Abdij van Berne, Heeswijk-Dinther
Inleiding
KLOOSTERGEBOUW, in 1857-1858 als oudste kloostergebouw opgetrokken onder abt G. Neefs in neoclassicistische vormen met aan de noordzijde een KAPITTELZAAL/ HUISKAPEL, opgetrokken in neogothische vormen. Het gebouw bevindt zich tussen het kloostergebouw uit 1867-1870 en de abdijkerk uit 1881 en 1927.
Omschrijving
Oorspronkelijk vrijstaande kloostervleugel van een herenhuistypologie, bestaande uit twee bouwlagen onder van Maasgedekte leien voorziene samengestelde daken. Symmetrisch van opzet; voorgevel van zeven traveeën. Gevels opgetrokken in een handvorm baksteen, gemetseld in kruisverband. Op elke hoek van de voorgevel en in het iets risalerende middengedeelte, dat met een fronton met kroonlijst bekroond wordt, bevindt zich een baksteenpilaster met lege rondboogvormige beeldnis. Deur en vensters zijn recht gesloten en bekroond met een hanenkam. Alle vensters en ook de beeldnissen hebben hardstenen onderdorpels, de vensters op de begane grond hebben achtruits ramen, die op de verdieping zesruits ramen. Alle ramen hebben een opvallend brede middenstijl. Dubbele opgeklampte deur met ijzeren beslag en een gedeeld bovenlicht. Fraai gedetailleerd deurkalf. Aan de achtervleugels wordt de lichttoegang verzorgd door grote, met een segmentboog getoogde vensters met een roedenverdeling. In het fronton is een zonnewijzer geplaatst. Op de nok van het dak is een opengewerkt angelustorentje met een vierkante grondslag aangebracht. In torentje boven de kapittelzaal klok van A. Petit, 1755, diam. 29 cm.
Boven de ingang is een hardstenen gedenksteen aangebracht waarin de stichting van dit deel onder Johannes Zwijssen wordt herdacht. Inwendig is het vloerniveau iets lager dan dat van de vleugel uit 1867. De vloeren van de brede gang zijn betegeld en de plafonds hebben eenvoudig stuclijstwerk. Aan de noordzijde, entree op de begane grond, bevindt zich de kapittelzaal of huiskapel. Het betreft hier een kleine kapel op rechthoekige grondslag met een sobere detaillering. De kapel heeft drie traveeën en is gedekt met polychrome kruisribgewelven met gedrukte bogen op halfronde kraagstenen. Ook zijn er muraalbogen gebruikt. Sobere lichtbeuk met per travee aan elke zijde een spitsboogvenster. De kapel heeft een houten vloer en een manshoge houten lambrisering met banken. Aan de rechte sluitingswand aan de noordelijke zijde is een groot doek van de schilder Pieter Thijssen uit circa 1675 bevestigd. Boven het gewelf van de kapittelzaal bevindt zich een kleine, lage vergaderruimte die via een trapje op de verdieping toegankelijk is. De abdijkerk is zowel via de begane grond als via de verdieping vanuit het kloostergebouw te bereiken. Via de verdieping kan men zo de galerij en de tribune van de kerk bereiken.
Waardering
Het abdijcomplex is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van de explosieve groei van het katholieke kloosterleven na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 en als onderdeel van de abdij. Het abdijcomplex heeft architectuurhistorisch belang vanwege de neoclassicistische en neogotische bouwstijl en vanwege de hoge architectonische kwaliteit. Tevens heeft het in samenhang met de andere complexonderdelen architectuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van het zoeken naar een typologie voor het kloostergebouw in het algemeen. Met name de overgang van dit meer herenhuisachtige kloostergebouw naar de meer gebruikelijke kloostertypologie is van belang. Het heeft ensemblewaarden met de overige complexonderdelen. Het is van belang vanwege de herkenbare uitstraling en vanwege de typologische en functionele zeldzaamheid. Het heeft situationele waarde vanwege de ligging in het park.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
Het complex is gelegen aan de noordwestelijke zijde van de bebouwde kom van Heeswijk in de noordelijke hoek tussen de Abdijstraat en de Pater van den Elsenstraat. Het betreft een grote ABDIJ, bestaande uit een voormalig slotje of speelhuis van de abt van Berne en een groep van enkele neogotische en modernere abdijgebouwen. De abdij wordt bewoond door kloosterlingen van de orde der norbertijnen. Na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 komt het religieuze gemeenschapsleven weer langzaam op gang en vanaf 1857 start de abdijgemeenschap opnieuw in Heeswijk. Het complex wordt in de loop der jaren steeds organisch uitgebreid in oostelijke en noordelijke richting. Tot het complex behoort een POORT met BRUG uit 1934 van architect H.W. Valk in Traditionalistische vormen, een langgerekte tweelaagse vleugel (KLOOSTERGEBOUW) uit 1869-1870 van architect Th. Asseler in neogotische vormen, een daaraan grenzend KLOOSTERGEBOUW uit 1857-1858 met neoclassicistische invloeden en een zich daarin bevindende neogotische kapel en kapittelzaal, daaraan grenzend een bakstenen ABDIJKERK waarvan het koor uit 1881 dateert en in neogotische vormen is opgetrokken naar ontwerp van de architecten Th. Asseler en A.C. Bleys, in 1927 uitgebreid met een schip en een toren naar ontwerp van de architect H.W. Valk in Expressionistische vormen. In de gevel van de kerk bevindt zich een eveneens uit 1927 daterend natuurstenen reliëf met voorstelling van Pater van den Elsen door Jozef Cantré. In het ingangsportaal van de kerk bevinden zich drie zerken van de laatste drie abten van de middeleeuwse abdij van Berne. Oostelijk van de kerk bevindt zich het grote voormalige GYMNASIUM (vanaf 1999 geheten ABDIJHUIS) dat vanaf 1893 in twee fases werd opgetrokken in Neo-Renaissancestijl; het westelijke gedeelte naar ontwerp van de architect H.C. Dobbe. Vanaf 1906 werden het middelste en oostelijke gedeelte in een aan het eerste gedeelte identieke stijl opgetrokken naar ontwerp van de Bossche architect A. van Kempen. Het genoemde SLOTJE of SPEELHUIS uit 1546 is het oudste deel in het gebouwencomplex. Het geheel is gelegen in een monumentale parkaanleg aan een laan met rode en bruine beuken. Het terrein is aan alle zijden omgracht. Op het terrein van de abdij bevinden zich verder enige aanbouwen en vrijstaande gebouwen zoals een drukkerij, een in 1996 aangebouwd vormingscentrum, een boekhandel annex V.V.V. en een aan de overzijde van de Abdijstraat gelegen voormalig gymnasium/internaat dat in 1938 is opgetrokken toen het aantal leerlingen sterk toenam. Deze gebouwen vallen buiten de van rijkswege geldende bescherming.
Doordat de bezettingsgraad van de kloostergemeenschap (die omstreeks 1958 haar hoogtepunt had bereikt) sterk is afgenomen, worden momenteel delen van het complex, waaronder het voormalige gymnasium-internaat alsmede enkele aanbouwen benut voor vormingswerk en als gastenverblijf. In 1998 werd een uit 1927 daterende kloosteruitbreiding van de architect H.W. Valk aan de noordzijde gesloopt en vervangen door een modern onderkomen voor de kloosterlingen. In 1999 is een omvangrijke renovatie van de westelijke kloostervleugel uit 1869-1870 voltooid. In de gebouwen van het complex bevinden zich vele, deels beschermde, beeldende kunstvoorwerpen van vaak zeer hoge kwaliteit.
Waardering.
Het abdijcomplex is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van de explosieve groei van het katholieke kloosterleven na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853. Het abdijcomplex heeft architectuurhistorisch belang vanwege de veelheid en diversiteit van de gebruikte neostijlen en het daarin opgenomen 16e-eeuwse slotje en vanwege de hoge architectonische kwaliteit die de afzonderlijke onderdelen bezitten. Tevens heeft het abdijcomplex architectuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van het zoeken naar een typologie voor het kloostergebouw in het algemeen. Met name de overgang van een meer herenhuisachtig karakter naar de meer gebruikelijke kloostertypologie is van belang. Het abdijcomplex heeft ensemblewaarden vanwege de wijze van verkaveling en inrichting. Het abdijcomplex is van belang vanwege de herkenbare uitstraling en vanwege de typologische en functionele zeldzaamheid.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Klooster | Religieuze gebouwen | Klooster, kloosteronderdl | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Abdijstraat | 49 | – | 5473 AD | Heeswijk-Dinther | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | E | 3315 | – | Heeswijk-Dinther |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1869 | 1870 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Asseler, Th ; Zuid-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |