Oud Clingendaal 1, Wassenaar
Inleiding complexonderdeel 1
Hoofdonderdeel van de historische buitenplaats Oud Clingendaal wordt gevormd door het WOONHUIS van het type landhuis, in oorsprong daterend uit ca. 1770 in opdracht van Jonkheer Cornelis Johannes Bloys van Treslong op de plaats van de voormalige boerderij "Out Wassenaar". Het landhuis werd in 1868 gedeeltelijk afgebroken en herbouwd waarna het enige jaren in gebruik was als pension bij de 's Gravenhaagse Pensionmaatschappij. In opdracht van de toenmalige bewoner dhr. Haagmans kreeg het huis in 1909 naar ontwerp van de architect B. de Baan een nieuwe voorgevel in Neo-Lodewijk XIV-stijl. Tevens werd toen de plattegrond aangepast. In 1914 onderging het pand naar ontwerp van Joh. Mutters wederom een verbouwing waarbij twee erkers werden toegevoegd, het interieur opnieuw enkele wijzigingen onderging en 17de-eeuwse van elders afkomstige schouwen en schouwstukken geplaatst werden.
Omschrijving
Tweelaags, deels onderkelderd landhuis opgetrokken vanaf een samengestelde plattegrond in gepleisterde baksteen en zandsteen. Het afgeknotte schilddak is boven de voorgevel gedekt met leien in Maasdekking. De symmetrische voorgevel is uitgevoerd in zandsteen (noord-west) uit 1909 is geplaatst op een hardstenen plint met waterlijst en wordt horizontaal geleed door een cordonlijst. De gevel wordt beëindigd door hoeklisenen met rustica blokken en heeft een bekroning in de vorm van een kroonlijst met bewerkte sierconsoles. De middenpartij wordt geaccentueerd door een hoog oplopend risaliet voorzien van een achtzijdige torenvormige beëindiging. Het centraal geplaatste, eenlaagse ingangsrisaliet heeft afgeschuinde hoeken en op de verdieping een balkon, omgeven door een convex gebogen balustrade van siersmeedwerk. De entree bestaat uit een teakhouten paneeldeur binnen een wit gestucte omlijsting. Hierin zijn de vijfruits rondboogvormige zijlichten geplaatst en een snijraam. In het deurkalf is het verbouwingsjaar 1909 met rondom rocailles gesneden. Aan weerszijden van de entree drie vleugeldeuren. De deuren bevinden zich onder segmentboogvormige achtruits bovenlichten die gevat zijn in een profiellijst met decoratief gehakte sluitstenen. In de beide zijgevels van het risaliet zijn smalle staande meerruits vensters geplaatst. Op de verdieping is centraal boven de entree een dubbele balkondeur geplaatst onder een korfboogvormig snijraam met lotusbloemmotief. De deur is gevat in een geprofileerde omlijsting met guirlandes en voluten. Aan weerszijden van het balkon drie getoogde vensters onder segmentboogvormige achtruits bovenlichten. De bovenlichten zijn omgeven door profiellijsten met decoratief bewerkte pseudo-aanzetstenen. Het centraal geplaatste torenvormige bouwdeel wordt afgesloten door een kroonlijst en heeft een met leien gedekt helmdak met geknikte voet, bekroond door een naald. Centraal geplaatst meerruits venster onder een meerruits bovenlicht gevat in een profiellijst met kuif. In de beide afgeschuinde hoeken van de toren is een smal, staand, drieruits, segmentboogvormig venster geplaatst. Aan weerszijden van de toren bevinden zich segmentboogvormige dakkapellen voorzien van meerruits vensters en vleugelstukken. Verder aan iedere zijde twee kleine ronde dakkapellen. Tegen de linker zijgevel (zuid-west) zijn verschillende eenlaagse en tweelaagse bouwvolumes onder platte daken toegevoegd. Deuren en vensters in deze bouwdelen bevinden zich allen onder meerruits bovenlichten.
De rechter zijgevel (noord-oost) bezit op de begane grond twee driezijdige erkervormige uitbouwen. Ramen en bovenlichten van de erkers zijn gevuld met glas-in-lood. Deze zijgevel is verder overwegend blind.
De achtergevel (zuid-oost) heeft een vijfzijdig bouwdeel onder een afgeknot schilddak. Centraal is op de begane grond een dubbele glasdeur onder een meerruits bovenlicht geplaatst. Daarboven een balkon met een smeedijzeren balustrade op decoratief bewerkte consoles. Op de verdieping is een dubbele balkondeur geplaatst onder een meerruits bovenlicht. Aan weerszijden van de deuren op de begane grond en de verdieping een venster onder een meerruits bovenlicht. Midden boven dit geveldeel staat een dakkapel onder een plat dak, voorzien van een meerruits venster. Rechts van het vijfzijdige bouwdeel een tweelaags bouwvolume onder een plat dak. Op de begane grond en de verdieping zijn vensters onder meerruits bovenlichten geplaatst. Links van het vijfzijdige bouwvolume een eenlaagse houten serre voorzien van grote vensterpartijen onder meerruits bovenlichten. Daarboven een balkon dat betreden kan worden via twee dubbele balkondeuren onder meerruits bovenlichten.
INTERIEUR. Inwendig is de oorspronkelijke indeling grotendeels gehandhaafd evenals de rijke aankleding. Via de vestibule bereikt men de centrale hal die met marmeren vloertegels is uitgelegd. De wanden zijn gedecoreerd met spaarvelden voorzien van profiellijsten en kuifjes. Ook het plafond heeft plofiellijsten met kuiven. Het trappenhuis dat bij de hal aansluit heeft een bordestrap met een bewerkte trappaal en gesneden balusters. Het daklicht met koof is gevuld met glas-in-lood en zorgt voor de lichttoetreding van het trappenhuis. Van gebrandschilderd glas zijn voorstellingen opgenomen van een vrouwfiguur vormgeven door een adelaar, een leeuw, een vis en een draak. Aan weerszijden van de gang die naar de hal leidt bevinden zich twee representatieve vertrekken. Het linker vertrek wordt op een plattegrond uit 1909 de "Indische kamer" genoemd, later is er sprake van de "eiken kamer". In het oog springend is de 18e eeuwse schouwpartij voorzien van een houten, met guirlandes versierde schouwmantel waarin een schouwstuk gevat is met een bloemstilleven. De schoorsteenmantel is van marmer en heeft een koperen haardplaat. Het vertrek is verder rustiek vormgegeven met een balkenplafond, een eikenhouten lambrizering, deuromlijstingen met guirlandes en een parketvloer. Het tegenoverliggende vertrek, de salon, heeft een barok decoratieschema. Op de ovale plafondschildering, gevat in profiellijsten met schouderbogen, zijn ten hemel opstijgende putti verbeeld. In de zwikken van het plafond rocailles. De barokke schouwpartij is laat 18e eeuws en bevat een schouwstuk met grisaille waarop een aantal putti afgebeeld zijn. Het schouwstuk is gevat in een barokke schouwmantel voorzien van een gemarmerde schoorsteenmantel. Verder houten lambrizering, convectorkasten met marmeren plaat, suitedeuren naar het achtergelegen vertrek. Ook in dit vertrek een bijzondere schouwpartij met marmeren schoorsteenmantel en een 18e eeuws schouwstuk met eenden. De woonkamer ligt naast de vernieuwde serre, aan de tuinzijde van het pand en heeft eveneens een barokke schouw met geornamenteerde schoorsteenmantel en schouwmantel. Op het schouwstuk een hoendertafereel. Dubbele paneeldeuren geven toegang tot de hal. Aan weerszijden van de deur kasten met meerruits glasdeuren.
