Oud Groevenbeek, Ermelo
Omschrijving onderdeel 5: BOERDERIJ met BAKHUIS (Putterweg 232, op de bijbehorende kaart aangegeven met nummer 5).
BOERDERIJ uit omstreeks 1870 van het hallehuistype met in kruisverband gemetselde gevels en een met gesmoorde Oud Hollandse pannen belegd wolfsdak met een schoorsteen op de nok. De dakschilden zijn voorzien van moderne goten en eenvoudig geprofileerde windveren.
De voorgevel heeft een negenruits schuifraam in het midden. Links daarvan bevindt zich een vernieuwd zesruits raam en rechts ervan een zesruits schuifraam. Alle ramen zijn voorzien van luiken en een anderhalf steens strek. In de geveltop bevindt zich een dubbel hooiluik met een anderhalf steens strek.
De linker zijgevel heeft een tweeruits raam ter plaatse van het voorhuis. Links daarvan bevinden zich een getoogd stalraam, een staldeur en twee getoogde stalramen met daaronder een mestluik.
De achtergevel is symmetrisch en heeft een getoogde deeldeuropening met een afsluitende segmentboog en aan weerszijden een getoogd zesruits stalraam en een getoogd staldeurtje. Boven de deeldeuropening bevindt zich een groot dubbel luik.
De rechter zijgevel heeft links een vierkant kelderraam met rechts daarvan een waterpomp, een getoogd zesruits raampje een zijdeur en drie, hoog aangebrachte getoogde stalramen en één staldeur.
Het interieur van de boerderij is gaaf bewaard gebleven. In de deel zijn drie ankerbalkgebinten zichtbaar en hebben de voormalige stalruimten nog de oorspronkelijke indeling en detaillering. Ook de indeling en de detaillering van het voorhuis zijn nog oorspronkelijk. In de nette kamer bevindt zich onder meer nog de oorspronkelijk betegelde schouw. Op de tegeltableaus zijn een man en een koe en een man met een paard afgebeeld.
Het BAKHUIS heeft een zadeldak met gesmoorde Hollandse pannen en een schoorsteen op de nok. De gevels zijn in kruisverband gemetseld.
In de voorgevel van het bakhuis bevinden zich een negenruits schuifraam met luiken en een rond ijzeren raam in de geveltop. De linker zijgevel heeft een vierruits raam met luik en een toegangsdeur. Aan de achterzijde is de oude wastobbe, waarin de was gekookt werd, nog aanwezig in een nis. Ook de uitgebouwde schoorsteen is hier zichtbaar. De rechter zijgevel is blind.
Het interieur van het bakhuis is nog oorspronkelijk en heeft nog een tegeltableau boven de ovendeur waarop een gekooid vogeltje is afgebeeld.
Waardering
De BOERDERIJ MET BAKHUIS is van algemeen cultuurhistorisch belang:
- als gaaf en goed voorbeeld van een eenvoudige boerderij van het hallehuistype, gelegen op het terrein van de buitenplaats Oud Groevenbeek;
- wegens de esthetische kwaliteiten, gave verhoudingen en de detaillering in vormgeving en materiaalgebruik;
- wegens het bewaard gebleven interieur van beide gebouwen;
- wegens de functioneel-ruimtelijke relatie met de overige onderdelen van de buitenplaats.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Complexomschrijving
Inleiding
De HISTORISCHE BUITENPLAATS Landgoed OUD GROEVENBEEK ligt aan de westkant van de Oude Zuiderzeestraatweg (de huidige Putterweg) en direct ten noorden van de gemeente Putten. Aan de andere zijde van de Putterweg bevindt zich Nieuw Groevenbeek, waarmee dit landgoed tot 1890 één geheel vormde. In dat jaar werd er om financiële redenen besloten om de vanaf circa 1850 door één maatschap beheerde gronden van Oud Groevenbeek, Klein Kampveld en Nieuw Groevenbeek te verdelen.
De in structuur en detail zeer goed bewaard gebleven historische buitenplaats Oud Groevenbeek bestaat uit een HOOFDGEBOUW (Oud Groevenbeek) (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), KOETSHUIS (3), TUINMANSWONING (4), BOERDERIJ met BAKHUIS (5), WASGEBOUW (6), DRUIVENKAS (7) EN WATERTOREN (8).
