Hertogsgemaal, 's-Hertogenbosch

Inleiding.

Hertogsgemaal, in 1940 opgetrokken naar plannen van R. VerLoren van Themaat in vormen van de Delftse School. Het gemaal diende om water, zowel uit de Hertogswetering als uit de Hoefgraaf op de Maas te pompen. Met de sluiting van de Beerse overlaat in 1942, kwam er een einde aan de inundaties in het noordoostelijk deel van Noord-Brabant. De waterbeheersing kon nu worden gericht op de instandhouding van een bepaald polderpeil. De beide sluizen in de mond van de Hertogswetering, de Blauwe Sluis en de Nieuwe Sluis, waren niet geschikt om onder alle omstandigheden een goede waterhuishouding te garanderen. Ter vervanging van de genoemde sluizen werd dan ook in 1941 een elektrisch gemaal gesticht. Het gemaal werd zodanig ingericht dat uit twee boezemwateren, namelijk de Hertogswetering en de Hoefgraaf water werd onttrokken. Het gemaal kreeg de naam Hertogsgemaal.

Het gemaalgebouw is anno 1999 ingericht als expositieruimte voor archeologische vondsten. De meest essentiële bouwkundige en mechanische onderdelen van het gemaal zijn daarbij behouden gebleven.

Omschrijving.

Het éénlaags gemaalgebouw op rechthoekige grondslag bestaat uit een hoog gedeelte met zadeldak en een lagere aanbouw aan de oostzijde met lessenaardak. De daken zijn gedekt met zwarte, opnieuw verbeterde Hollandse pannen. In het hoge gedeelte zijn de pompen en de elektrische motoren ondergebracht. In het lage gedeelte bevindt zich de transformatorruimte en het bedieningsmechanisme voor de afsluitmiddelen. Het gebouw is opgetrokken in rode baksteen. De muren zijn opgemetseld in een kettingverband van drie strekken en een kop. Op de hoeken zijn smalle gemetselde steunberen geplaatst. Het geheel is uitgevoerd in traditionele stijl met boogfriezen onder de goot en met vernieuwde vierruits vensters met segmentboog. In de zuidelijke gevel is boven de brede segmentbogige toegangsdeur een gevelsteen met de naam "Hertogsgemaal" en het jaartal "1940" opgenomen. Op de hoeken is de ingang verstevigd met betonnen blokken.

Naast de ingang bevindt zich een rood zandstenen gedenksteen voor de bouw van het gemaal. In de pompkelder bevinden zich twee elektrisch aangedreven verticale Stork centrifugaalpompen van verschillende capaciteit. In de bovengelegen machinekamer staan twee verticale Heemaf elektromotoren van verschillend vermogen opgesteld. In afwijking van de bestektekening is de elektromotor met het grootste vermogen aangesloten op de pomp met de minste capaciteit. De toevoer van water uit de Hertogswetering werd na het passeren van krooshekken, geregeld met twee hardhouten schuiven van verschillende breedte, die elk een inlaatkoker konden afsluiten. Via een hardhouten klep zijn de kokers met elkaar verbonden.

Het water uit de Hoefgraaf werd door een onder de Rosmalense dijk gelegde kokerduiker naar het gemaal gevoerd. De duiker sluit aan op de bovengenoemde (zuidelijke) inlaatkoker. Ter plaatse van de aansluiting was een hardhouten puntdeur aangebracht waarmee voorkomen kon worden dat water terugstroomde naar de Hoefgraaf.

De beide pompen zijn aangesloten op betonnen uitlaatkokers die uitkwamen in een perskolk. In de mond van de kokers is een tussenschot aangebracht, waardoor vier openingen ontstonden. De perskolk stond in verbinding met de Nieuwe Sluis. De zes kokers van deze sluis waren met een schuif af te sluiten. Op de buitenfrontmuur die nog gedeeltelijk zichtbaar is, zijn de zes bewegingswerktuigen voor de schuiven gehandhaafd. Deze zijn vervaardigd door de N.V. Tilburgsche Machinefabriek en ijzergieterij, voorheen Gebrs. Mercx te Tilburg. Ook zijn de vier hijswerken ten behoeve van de schotbalken nog aanwezig.