De vide op de verdieping heeft een overloop met togen en spaarvelden binnen profielomlijstingen. De herenkamer die boven de woonkamer ligt, heeft een eikenhouten lambrizering en deuromlijstingen en een schouw voorzien van een marmeren schoorsteenmantel en een eikenhouten schouwmantel. Hierin en een ovale spiegel gevat en een schouwstuk met een grisaille met putti. Dit stuk is gesigneerd: T-J 1781.
Waardering
Het gefaseerd tot stand gekomen huis met bijbehorend interieur van de historische buitenplaats Oud Clingendaal is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde en vanwege de ensemblewaarde:
-als voorbeeld van een landhuis bij een buitenplaats die reeds in de 18e eeuw is gesticht in de reeks buitenplaatsen op de zandrug ten zuiden van de Rijksstraatweg.
- als voorbeeld van een landhuis met een voorgevel in een uitbundig geornamenteerde voorgevel in Neo-Lodewijk XIV-stijl.
- als onderdeel van de buitenplaats die bestaat historisch ruimtelijk en functioneel aan elkaar gerelateerde complexonderdelen.
Verder vanwege de gaafheid van hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering. Het interieur is eveneens in de oorspronkelijke staat behouden en bevat enkele markante interieuronderdelen.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
De HISTORISCHE BUITENPLAATS OUD CLINGENDAAL, bestaande uit het gelijknamige LANDHUIS (1), U-vormig gegroepeerde DIENSTGEBOUWEN (2), een HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (3), en HEK (4), is in oorsprong rond 1770 gesticht in opdracht van Jonkheer Cornelis Johannes Bloys van Treslong, substituut drossaart, stadhouder en thesaurier en burgemeester van Steenbergen doch nu grotendeels bepaald door transformaties uit 1868 en 1909/1914. De buitenplaats werd aangelegd op de plaats van de voormalige boerderij/hofstede "Out Wassenaar". Tevens werd er toen een koepel gebouwd aan de oprijlaan, bij de huidige Rijksstraatweg met uitzicht op de Zandzee. Op de kadastrale kaart uit 1822 is een oprijlaan met een keerlus herkenbaar en een strenge formele tuin aan weerszijden van de oprijlaan met geometrische vakken.
Na het overlijden van de Jonkheer in 1797, werd het huis tot 1820 bewoond door zijn weduwe Johanna Isabella Calkoen. Na 1836 werd het huis bewoond door de staatsman Mr. Dirk Donker Curtius. Het landhuis werd in 1868 gedeeltelijk afgebroken en herbouwd in een sobere, aan het Neo-Classicisme verwante stijl. In tegenstelling tot ouder kaartmateriaal, waarop nog een langgerekt pand en diverse bijgebouwen herkenbaar zijn, is op de kadastrale kaart van 1874, een rechthoekig huis te zien met een L-vormig bijgebouw. Waarschijnlijk is bij het verbouwen van het huis ook de tuin getransformeerd tot een in Landschappelijke stijl aangelegd park. De oprijlaan bleef gehandhaafd, kronkelige paden, vijvers en door bomen omzoomde gazons werden toegevoegd. Kort daarna kwam de buitenplaats tot omstreeks de eeuwwisseling in bezit van de 's Gravenhaagse Pensionmaatschappij die het als pension exploiteerde. In opdracht van de toenmalige bewoner dhr. Haagmans kreeg het huis in 1909 door de architect B. de Baan uit Den Haag een nieuwe voorgevel aangemeten in Neo-Lodewijk XIV-stijl. Tevens werden toen enkele interne veranderingen doorgevoerd. In 1914 onderging het pand wederom een verbouwing naar ontwerpen van Joh. Mutters in opdracht van J.A. Philipse. Aan de bibliotheek werden toen twee erkers toegevoegd waartussen een schouw geplaatst werd. Bij deze verbouwing zijn voorts diverse 18e eeuwse, van elders afkomstige, schouwen en schouwstukken geplaatst.
