een geprofileerde kroonlijst en draagt een opengewerkte balkonbalustrade. De verdieping is voorzien van openslaande balkondeuren met zij- en bovenlichten en staat binnen een licht getoogde profiellijst en onder een met akroterieën versierd, geprofileerd kroonlijstje. De top van de gevel bevat een rond oeil de boeuf en een licht uitgepleisterde rand. In de punt van de geprofileerde daklijst bevindt zich een klein voorschot met snijwerk. De voorgevel van het lagere volume bevat een boven een hardstenen stoepje staande, met snijwerk versierde paneeldeur met pseudo-stolpnaald onder een geprofileerd kalf en een getoogd bovenlicht. De ingangstravee is licht risalerend. De twee getoogde en omlijste vensters rechts hiervan bevatten T-schuiframen. Boven de smalle cordonlijst bevindt zich een iets terugliggende mezzanino met drie maal twee rechtgesloten venstertjes en een geprofileerde bovenrand.

De symmetrische, drie-assige kopgevel van het lage volume, heeft hoeklisenen en bevat op de begane grond een stoep met een onder een glazen luifel en een getoogd bovenlicht staande deur met gietijzeren raamrooster, die wordt afgeschermd door de met diagonale roeden doorsneden glazen wanden van een in 1942 geplaatste windvang. De vensters aan weerszijden van de deur zijn als de vensters in de voorgevel van het lage volume. Boven de cordonlijst staat een getoogd venstertje aan weerszijden van een iets groter venster met T-raam. De uitgepleisterde rand van deze puntgevel is vergelijkbaar met die van de hiervoor beschreven kopgevel van het dwarsvolume.

De achtergevel van het lage volume bevat twee getoogde vensters als die in de kop- en de voorgevel, een venster met roedenverdeling (traplicht) die de cordonlijst doorsnijdt en twee kleine rechtgesloten vensters in de mezzanino. De gevel wordt vertikaal geleed door een gemetselde liseen. De rechts van voornoemde gevel staande kopgevel van het hogere volume risaleert enigszins ten opzichte van de lage gevel en heeft een symmetrische indeling. In de onderste bouwlaag staan openslaande glasdeuren met tweedelig bovenlicht. De deuren staan boven een gemetseld terrasje met balustrade. Het verdiepingsvenster bevat een T-raam. Het oeil de boeuf en de uitgepleisterde rand zijn, evenals het gesneden voorschot, te vergelijken met die in de voorste kopgevel.

De langsgevel van de dwarsvleugel heeft op de begane grond twee vensters zoals voornoemd en op de verdieping twee getoogde vensters met T-ramen, waartussen twee kleine rechtgesloten vensters staan.

Het inwendige van het huis bevat nog de oorspronkelijke paneeldeuren, een stucplafond in de hal en een trappenhuis met een uit twee steektrappen met tussenbordes bestaande trap uit de jaren veertig. In de voorkamer bevindt zich behalve een houten lambrizering een balkenplafond, een parketvloer, marmeren vensterbanken, verwarmingskasten en een ingebouwde kast met Ionische pilasters. Bijzonder is een in Neo-Hollandse Renaissance stijl uitgevoerde schouw met gebeeldhouwde schoorsteenposten en een houten schouwbalk met snijwerk. De posten zijn versierd met renaissance motieven, ionische kapitelen en leeuwenkoppen. De schouwbalk heeft een tandlijst met aan weerszijden een console die met een bloemenvaas is versierd en een geprofileerde kroonlijst ondersteunt. De achterkamer bevat eveneens een ingebouwde 19de-eeuwse kast en een stucplafond. Het huis heeft een kelder met een vloer van plavuizen.

Het toegangspad wordt aan de weg gemarkeerd door een dubbel toegangshek van smeed- en gietijzer tussen gecanneleerde gietijzeren hekpalen.

Waardering

Het huis met bijbehorend toegangshek is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische en de architectuurhistorische waarde.

- Het huis is van cultuurhistorisch belang als een goede voorbeeld van representatieve woonhuisarchitectuur bestemd voor de beter gesitueerden.

- Het huis heeft architectuurhistorische waarde als een goed voorbeeld van een voor de bouwtijd karakteristieke bouwstijl en vanwege de samenhang tussen het exterieur en delen van het interieur.

- Het huis is tevens van belang vanwege de grote mate van gaafheid van het exterieur en delen van het interieur.

- Het huis heeft ensemblewaarde vanwege de samenhang met de bij het huis horende voormalige koetshuis.