LEGERINGSGEBOUW nr 111 (11) gebouwd omstreeks 1938 met rechthoekige plattegrond bestaande uit twee bouwlagen afgesloten door een flauw hellend samengesteld schilddak gedekt met gesmoorde en rode pannen. De gevels met trasraam in rode baksteen, zijn verder opgetrokken in gele baksteen. De baksteen is beschilderd om een camouflage aan te brengen. De venster- en deuropeningen op de begane grond worden aan de bovenzijde afgesloten door een uitkragende betonnen latei.

De symmetrische VOORGEVEL (zuidgevel) is een langgerekte gevel aan de zuidzijde te verdelen in een terug gelegen middenpartij aan weerszijden geflankeerd door een risaliet afgesloten door een aangekapt schilddak met uiterst links en rechts een terug gelegen geveldeel. In de middenpartij bevindt zich de ingangspartij bestaande uit een dubbele deur met links en rechts een staand twee-ruits raam. Op de verdieping bevinden zich twee regelmatig verdeelde vensters met stalen roedenverdeling (3x3)+2 met aan weerszijden een staand twee-ruits raam. De ingangspartij wordt aan weerszijden geflankeerd door een identieke as met op de begane grond een driestrooksvenster met bovenlichten en roedenverdeling en op de verdieping een identiek venster zonder bovenlichten. In het dakvlak van de middenpartij bevindt zich een langgerekte dakkapel met zes gekoppelde liggende twee-ruits ramen afgesloten door een plat dak. Beide risalieten bestaan uit twee assen met op de begane grond van iedere as een driestrooksvenster met bovenlichten en roedenverdeling en op de verdieping een identiek venster zonder bovenlichten. De risaliet wordt afgesloten door een achterliggend aangekapt schilddak met in het dakvlak twee niet oorspronkelijke drie-ruits dakramen. Uiterst link en rechts bevindt zich een identieke as met op de begane grond en de verdieping drie, staande twee-ruits ramen afgesloten door een plat dak dat overgaat in het zijschild van een aangekapt schilddak.

In de LINKERZIJGEVEL (westgevel) bevindt zich in beide bouwlagen een centraal geplaatst venster met roedenverdeling met links en rechts een staand venster. Uiterst rechts bevindt zich in beide bouwlagen nogmaals een staand venster onder een plat dak.

De ACHTERGEVEL (noordgevel) bestaat uit een terug gelegen middenpartij aan weerszijden geflankeerd door een risaliet met uiterst links en rechts een terug gelegen as. Centraal in de middenpartij bevindt zich op de begane grond links een venster rechts een deur met op de verdieping twee regelmatig verdeelde vensters bestaande uit drie gekoppelde zes-ruits ramen. Uiterst links en rechts in de middenpartij bevindt zich in beide bouwalgen een driestrooksvenster. De gevels van beide risalieten hebben een indeling die identiek is aan de risalieten in de voorgevel. Uiterst links en rechts bevindt zich een terug gelegen gevel.

De RECHTERZIJGEVEL (oostgevel) is identiek aan de linkerzijgevel.

Het INTERIEUR is niet bezocht.

Waardering

LEGERINGSGEBOUW (11) gebouwd omstreeks 1938 als onderdeel van het KAZERNECOMPLEX `infanterie Schietkamp (ISK)'.

- Van architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een bakstenen legeringsgebouw met camouflage beschildering uit 1938 als onderdeel van de Infanterie Schietkamp aangelegd aan het einde van de negentiende eeuw.

- Van stedenbouwkundige waarde vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie tussen het legeringsgebouw en de andere onderdelen die deel uitmaken van het kazernecomplex `Infanterie Schietkamp (ISK)'. Het legeringsgebouw maakt onderdeel uit van twee identieke legeringsgebouwen met camouflage beschildering.

- Van cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een legeringsgebouw met camouflagebeschildering als onderdeel van de Infanterie Schietkamp daterend uit het einde van de negentiende eeuw van belang voor de geschiedenis van de Nederlandse krijgsmacht.