Inleiding

DUBBEL WOONHUIS, gebouwd in 1935 als dubbele kwekerswoning als onderdeel van een bloemenkwekerij, volgens het ontwerp van architect J.F. Berghoef (1903 - 1944) in opdracht (1929) van de gebr. W. en J. Maarse en vrijstaand gesitueerd aan de noordoostzijde van de Stommeerweg van de weg gescheiden door een groot naar beneden hellend terrein.

Omschrijving

Dubbel woonhuis, opgetrokken op noordwest-zuidoost georiënteerde en vrijwel symmetrische rechthoekige plattegrond in baksteen waarbij verdieping en topgevels zijn uitgevoerd in in vertikale houten delen. De oostgevel loopt verder naar beneden door, de helling van het terrein volgend, waardoor ruimte is ontstaan voor een onderbouw. Het zadeldak is bedekt met rode verbeterde Hollandse pannen. De vier schoorstenen staan aan de oostzijde, links en rechts en twee in het midden. Alle houten vensters en openslaande deuren hebben een roedenverdeling. De voorgevel (ZW) bevat op de begane grond van links naar rechts openslaande deuren, een erker, een klein venster (linker woning), een klein venster en een venster met draairamen en zijramen (rechter woning). Deuren en vensters hebben luiken. Op de verdieping zijn onder de dakrand zes vensters geplaatst. De houten toegangsdeuren liggen in portieken die gesitueerd zijn in teruggeplaatste uitbouwen onder zadelkap aan de zuidoost- en noordwestzijde, bereikbaar via een bakstenen trede.

De linker zijgevel (NW) bevat in het terugliggende gevelgedeelte op de begane grond een venster, op de verdieping openslaande deuren met klein balkon en ijzeren balustrade, in de topgevel een smal venster. In het naar voren komende gedeelte is op de begane grond een lang venster geplaatst, in de topgevel een venster met draairamen.

De rechter zijgevel (ZO) is spiegelbeeldig identiek aan de linker zijgevel met uitzondering van de openslaande deuren met luiken op de begane grond in het terugliggende gevelgedeelte.

De achtergevel (NO) heeft een symmetrische indeling. Centraal geplaatst tegen deze gevel is een bordes met in het midden een rondboogopening met dubbele houten toegangsdeur naar de kelderruimte. Achter het tot de onderdorpels van de vensters op de begane grond opgetrokken muurvlak leiden trappen naar de achterdeuren van de woningen. Een dwarsmuurtje vormt de scheiding. In de onderbouw heeft elke woning, links en rechts van het bordes, twee kleine vierkante vensters. De begane grond van de rechterwoning (ZO) bevat van links naar rechts drie smalle, staande vensters, een rechthoekig venster zonder roedenverdeling, een reeks van drie vensters en een deur. Op de verdieping bevindt zich van links naar rechts, onder de dakrand een venster met draairaam, een venster over de gehele hoogte van de verdieping, recht boven het venster zonder roedenverdeling op de begane grond en een dubbel venster met draairaam. De linker woning heeft dezelfde indeling van begane grond en verdieping, maar dan in spiegelbeeld.

Waardering

Het dubbele woonhuis is van algemeen belang vanwege architectuur- en cultuurhistorisch waarde als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een dubbele (kwekers)woning uit het tweede kwart van de 20ste eeuw in de trant van de Delftse School, als onderdeel uit het oeuvre van architect J.F. Berghoef en typologisch van belang als element uit de geschiedenis van de bloemenkwekerij.