Het Slotje, Nijmegen

Inleiding

VILLA "Het Slotje", in 1907-1908 gebouwd als buitenverblijf voor Jonkheer Meester E.F.M. van Rijckevorsel van Kessel naar ontwerp van architect W. Hoffmann. Het curieuze ontwerp van deze asymmetrisch opgebouwde villa is moeilijk onder te brengen bij één architectuurstijl. In het ontwerp zijn naast elkaar historiserende en moderne stijlkenmerken toegepast; een niet eenduidige vorm van overgangsarchitectuur met opmerkelijke toegevoegde elementen zoals steunberen, kantelen en decoratieve spietorentjes met waterspuwers die met name het noordelijk deel van het pand een kasteelachtig karakter geven.

Het pand bevindt zich in het stadsdeel Nijmegen-West, en is gesitueerd aan de oostzijde van de Neerbosscheweg nabij de kruising met de Energieweg. In de oorspronkelijke situatie bestonden beide wegen niet, en lag het pand midden op een groot landgoed tussen de dorpen Neerbosch en Hees. De noordzijde van het pand staat op de oorspronkelijke bouwtekening aangemerkt als voorgevel: frontzijde gericht naar de voormalige Dorpsstraat. Door de aanleg van de naoorlogse woonwijken Heseveld en Neerbosch-Oost, het industriegebied Oostkanaaldijk en de Neerbosscheweg is het landgoed verscheurd en nagenoeg verloren gegaan. De villa heeft thans een geïsoleerde maar voor de gemotoriseerde passant markante situering. De evenwijdig aan de Neerbosscheweg gelegen westgevel - waarin de hoofdentree - fungeert thans als voorgevel.

Omschrijving

Geheel onderkelderde VILLA van twee bouwlagen en zolderverdieping op samengesteld grondplan. Het bouwvolume heeft een asymmetrische opzet. Aan de zuidzijde is een éénlaags dienstvleugel met balkon uitgebouwd (oorspronkelijk keuken en schuur, thans kantoor en toiletgroep). Het smalle terras aan deze zijde is onlangs dichtgezet en overkapt (oorspronkelijke buitengevel nog intact). In het verlengde hiervan bevindt zich aan de noordzijde eveneens een terras. Tegen de oostgevel is een trap- annex liftschacht gebouwd. Deze moderne toevoeging valt buiten de bescherming. De oorspronkelijke buitengevel met uitgemetselde schoorsteen en kantelen is zoveel mogelijk intact gelaten.

Het samengestelde DAK bestaat uit een schilddak (straatzijde) en een zadeldak (achterzijde) die haaks op elkaar zijn geprojecteerd. Het schilddak heeft de nokrichting evenwijdig aan de straat en is voorzien van diverse aankappingen ter plaatse van dakkapellen en topgevels. De nokuiteinden worden gemarkeerd door forse schoorstenen. Het dak is gedekt met schubvormige leien. De afwatering geschiedt aan de zuidzijde via een uitkragende bakgoot op gesneden klossen, en aan de noordzijde via een goot die is weggewerkt achter een borstwering met kantelen en waterspuwers. De borstwering is op de hoeken voorzien van twee decoratieve (spie-)torentjes met waterspuwer en ingesnoerde spits. Het zadeldak aan de achterzijde wordt afgesloten door een hoger opgemetselde topgevel met schoorsteen. Dit dak is gedekt met schubvormige leien en watert af via een bakgoot die op de uitgemetselde gevel is gelegd. De dakkapellen zijn uitgevoerd in hout: eenvoudige platgedekte exemplaren in het zadeldak en rijker uitgevoerde exemplaren met aankappingen in het schilddak. De GEVELS zijn opgetrokken in een crèmekleurige strengperssteen en gemetseld in kruisverband. Het in rode baksteen gemetselde trasraam is voorzien van een groot aantal kelderlichten en wordt afgesloten door een hardstenen waterslaglijst. Aan de bovenzijde worden de gevels afgesloten door een uitgemetselde band of dito borstwering met kantelen. Alle gevels hebben een asymmetrische indeling. De vensterindeling aan de ingangszijde is onregelmatig. Aan de overige zijden is sprake van vensterassen. Het merendeel van de gevelopeningen is rechthoekig van vorm en wordt afgesloten door een strek of hanekam. De vensters variëren sterk qua type en afmetingen. De enkelvoudige variant heeft overwegend een draai- of schuivend onderraam en een meerruits bovenlicht met glas-in-lood. De grotere samengestelde variant heeft enkelruits onderramen en meerruits bovenlichten met glas-in-lood. De vensters, alsmede de openslaande terrasdeuren aan de noord- en zuidzijde, zijn voorzien van luiken (grotendeels uitgevoerd als persiennes). Een groot aantal elementen is uitgevoerd in hardsteen, zoals traptreden, voordeuromlijsting, lekdorpels, waterslag- en deklijsten, afzaten, kraagstenen en waterspuwers. De hoofdentree is architectonisch sterk benadruk, mede door de uitkragende toren op de verdieping. De entree bestaat uit een hardstenen plint met schoenschrapers en brievenbussen; een getoogde deur met geometrische motieven en raam met rooster; getoogde zijlichten; een houten luifel; een driedelig rondboog-bovenlicht. De hardstenen omlijsting is bewerkt. Boven de entree is een hardstenen plaat ingemetseld met twee wapenschilden en een kroon. De gedeeltelijk uitkragende toren rust op een boog. De achtzijdige toren is voorzien van kantelen en een gemetselde band met verdiepte velden. De torenspits is met leien gedekt en wordt bekroond door een smeedijzeren windvaan. De toren wordt aan de rechter zijde geflankeerd door een geveltop met getrapte tuit en een klein achtzijdig klokkentorentje. De RUIMTELIJKE INDELING van de begane grond is nog grotendeels intact. De vestibule leidt recht naar de vroegere hall (thans restaurant). De hall staat via een dubbele schuifdeur in verbinding met de eetkamer. De hall en de eetkamer hebben respectievelijk aan de noord- en zuidzijde toegang tot een terras. De vestibule wordt aan de linker zijde geflankeerd door de vroegere huiskamer (thans bar) en aan de rechter zijde door een dwarsgang en garderobe. De garderobe en de achterliggende werkkamer zijn thans samengetrokken tot één vertrek. Achterin de dwarsgang bevinden zich de trap en de toegangen naar de voormalige dienstvertrekken (thans kantoor en toiletgroep). In het pand is een aantal oorspronkelijke INTERIEURELEMENTEN bewaard gebleven, zoals bakstenen schoorsteenmantels (geglazuurde steen in diverse kleuren) met marmeren dekplaten; stucplafonds met geprofileerde lijsten; wit marmeren vloer in de vestibule en parketvloeren in de woonvertrekken; houten lambrizering; schuifdeuren en paneeldeuren met bewerkte omlijstingen; een bordestrap met twee armen en gesneden trappaal.

Waardering

VILLA "Het Slotje" uit 1907-1908.

- Van architectuurhistorische waarde als typologisch goed en herkenbaar voorbeeld van een aanzienlijk buitenverblijf uit het begin van de twintigste eeuw. Het pand valt op door het eigenzinnige ontwerp in overgangsarchitectuur, in combinatie met veel bouwelementen die aan een kasteel refereren. Het materiaalgebruik is rijk en bijzonder. Het interieur van met name de begane grond is grotendeels intact. Het pand is van bijzonder belang voor het oeuvre van architect W. Hoffmann. - Van stedenbouwkundige waarde vanwege de situering, verbonden met de ontwikkeling van het dorp, en later de stadswijk Neerbosch. De villa herinnert aan het voormalige landgoed bij Neerbosch en is in de huidige situatie markant gesitueerd voor met name de gemotoriseerde passant. De villa vormt een bijzonder markeringspunt aan de stadsrand van Nijmegen.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
523037
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Woonhuis Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Neerbosscheweg 620 6544 LL Nijmegen Neerbosch-Oost Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Villa
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
H 5046 Neerbosch
H 5044 Neerbosch
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1907 1908 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Hoffmann, W. ; Gelderland architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven