Inleiding.

De SCHUUR is zeer waarschijnlijk in ongeveer het midden van de negentiende eeuw gerealiseerd in Ambachtelijk-Traditionele stijl.

Omschrijving.

Het is een langsdeelschuur van het Vlaamse type op een nagenoeg vierkante plattegrond onder een wolfsdak gedekt met riet. De aanzet van het wolfsdak is aan de voorzijde van de schuur beduidend hoger dan aan de achterzijde. De voorgevel is voorzien van drie poorten onder segmentbogen met houten openslaande deuren. De linkerpoort is de grootste van de drie, de rechter twee poorten zijn van gelijke grootte. In de uiterst linkerhoek van de voorgevel bevindt zich nog een smalle deur, eveneens met een segmentboog. In de voorgevel bevinden zich, evenals in de achtergevel, verscheidene eenvoudige muurankers. De rechterzijgevel is vermoedelijk in de jaren vijftig opnieuw opgetrokken in een lichter soort steen, mogelijk kalkzandsteen. Hierin bevinden zich een smalle houten deur met segmentboog en een tweetal kleine, vierkante vensters zonder ramen en afsluitbaar door middel van een houten luik. De linkerzijgevel is voorzien van een viertal deuren en kleine vierkante vensters, die om en om zijn geplaatst. In de achtergevel bevindt zich eveneens een tweetal poorten met houten deur. Direct links van de grote poort in de voorgevel bevindt zich onder een afdekking een oude wel/waterput. Vanwege de bedrijfslogistiek werd deze in de jaren tachtig afgedekt. Het interieur van de schuur is in hoofdlijnen bewaard gebleven. Het gebint is grotendeels intact en de indeling is hier en daar gewijzigd en aangepast aan de moderne eisen.

Waardering.

Het object is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van sociaal-economische ontwikkelingen van Heijningen en het gebruik van het aangrenzende poldergebied. Het heeft architectuurhistorische waarde vanwege de typologische waarde en de bouwhistorische waarde welke is gelegen in de duidelijke illustratie van de ontwikkelingsgeschiedenis van het gebouw en het complex. Het heeft ensemblewaarde wegens de situering aan de binnendijkse zijde van de dijk waarop tevens een doorgaande weg is gelegen en aan de rand van open landbouwgronden.