De naam 'Grobbenbeecke' komt voor het eerst voor in de archiefstukken van de Kelnarij te Putten aan het einde van de zeventiende eeuw. De naam werd vermoedelijk ontleend aan de in dit gebied aanwezige sprengenkoppen met de sprengenloop die momenteel de Groevenbeek wordt genoemd. Groevenbeek is in de tweede helft van de 19de eeuw ontstaan als "ontginningslandgoed" op de overgang van het Putter- en Speulderbos en de Ermelose heide. In de periode 1858-1894 ontstond een landgoed met een uitgebreid stelsel van lanen en paden met uitkijkpunten, waarbinnen bos werd aangeplant ten behoeve van de houtproduktie. In 1894 werd het landgoed in onderdelen verkocht, waarbij echter de belangrijkste delen, te weten Oud en Nieuw Groevenbeek, nog tot 1903 in het bezit van leden van één familie bleven. Vanaf circa 1900 ontwikkelden Oud en Nieuw Groevenbeek zich, binnen de bestaande aanleg van het landgoed, tot gebieden met elk een geheel eigen karakteristiek. In 1870 besloot men om de boerderij op het inmiddels zo genoemde Oud Groevenbeek te verplaatsen. De boerderij werd afgebroken en op de vrijgekomen plek verrees een landhuis voor de familie P. Jongeneel jr. Een nieuwe boerderij werd aan de oostzijde van het landhuis gebouwd. De tuin met vijver rondom het landhuis werd vanaf 1897 door tuinarchitect H. Copijn aangelegd. In 1903 werd Oud Groevenbeek, na de dood van Jongeneel jr., samen met Klein Kampveld en het oostelijke deel van Nieuw Groevenbeek (Nienekamp of Groevenbeek Oost) aangekocht door J.H. van Schermbeek. Deze was ook eigenaar van het buitenverblijf Schoonderbeek in Putten. Van Schermbeek liet het door Jongeneel jr. gebouwde landhuis afbreken en in 1907-1908 vervangen door het huidige huis, dat hij liet ontwerpen door het architectenbureau L.A. van Essen en J. van Zeggeren uit Harderwijk. Dit architectenbureau had twee jaar eerder al aan de verbouwing van Kasteel Staverden gewerkt. Van Essen en van Zeggeren ontwierpen het landhuis in een door de Art Nouveau beïnvloede bouwstijl.
Rondom het HOOFDGEBOUW (zie hiervoor onderdeel 1) uit 1907-1908, bevinden zich in de parkachtige omgeving nog de oude BOERDERIJ met BAKHUIS (zie hiervoor onderdeel 5). De boerderij bevindt zich iets ten zuidoosten van het landhuis en dateert uit 1870. Op het boerenerf bevindt zich rechts naast de boerderij een BAKHUIS, met daarvoor het voormalige WASGEBOUW (zie hiervoor onderdeel 6) en het KOETSHUIS (1907) (zie hiervoor onderdeel 3). Het erf is nog oorspronkelijk. De TUINMANSWONING (1905) (zie hiervoor onderdeel 4) ligt ten noorden van de boerderij. Naast deze tuinmanswoning bevinden zich de DRUIVENKAS (circa 1910) (zie hiervoor onderdeel 7) en de WATERTOREN (1912) (zie hiervoor onderdeel 8). De kas maakte deel uit van een veel groter kassencomplex dat door Van Schermbeek of mogelijk al door zijn voorganger was aangelegd. De nu gerestaureerde druivenkas is het enige overgebleven element van dit complex.
Het landhuis is toegankelijk via twee oprijlanen. De oorspronkelijke en nog aanwezige oprijlaan vanaf de Putterweg is beplant met twee monumentale rode beuken (1850). Deze laan wordt al vanaf de jaren dertig van de twintigste eeuw niet meer gebruikt en is vervangen door een oprijlaan beplant met Amerikaanse eiken, de Nieuwe Laan.
Omgrenzing
Aan de oostzijde wordt de grens gevormd door de Putterweg, aan de noordzijde door een vanaf de Putterweg tot aan de Groevenbeekse heide lopende laan, aan de westkant vormt de heide en een noord-zuid lopend pad de begrenzing en aan de zuidkant de Nieuwe Laan.
De omgrenzing van het complex alsmede de situering van de complexonderdelen staan op de bij de bescherming behorende kaart aangegeven.
Waardering
De historische buitenplaats OUD GROEVENBEEK is van algemeen cultuur-, tuinhistorisch en architectonisch belang:
- als een uitzonderlijk goed bewaard landgoed uit de eerste jaren van de twintigste eeuw;
- wegens de gave verhoudingen en een bijzondere detaillering in vormgeving en materiaalgebruik van het hoofdgebouw;
- wegens de plaats van het hoofdgebouw in het architectonische oeuvre van architectenbureau L.A. van Essen en J. van Zeggeren uit Harderwijk;
- wegens de visuele relatie tussen het huis, de omringende bebouwing, de tuin en het omringende landschap die een onlosmakelijk en in elkaar overvloeiend geheel vormen;
- wegens de tuinaanleg met diverse zichtassen naar idee van de tuinarchitect H. Copijn;
- als karakteristiek voorbeeld van een buitenplaats die in een periode met name op de Veluwe werden aangelegd en waarbij enerzijde economische motieven en anderzijds sociaal-culturele en esthetische motieven een rol speelden;
- als karakteristiek voorbeeld van een buitenplaats op een door particulieren ontwikkeld ontginningslandgoed.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Bakhuis | Boerderijen, molens en bedrijven | Boerderij (M) | oorspronkelijke functie | – |
Boerderij(M1) | Boerderijen, molens en bedrijven | Boerderij (M) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Putterweg | 232 | – | 3851 VG | Ermelo | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Boerderijen, molens en bedrijven | Boerderij (M) | – | Hallehuisboerderij |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | F | 1633 | – | Ermelo |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1870 | 1870 | boerderij | vervaardiging |