Nadat het gemaal in 1979 buiten gebruik is gesteld, is de perskolk gedempt. Tegelijkertijd zijn de kokerduikers aan de zijde van de Hoefgraaf afgesloten met een gronddam.

Waardering.

Het Hertogsgemaal is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de geschiedenis van de waterhuishouding in het noordoostelijk gebied van Noord-Brabant. Het gemaal heeft architectuurhistorische waarde als representant van de Delftse School. Mede door de gaafheid van het pand en de twee nog aanwezige elektrische motoren kan worden gesproken van een industrieel-archeologische waarde. Het heeft ensemblewaarden vanwege de functionele en typologische samenhang met de overige gemalen en sluizen bij Gewande.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
522437
Complexnaam
Krommenhoek
Provincie
Gemeente
Complexomschrijving

Inleiding.

Complex van Blauwe Sluis (1768 en later) (onderdeel I) met Hertogsgemaal (1940) (onderdeel II) en gemaal Caners (1933) (onderdeel III). De gebouwen zijn alle opgetrokken in een sobere, doelmatige stijl met zowel Ambachtelijk-traditionele, Delftse School- als Functionalistische invloeden. Beide gemalen zijn niet meer in functie en vervullen een rol als archeologisch en waterschapsmuseum.

De polders Het Hoog Hemaal, Het Laag Hemaal, Empel en Meerwijk alsmede Van den Eijgen maakten in de 19de eeuw deel uit van de zogenaamde Vier Maaspolders. Elke polder waterde afzonderlijk af, hetzij rechtstreeks op de Maas, dan wel indirect op de Maas, via de Dieze.

De polder Het Laag Hemaal die het water opving in de Rode Wetering, loosde op de Maas via de Rode Sluis te Gewande en tot 1824 ook nog door de Sluis aan het Wild. In 1866 werd langs de Rode Wetering een stoomgemaal gebouwd dat moest zorgen voor de handhaving van het polderpeil. Dit oostelijk van Gewande gelegen gemaal is nog herkenbaar in de bestaande bebouwing (Krommenhoek 9, gemeente Lith; dit voormalige gemaal is intern geheel ontmanteld).

Het Hoog Hemaal waterde uit door de Blauwe Sluis, eveneens te Gewande. Het water uit deze polder, maar ook nog uit verder gelegen polders, werd aangevoerd door de Hertogswetering. De Rode Sluis en de Blauwe Sluis lagen dicht bij elkaar. Dat gold ook voor de beide weteringen, die slechts door een dijk van elkaar waren gescheiden. Bij de beide sluizen lag een verdedigingswerk waarmee de toegang tot het fort Crèvecoeur kon worden bemoeilijkt. Door het dichtzetten van de sluizen kon met het polderwater een inundatie worden gevormd. Na de realisering van de Bergse Maas in 1904 bleken niet alleen de zomerstanden, maar ook de winterstanden op de Maas bij Gewande lager te zijn geworden. Door de beperkte drempeldiepte van de Blauwe Sluis kon bij het spuien niet volledig worden geprofiteerd van deze gunstige omstandigheden. In 1908 werd dan ook naast de Blauwe Sluis de Nieuwe of Kokersluis gebouwd.

De ebstanden op de Maas te Gewande waren gedurende een groot gedeelte van het jaar lager dan de Diezestand. Het werd dus voor de aan de Dieze grenzende polders aantrekkelijk om de lozingspunten aan de Dieze te veplaatsen naar Gewande. Het stoomgemaal bij Orthen kon blijven dienen als reserve. De Hoefgraaf bij Gewande die als boezem voor het gebied diende, werd door een leiding in verbinding gebracht met de bovengenoemde Nieuwe Sluis.

De regering wenste in 1921 een publiekrechtelijk lichaam, waarmee kon worden onderhandeld over de ophoging van de Beerse overlaat; de afsluiting zou immers grote gevolgen hebben voor de streek. Dat overheidslichaam werd het opgerichte waterschap "Maaskant". Het nieuwe waterschap moest de werken gaan uitvoeren die nodig waren voor een goede afwatering van een groot gedeelte van noordoost Brabant en beheerde de gehele linker Maasdijk van Sambeek tot Treurenburg, met alle daarop of daarin gelegen kunstwerken. Dit overkoepelend waterschap heeft langzamerhand de taak van de kleine waterschappen langs de Maas voor een groot deel overgenomen. Voor de polder Het Laag Hemaal had dit tot gevolg dat in 1933 aan het einde van de Rode vaart, achter de Rode sluis, een nieuw gemaal werd gesticht.

In 1927 is zowel het gebied als de taak van "Maaskant" sterk uitgebreid. Zo werd achter de Rode sluis in 1933 een gemaal gesticht, dat in 1950 de naam "Caners" verkreeg. De natuurlijke lozing van de Rode Wetering bleef mogelijk door een 2 m brede afsluitbare opening langs het gemaal. Het gemaal Caners verving ook het eerdergenoemde, uit 1860 daterende, gemaal. Tegen het einde van de negentiende eeuw werd op enige afstand van de Rode en de Blauwe Sluis de in de Maasmondwet genoemde inundatie- of bevloeiingssluis gebouwd. De Hoefgraaf werd ermee in verbinding gebracht.

Doordat verder moest worden ingespeeld op de nieuwe waterhuishoudkundige situatie die zou ontstaan na de afsluiting van de Beerse Overlaat, werd in 1940 achter de Nieuwe Sluis een elektrisch gemaal gebouwd dat bekend is als Hertogsgemaal. Door een 4 m brede opening aan de noordzijde van het gemaal kon buiten het gemaal om, via de Nieuwe en/of Blauwe Sluis op de Maas worden geloosd. Bij stagnerende afvoer van de Hoefgraaf naar de Maas, werd het water via een korte aftakking van deze waterleiding en een duiker naar het Hertogsgemaal geleid. Dit gemaal sloeg dan zowel het water van de Hertogswetering als van de Hoefgraaf uit. Ter vervanging van de inundatiesluis werd in 1953 het gemaal "Ploegmakers "gebouwd.

Om verzekerd te zijn van een goede wateraanvoer naar dit gemaal werd de Nieuwe Vliet gegraven, die een kortsluiting vormde tussen het gemaal en de Ploossche Wetering. De overbodig geworden sluis werd gesloopt. In de dijk tussen de Rode Wetering en de Hertogswetering bevond zich ter hoogte van het gemaal uit 1860 een afsluitbare duiker en een overlaat van 10 m breedte. De overlaat die 1,50 m lager lag dan de dijkskruin kon met houten schotten worden afgesloten. Duiker en overlaat werden alleen in werking gesteld als het Hertogsgemaal niet meer in staat was het aangevoerde water te verwerken. De duiker is nog aanwezig. In 1979 nam een nieuw gemaal, het gemaal "Gewande", dat iets oostelijker van het oude gemalen- en sluizencomplex is gelegen, de taken van de drie oudere gemalen over. Alleen het gemaal Ploegmakers werd gesloopt.

Omschrijving.

De complexonderdelen zijn op korte afstand van elkaar gelegen aan de kop van verschillende waterwegen die alle op de Maas uitkomen. De bebouwing van de drie objecten is markant gesitueerd op de maasdijk en bevindt zich op korte afstand van elkaar. De gemalen zijn sobere, doelmatige éénlaags gebouwen van baksteen die in formaat en proporties nauwelijks van de gangbare dijkbebouwing afwijken.

Waardering.

Het complex is van algemeen belang. Het complex bezit cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van zowel een geografisch/landschappelijke als een militair-historische ontwikkeling. Tevens is het van bijzondere betekenis voor de ontwikkeling van de waterstaatkundige huishouding van de streek rond 's-Hertogenbosch.

Het complex bezit architectuurhistorische waarden vanwege de toegepaste ambachtelijk-traditionele, traditionalistische en functionalistische vormgeving van de afzonderlijke objecten. Het complex heeft ensemblewaarden vanwege de functionele samenhang met de overige waterstaatkundige werken bij Gewande.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Gemaal(M3) Boerderijen, molens en bedrijven Gemaal (M) oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Krommenhoek 13 5236 BE 's-Hertogenbosch BY Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
U 348 's-Hertogenbosch
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1940 1940 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Verloren van Themaat, R. ; Noord-Brabant architect / bouwkundige / constructeur
Tilburgsche Machinefabriek, N.V. ; Noord-Brabant ijzergieter
Naar boven