Inleiding

WOONHUIS, van het type villa, met bijbehorend HEK rond 1904 gebouwd in een aan de Chaletstijl verwante stijl met elementen uit de Art Nouveau. Het huis met de naam 'Vreehorst' is naar ontwerp van de architect J. Olthuis (1851-1912) gebouwd. Het woonhuis werd gebouwd op een afgekaveld perceel dat oorspronkelijk als overtuin deel uitmaakte van de buitenplaats Rust en Vreugd. Kenmerken van de landschappelijke aanleg van de vroegere overplaats zijn nog herkenbaar. Het gazon aan de voorzijde van het woonhuis (west) is een rudiment van een open weide. De verhoging waarop het pand ligt en het glooiende terrein, beplant met volwassen naald- en loofbomen, achter het woonhuis is een overblijfsel van een landschappelijk aangelegd park. Deze villa maakt deel uit van een reeks landhuizen die vanaf het begin van de 20e eeuw gebouwd zijn op gronden van de reeds bestaande buitenplaatsen aan weerszijden van de Rijksstraatweg.

De oprijlaan langs de zuidgrens van het terrein wordt aan de straatzijde afgesloten door een in de jaren '50 van deze eeuw vernieuwd hek met hekpijlers. Aan de Raaphorstlaan bevindt zich een tweede toegang. Het pad naar de entree is geplaveid met flagstones begrensd met een in helder rode baksteen opgemetselde balustrade.

Bij de noord-oosthoek van het terrein staat een rechthoekige natuurstenen jachtpaal en een grenspaal met ronde top met een inscripties "BS" en "HVH".

Omschrijving

Vrijstaande villa met een samengestelde plattegrond over twee bouwlagen opgetrokken in witgepleisterde baksteen. Het samengestelde schilddak is gedekt met groen geglazuurde Hollandse pannen en steunt deels op korbelen. De muuropeningen op de begane grond hebben deels beschilderde lateien met decoratief driehoekig motief. Op de verdieping zijn de muuropeningen gedecoreerd met ongepleisterde korfbogen, tussen de vensters zijn lekdorpels en een ongepleisterde sierbanden aangebracht. Voorgevel (west) met links een hoger oplopend risaliet onder een zadeldak met in de top een beschot op korbelen. Op de begane grond twee vensters met drieruits bovenlicht. De verdieping heeft groot samengesteld vensters. Ter plaatse van de zolderverdieping drie smallere staande vensters met tweelicht bovenlichten. Voor het terugliggende geveldeel is een terras aangelegd bedekt met marmeren platen. Hierachter een dubbele terrasdeur met aan weerszijden smalle staande vensters. De verdieping bezit een T- venster met een meerlicht bovenlicht. De zuidelijke gevel is in drieën geleed en bestaat uit een hogere middenpartij eindigend in een golvende dakrand tussen twee schoorstenen met ongepleisterd siermetselwerk. Rechts tegen deze gevel is een verdiepingloze vijfzijdige erker aangebouwd waarop een balkon met een smeedijzeren borstwering gebouwd is. Het balkon kan betreden worden via een dubbele balkondeur onder een tweelicht bovenlicht. De entree links naast de erker bestaat uit een meerruits deur onder een drielicht bovenlicht en is gevat binnen een ongepleisterde omlijsting. Verder in de gevel een tweede entree en een staand drielicht traplicht gevuld met glas-in-lood. Op de verdieping vier kleine vensters onder geknikte bogen van ongepleisterde baksteen. Ter plaatse van de zolderverdieping drie drieruits vensters.

De achtergevel (oost) met lager bouwdeel rechts. Hierin is op de begane grond een samengesteld venster onder een houten gekartelde jaloezieënkast geplaatst. Op de verdieping een venster met drielicht bovenlicht onder een ongepleisterde korfboog waarvan het boogveld gevuld is met een gekarteld houten beschot. Het dak van dit geveldeel is een terras met op de hoek een fraai vormgegeven schoorsteen met een ezelsrug van groen geglazuurde geschubde pannen en siermetselwerk en lekdorpels in ongepleisterde baksteen. Verder in deze gevelzijde twee vensters onder drielicht bovenlichten, een entree onder een bovenlicht en vensters op de eerste en zolderverdieping deels met gekarteld beschot in de boogtrommel. Langs de dakranden is ongepleisterd siermetselwerk aangebracht. Geveltop met pseudo-uilenbord.

Rechter zijgevel (zuid) met risalerend geveldeel onder een doorlopend dakschild met dakkapel onder steekkap. Op de verdieping zijn twee vensters geplaatst. In de zijgevel van het risaliet en in het terugliggende geveldeel is op de begane grond een deur en op de verdieping een venster geplaatst. Op het dak een driehoekige dakkapel.

INTERIEUR. Het pand bezit de oorspronkelijke indeling met een centrale hal waaromheen de vertrekken gegroepeerd zijn. De hal is voorzien van een marmeren vloer en lambrizeringen. Bordestrap met houten balustrade, lambrisering en taps toelopende trappalen met siersnijwerk. De houten, geprofileerde deurposten zijn hebben een bovendorpel in de vorm van een kroonlijst voorzien van siersnijwerk met florale motieven. Woonvertrek met plafonds voorzien van profileringen in Art Nouveau-stijl en kooflijsten en zwart marmeren schouw.

Aan de Raaphorstlaan staat een smeedijzeren hek uit de bouwperiode.

Waardering

Villa Vreehorst met bijbehorend hek, gebouwd in 1904 is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde

- als onderdeel van de reeks landhuizen die vanaf het begin van de 20e eeuw gebouwd zijn op gronden van de reeds bestaande buitenplaatsen aan weerszijden van de Rijksstraatweg in Wassenaar.

- als representatief voorbeeld van een pand gebouwd in Chaletstijl verwante stijl met elementen uit de Art Nouveau. Tevens is het pand een voorbeeld van een ontwerp uit het oeuvre van de architect J. Olthuis.

Het in- en exterieur van het pand is gaaf in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering.

Het landhuis heeft belangrijke situationele en ensemblewaarde wegens de historisch-ruimtelijke relatie met de buitenplaats Rust en Vreugd en als beeldbepalend onderdeel en van de vroeg 20ste eeuwse landhuisontwikkeling in Wassenaar.