Inleiding

BLOKHUIS uit 1921 genaamd "Blokhuis", hoofdonderdeel van het complex "Blokhuis Naarderstraat 311". Afgezien van de schuifpui in de serre van de achtergevel en de aangebouwde veranda rechtsachter verkeert het exterieur nog vrijwel in de originele staat. Ook het interieur is nog grotendeels oorspronkelijk.

Omschrijving

Op nagenoeg rechthoekig grondplan opgetrokken blokhuis van één bouwlaag onder een hoog rietgedekt zadeldak waarin twee verdiepingen. Het dak heeft rondom een overstek, een uitzwenkende dakvoet en de noklijn haaks op de weg. In beide dakschilden bevindt zich een brede dakkapel onder een eveneens rietgedekt lessenaarsdak. De linker helft van het pand is onderkelderd. De buitengevels zijn boven een gemetselde voeting van rode machinale baksteen waalformaat in kruisverband met snijvoeg samengesteld uit gestapelde balken. De laatste zijn voorzien van messing en groef en op de hoeken over elkaar gekeept met halfhoutse verbindingen. De als puntgevel uitgevoerde voor- en achtergevel kragen per bouwlaag over. Boven de eerste verdieping zijn beide gevels bekleed met staande rabatdelen. Vrijwel alle vensters op de begane grond en de eerste verdieping zijn afsluitbaar door middel van schuifblinden met bovenin jaloezieën. De zesruits vensters zijn samengesteld uit een vierruits stolpraam waarboven een tweeruits valraam, de drie- en negenruits vensters uit tweeruits draairamen waarboven een enkelruits valraam. Onder een aantal vensters op de begane grond hangt een originele houten bloembak waarvan de voorzijde en de zijkanten samengesteld zijn uit cirkelmotieven. De voorgevel (N) heeft rechts een erker en links een veranda onder een rietgedekt lessenaarsdak die zich over vrijwel de volle gevelbreedte uitstrekt en in het midden onderbroken wordt door een balkon met een uit geprofileerde planken samengesteld balkonhek. In de voorzijde van de erker bevinden zich twee zesruits vensters met bloembak en in de linkerzijde een diagonaal beschoten paneeldeur. De veranda heeft een vloer van rode tegels met een bies van lichtgroene tegels. In de achterwand van de veranda bevinden zich vier kleine tweeruits draairamen (zonder schuifblinden) en links hiervan een dito vijfde venster. Het balkon is toegankelijk via een dubbele glasdeur tussen drieruits zijlichten. Links en rechts op de eerste verdieping bevindt zich een zesruits venster. Het zoldervenster bovenin de voorgevel is voorzien van twee door een middenstijl gescheiden drieruits ramen.

De rechter zijgevel (W) heeft van links naar rechts een zesruits venster, een liggend negenruits venster en een hoekrisaliet waartegen een kleine driezijdige erker met plat dak en rondom ramen. In het midden van de dakkapel op het rechter dakschild bevindt zich een liggend negenruits venster met ter weerszijden een zesruits venster. Op de dakkapel staan twee hoge rechthoekige schoorstenen van rode machinale waalsteen.

De linker zijgevel (O) telt twee negenruits liggende vensters en heeft rechts een portaaluitbouw met in de linkerzijde een diagonaal beschoten paneeldeur en in de voorkant een zesruits venster zonder schuifblinden. Onder het laatstgenoemde en het middelste venster hangt een bloembak als genoemd. Links leidt een kwartrond gemetselde buitentrap van gele baksteen naar een diagonaal beschoten paneeldeur die toegang geeft tot de kelder. Rechts van de kelderdeur bevinden zich drie vierruits keldervensters voorzien van diefijzers. De dakkapel op het linker dakschild heeft in het midden een zesruits venster, ter weerszijden twee smalle drieruits vensters, en halverwege het lessenaarsdak één hoge rechthoekige schoorsteen van rode machinale waalsteen.

De achtergevel (Z) is van links naar rechts voorzien van een kleine driezijdige erker waarin rondom ramen, een serre met rond het platte dak een balkonhek als voor, en een negenruits liggend venster zonder schuifblinden, maar met bloembak. In de rechterzijde van de serre bevinden zich twee gekoppelde zesruits vensters. Het dakterras is toegankelijk via twee stalen glasdeuren in het midden van de eerste verdieping. Links en rechts heeft de eerste verdieping een zesruits venster en bovenin bevindt zich een zoldervenster als voor. Rechtsonder bevindt zich een met een smeedijzeren rooster afgesloten kelderkoekoek waarin twee vierruits keldervensters met diefijzer.

Het interieur verkeert grotendeels in de oorspronkelijke staat en bevat onder meer een ruime centrale hal waarin een lambrisering van staande kraaldelen, een bordestrap en een galerij, de beide laatste voorzien van een uit rijkgeprofileerde planken samengesteld hek, zowel op de parterre als de eerste verdieping vierpaneelsdeuren, balkenplafonds waartussen schroten en binnenramen voor vrijwel alle vensters, als houten glasdeuren uitgevoerde binnendeuren voor de balkondeuren in de voor- en achtergevel, en op de via een scheluwe trap met boven- en onderaan een kwart bereikbare zolderverdieping linksachter een door middel van staande delen afgeschoten dienstbodenkamertje met een vast ledikant en een dito kast. Door een dwarswand van dito delen is ook het voorste gedeelte van de zolder als kamer afgeschoten. Deze (thans in tweeën gedeelde) kamer is toegankelijk via een paneeldeur links in de dwarswand en voorzien van twee vaste kasten met dubbele paneeldeuren. De met staande delen beschoten kap wordt ter hoogte van de zolderverdieping ondersteund door twee op standvinken rustende langsbalken.

Waardering

Het blokhuis is van algemeen belang wegens architectuur- en cultuurhistorische waarde als historisch-functioneel hoofdonderdeel van het complex "Blokhuis Naarderstraat 311" en als gaaf bewaard gebleven en karakteristiek voorbeeld van een door de firma Christoph & Unmack in Opper-Silezië vervaardigd blokhuis uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.