In de jaren vijftig van de 20ste eeuw was de Hogere Krijgsschool in het huis gevestigd, na vertrek ging het pand over in de handen van de familie Louwman.
De bijgebouwen zijn in verschillende periodes tot stand gekomen waardoor een U-vormige aaneenschakeling van verschillende bouwvolumes in verschillende bouwstijlen is ontstaan.
De theekoepel die op de grens van het perceel aan de Rijksstraatweg gebouwd werd, is aan het begin van de 20e eeuw afgebroken. In 1914 werd in de noord-oostelijke hoek een stuk afgekaveld en bebouwd (Maarheeze). In het midden van het perceel, ten zuiden van de oprijlaan ontstond in het midden van de 20ste eeuw een tweede woonhuis dat voor bescherming van ondergeschikt belang is.
N.B. De dierentuin die in 1937 door P.W. Louwman werd gesticht en de noord-oostelijke helft van de buitenplaats besloeg, is rond 1995 gesloten en is eveneens voor bescherming van ondergeschikt belang.
Omschrijving
De buitenplaats Oud Clingedaal ligt ten zuid-oosten van de Rijksstraatweg en maakt deel uit van de reeks buitenplaatsen die vanaf de 18e eeuw aan weerszijden van de huidige Rijksstraatweg op de duinruggen tot stand kwamen. Het rechthoekige perceel van de buitenplaats grenst aan de noord-westzijde aan de Rijksstraatweg en aan de zuid-oostzijde aan de Veenwatering in de Veenzijdse polder. Aan de zuid-westzijde begrensd door een pad dat ten noord-westen van het Kerkehout loopt. De noord-oostelijke grens loopt parallel met de aftakking van de Veenwatering. Bij de Rijksstraatweg begint, vanaf het midden van het terrein, de oprijlaan die schuin het gebied doorsnijdt. De oprijlaan is beplant met beuken en eindigt in een keerlus op het halfronde plein voor het huis. Halverwege de laan staat het hek dat bestaat uit zandstenen pijlers met een smeedijzeren hek. Het huis ligt zuid-oostelijk van het midden van het terrein op een verhoging. Ten zuid-westen van het huis ligt het U-vormige complex van bijgebouwen. De historische parkaanleg is aan de zuid- en oostzijde van het huis uitgevoerd in landschappelijke trant en omvat onder meer waterpartijen, gazons en een grote weide ten noord-westen van het huis die momenteel deels in gebruik is als kwekerij.
Waardering
De gefaseerd tot stand gekomen buitenplaats Oud Clingendaal is van algemeen belang wegens de cultuur- en architectuurhistorische waarde
- als representatief voorbeeld van een van de buitenplaatsen in de reeks van, vanaf de 18e eeuw tot stand gekomen buitens, aan weerszijden van de Rijksstraatweg op de duinruggen die elementen uit verschillende stijlperiodes omvatten.
- als voorbeeld van een landhuis met een voorgevel in Neo- Lodewijk XIV-stijl en dienstgebouwen, omgeven door een in Landschappelijke stijl aangelegd park.
Het landhuis, bijgebouwen en park zijn gaaf wat betreft hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering.
De buitenplaats Oud Clingendaal heeft een hoge mate van ensemblewaarde als complex van visueel, historisch functioneel en ruimtelijk gerelateerde onderdelen en als beeldbepalend onderdeel van de landgoederenstrook langs de Rijksstraatweg van Wassenaar.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Landhuis | Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Oud Clingendaal | 1 | – | 2245 CH | Wassenaar | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | D | 2384 | – | Wassenaar |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1770 | 1770 | – | vervaardiging |
1868 | 1868 | – | verbouwing |
1909 | 1909 | – | verbouwing |
1914 | 1914 | – | verbouwing |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Baan, B. de ; Zuid-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |
Mutters, J. ; Zuid-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |