Wissinkweg 2, Winterswijk Miste

Inleiding

BOERDERIJ met blokvormig voorhuis gebouwd omstreeks 1895 (gevelsteen), vermoedelijk ter vervanging van een hallehuisboerderij in eigendom van de families Oosterman en Bessink-Pas, van oorsprong scholteboeren. De boerderij is omgeven door weilanden en ligt evenwijdig aan de Misterweg, een belangrijke doorgaande weg van Winterswijk naar Aalten, waarlangs naast kleinere boerenerven ook enkele monumentale boerderijen zijn gebouwd.

Scholteboeren hebben grote invloed gehad op het Winterswijkse landschap, vooral in Woold en Ratum, maar ook in het buurtschap Miste. Vanaf 1850 profileren deze scholteboeren zich door middel van boerderijen met grote voorhuizen, voorzien van een detaillering die ontleend is aan de stedelijke architectuur. De hier beschreven boerderij is volgens de bewoners gebouwd met kapitaal dat de familie won in een loterij en uitgevoerd met Neo-Classicistische elementen. Het eveneens beschermde VARKENSHUIS dat rechts aan de boerderij is gebouwd, is volgens gegevens uit het bouwarchief in 1921 intern verbouwd zodat aan de voorzijde een woongedeelte ontstond. De boerderij is grotendeels in tact in zowel in- als exterieur, hoewel aan de zijgevel van het nevenhuis een recent afdak is geplaatst en zich op het achtererf een recente schuur bevindt. Het erf is voorzien van een recente bestrating. De achter op het erf gelegen schuur (`schoppe') valt niet onder de bescherming.

Omschrijving

Gedeeltelijk onderkelderde BOERDERIJ met een blokvormig voorhuis en een achterhuis met middenlangsdeel en stallen. Aan de linkerzijgevel is een lager nevenhuis (VARKENSHUIS) aangebouwd, dat bestaat uit een achterhuis met voormalige varkensstallen en een voorhuis ten behoeve van het personeel. Het blokvormige voorhuis is twee bouwlagen en een zolderverdieping hoog en opgetrokken in rode baksteen in kruisverband op een samengesteld grondplan. De bekapping bestaat uit twee haaks tegen elkaar geplaatste schilddaken belegd met gesmoorde pannen. In de nok van het voorste schilddak bevinden zich twee gemetselde schoorstenen, in het rechter schild een derde. De afwatering vindt plaats via een gekorniste bakgoot. Aan de rechterzijde van het achterhuis bevindt zich nog een gietijzeren dakgoot. De gevels van het voorhuis hebben een gepleisterde plint, gepleisterde hoekpilasters, een brede gepleisterde cordonlijst tussen verdiepingen en een breed fries onder de bakgoot. Aan de rechterzijde van het achterhuis bevinden zich vijf roosankers.

De symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL telt vier assen met in de eerste bouwlaag vier T-schuifvensters met opgeklampte luiken. De vensters worden aan de bovenzijde afgesloten door een gepleisterde segmentboog met sluitsteen en zijn aan de onderzijde voorzien van een hardstenen onderdorpel en een gepleisterd vlak met oren. In het dakschild bevindt zich onder een aangekapt schilddak een dakkapel, met een stolpvenster omlijst door pilasters die een timpaan dragen. De voorgevel van het nevenhuis heeft in de eerste bouwlaag in de middenas een opgeklampte deur met tweeruits bovenlicht. Rechts hiervan bevindt zich een keldervenster met diefijzers onder het van opgeklampte luiken voorziene schuifvenster (2(1+1)) van de opkamer. Links van de deur bevindt zich een gekoppeld T-schuifvenster voorzien van luiken. In de topgevel een laadluik met tweeruits bovenlicht. Alle gevelopeningen behalve het keldervenster zijn aan de bovenzijde voorzien van een gemetselde segmentboog met gepleisterde sluitsteen. De gevel wordt afgesloten door witgeschilderde windveren en een makelaar. De RECHTER ZIJGEVEL heeft in het terugliggende rechter geveldeel in de eerste bouwlaag geheel rechts een keldervenster onder een opkamervenster. Links hiervan bevindt zich een T-schuifvenster. De tweede bouwlaag heeft twee vensters van het type dat is toegepast in de voorgevel, maar eenvoudiger gedetailleerd. In het linker geveldeel is rechts halverwege de eerste bouwlaag een venster met tralies geplaatst en links een T-schuifvenster van het reeds vermelde type. De tweede bouwlaag is blind. De zijgevel van het linker geveldeel heeft in de eerste bouwlaag een eenvoudige opgeklampte deur. Hierboven bevindt zich voor het trappenhuis een T-schuifvenster, gedetailleerd als in de voorgevel, dat halverwege de verdieping is geplaatst en de cordonlijst doorsnijdt. De RECHTER ZIJGEVEL van het nevenhuis is verticaal geleed met een aantal gemetselde pilasters. In de tweede as is een getoogde gevelopening dichtgezet, hiernaast bevindt zich een vierruits stalraam en een dichtgezette deuropening. De vier assen tellende LINKER ZIJGEVEL heeft in de eerste bouwlaag in de tweede as van rechts een segmentboogvormige ingangsportiek waarin zich een stolpdeur en een enkelruits bovenlicht bevinden. De deur is in kern weliswaar oorspronkelijk, maar aan de buitenkant met platen beschoten. In de eerste en tweede bouwlaag bevinden zich voorts vensters zoals beschreven in de voorgevel. De zijgevel van het achterhuis bestaat achtereenvolgens uit een T-schuifvenster, tussen gemetselde pilasters een opgeklampte staldeur onder segmentboog met gepleisterde geboorte- en sluitstenen en direct ernaast een gietijzeren valraam. In deze zijgevel bevinden zich vijf gietijzeren rozetankers. In het buiten de gevel van het voorhuis uitstekende geveldeel van het achterhuis bevindt zich een opgeklampte deur met tweeruits bovenlicht. De ACHTERGEVEL bestaat uit twee van beschoten topgevels voorziene stalgevels waarbij de rechter breder is dan de linker. Links zijn windveren vervangen door keperpannen. Op de overgang naar de topgevelbeschieting is een kwartrol gemetseld.Rechts bevinden zich ver terugliggende deeldeuren onder korfboog met gepleisterde geboorte- en sluitstenen met staande ovaalvormige zijvensters. Links en rechts bevinden zich staldeuren onder korfbogen met gepleisterde boogstenen onder ronde stalramen. Links bevinden zich staldeuren onder een korfboog zoals rechts. Ter weerszijden van deze deuren bevindt zich een rond stalvenster (tuimel). In het topgevelbeschot is een laadluik aangebracht. De indeling van het INTERIEUR is nog grotendeels in tact. Het voorhuis wordt op de begane grond overdwars in tweeën gedeeld door een hal die uitloopt in het trappenhuis. Aan één zijde bevinden zich kamers-en-suite, aan de andere zijde bevinden zich een traditionele woonkeuken, een recente keuken en een opkamer en kelder. Het achterhuis heeft een washok, een deel met stallen en een houten trap naar de hooizolder. Het nevenhuis bestaat uit een voorhuis met een rookvang en een opkamer ten behoeve van huisvesting van het personeel. Achter dit voorhuis bevinden zich varkenshokken. Het interieur bezit nog talrijke oorspronkelijke elementen zoals zwart marmeren schoorsteenmantels, boezems met gepleisterde pilasteromlijsting, omlopende cassettelambrizering, vensterbanken en stucplafonds, alsmede een vensternis met bankje. Voorts een traditionele betegelde houten schouw, gehoute deuren en een spekkast. In de voormalige koeiestallen worden de hilden gedragen door gesneden consoles, die vermoedelijk zijn hergebruikt.

Waardering

BOERDERIJ met blokvormig voorhuis gebouwd omstreeks 1895

-Van architectuurhistorische waarde als gaaf en goed voorbeeld van een scholteboerderij die omstreeks de eeuwwisseling is herbouwd met een imposant voorhuis. Hier is sprake van een karakteristieke ontwikkeling bij boerderijen van welgestelde boeren in de achterhoek. Deze boerderij valt op vanwege hoogwaardige esthetische kwaliteiten die onder andere tot uitdrukking komen in de detaillering van de gevels met Neo-Classicistische elementen en de aanwezige interieurelementen waar naast de gebruikelijke traditionele woonkeuken met betegelde schouw en gehoute deuren ook met meer stedelijk allure ingerichte kamers-en suite voorkomen, met houten schoorsteenmantels, vensterbanken en stucplafonds met bloemenmotieven.

-Van stedenbouwkundige waarde als onderdeel van de historisch gegroeide bebouwing aan de Misterweg, waar het door de markante hoofdvorm en detaillering een belangrijke stofferende rol in het landschap speelt.

-Van cultuurhistorische waarde binnen de agrarische en sociale geschiedenis van Nederland, vanwege de bestemming van het pand als scholteboerderij. In het pand verwijzen verschillende elementen naar die historische bestemming, zoals het veelhoekige venster waardoor men van woongedeelte naar de koeien kon kijken. Voorts is het pand een uitdrukking van de woon- en werkcultuur van een rijke boerenfamilie rond de eeuwwisseling, waarbij naast meer traditionele ruimten ook stedelijk ingerichte vertrekken voorkomen.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
523471
Provincie
Gemeente

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Boerderij(M1) Boerderijen, molens en bedrijven Boerderij (M) oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Wissinkweg 2 A 7109 BC Winterswijk Miste Ja
Wissinkweg 2 B 7109 BC Winterswijk Miste
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
U 680 Winterswijk
U 711 Winterswijk
U 676 Winterswijk
U 677 Winterswijk
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1895 1895 vervaardiging
Naar boven