Inleiding

WOONHUIS uit 1916-1918 in de stijl van Overgangsarchitectuur naar ontwerp van architect A. Schmidt Zn. De woning werd in opdracht van Iz. Groenewegen gebouwd. Langs de voorgevel een hardstenen troittoir.

Omschrijving

Het woonhuis heeft een rechthoekige plattegrond en is opgetrokken in baksteen over drie lagen en een mezzanino met afgeplat schilddak bedekt met tuile-du-Nord. De derde bouwlaag loopt slechts over de halve diepte van het pand. De tweede bouwlaag heeft in de achterste helft een lantaarn met glazen zadeldak.

De voorgevel heeft links een risalerend bouwdeel over de volledige gevelhoogte dat wordt bekroond met een achtzijdig torentje, waarvan de spits is bedekt met leien in Maasdekking. Alle vensters zijn aan de bovenzijde voorzien van rollagen en aan de onderzijde van hardstenen dorpels en hebben houten (schuif)kozijnen. De rechter travee is afgezet met een uitkragende geprofileerde daklijst op klampen. Op de rechterhoek een kleine schoorsteen. In de risaliet een portiek boven een trapje met afgeronde, hardstenen traptreden en een hardstenen bordes. Voordeur met boven- en zijlichten met roedenverdeling en glas-in-loodramen. Zandstenen portiekplafond. De entree wordt bekroond door een timpaan in de voorgevel voorzien van ingegraveerde decoraties. Boven de entree op beide verdiepingen een T-venster met glas-in-lood bovenlicht en twee hardstenen aanzetstenen. De toren heeft een uitgemetselde gootlijst waaronder twee staande raampjes met glas-in-lood.

In de rechter travee op souterrain-niveau twee roostervensters en op de begane grond twee getoogde ramen. Op de eerste verdieping rechts een erker met afgeschuinde zijden die op ijzeren balken steunt. Langs de onderrand een uitgemetseld tandlijstje. Erboven bevindt zich een balkon met een opengewerkte, gemetselde borstwering met een hardstenen rand. Het gestucte plafond van het deels inpandige balkon is afgezet met een houten balk die op sleutelstukken van zandsteen rust. Aan het balkon openslaande deuren met zij- en bovenlichten met roedenverdeling en glas-in-lood.

Aan de achtergevel links een serre met glazen lessenaarsdak. Dubbele deuren met zijlichten met roedenverdeling. Op de verdieping een balkon met houten balustrade. Rechts een risalerend bouwdeel met glasdeur en tweeruits venster met bovenlichten. Op de verdieping een venster met T-raam.

Het interieur is vrij gaaf en heeft een aantal bijzondere elementen. In het tochtportaal en in de gang witte marmeren vloeren en lambriseringen van rood marmer. In het tochtportaal zijn de zijmuren betegeld met Art-deco reliëftegels en is een glasdeur voorzien van geslepen glas. De kamers-en-suite hebben fraai beschilderde stucplafonds met medaillon- en bladmotieven. De schuifdeuren met ingebouwde kasten zijn op de verdieping nog in tact, maar op de begane grond gewijzigd. De keuken is betegeld met gesjabloneerde decors en heeft een troggewelf van geglazuurde baksteen. Serre en keuken hebben granitovloeren. Op de overloop een daklicht met glas-in-lood met gestileerde bloemmotieven.

Waardering

Het woonhuis is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde als representatief voorbeeld van een vroeg-twintigste eeuws herenhuis.

Het huis is van architectuurhistorisch belang vanwege het karakteristieke materiaalgebruik, dat met name in het interieur rijk is. De bouwkundige onderdelen zijn redelijk gaaf in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering.

De woning is van stedebouwkundig belang als onderdeel van de monumentale gevelwand langs de Nieuwe Haven die deel uit maakt van de historische binnenstad van Dordrecht.