Beverweert, Werkhoven
Omschrijving onderdeel 1: HOOFDGEBOUW KASTEEL BEVERWEERT.
Exterieur kasteel
Noordwestgevel
Tussen de twee hoge torens zes venstertraveeën met gepleisterde omlijstingen van vensters en deuren; hier drie bouwlagen boven het maaiveld; deze gevel is niet geheel in grote baksteen opgetrokken, maar in van beneden naar boven kleiner wordend formaat; in het souterrain stolpvensters in diep gelegen rondboogopeningen; op de eerste verdieping fenêtres à terre met twee vierpassen aan de onderzijde en in de bovenlichten; de deuren komen uit op het balkon met gietijzeren hekken ondersteund door vijf rechthoekige gietijzeren kolommen op hardstenen voetstukken; in de balkonhekken het wapen van de familie Van Zuylen; op de tweede verdieping eveneens fenêtres à terre met smeedijzeren hekjes; deuren en vensters op de eerste en tweede verdieping zijn omlijst in een gepleisterde rand met oren; gepleisterde cordonlijst onder derde bouwlaag; boven de vensters van deze bouwlaag zes ontlastingsbogen in bak- en natuursteen van vroegere vensters; daarboven gepleisterde kantelen; het zadeldak is met gesmoorde pannen gedekt.
TORENS: De vier bouwlagen hoge vierkante torens hebben boven het maaiveld gepleisterde hoekkettingen; de afdekking van de torens is een tentdak met leien belegd en omgeven door gepleisterde kantelen, waaronder een rondboogfries, en dito arkeltorentjes; op de spitsen windwijzers met het wapen van Van Zuylen; de cordonlijsten en vensteromlijstingen van de torens zijn ook gepleisterd; de omlijstingen van de eerste en tweede verdieping zijn recht aan de bovenzijde, de omlijsting op de derde verdieping heeft de spitsboogvorm; links en rechts daarvan steeds aan alle zijden een dichtgezette oculus in gepleisterde omlijsting; voor de fenêtres à terre van de bel-etage kleine balkons met als ondersteuning twee natuurstenen bevers, en enig bijwerk in de vorm van parels (?); elk balkon heeft gietijzeren hekken met het wapen van de Nederlandse leeuw en het wapen van de familie van Heeckeren van Enghuizen aan de voorzijde en wapens van de familie Van Zuylen aan de zijkanten; onder het rechter balkon nog een venster.
Voorgevel zuidwestzijde
Links (west) de hoge toren met hoekketting, hier in natuursteen, evenals de lijst tussen de eerste en tweede bouwlaag; die tussen de volgende bouwlagen is gepleisterd; beneden een venster met dubbele vierpassen, dan volgt een fenêtre à terre met hekje en daarna een spitsboogvenster met hekje; in de oostgevel van deze toren dito vensters; een dubbele gebogen trap leidt via een bordes naar de hoofdingang; de voorgevel kent drie traveeën, de middelste is gevat in een hardstenen omlijsting die is geprofileerd en van een kroonlijst voorzien. Daarboven een gevelsteen met de volgende tekst "MCC 1200 was ik reeds gesticht MDCCCXXXVI 1836 ben ik door H.J.C.J. Baron van Heeckeren heer van Enghuizen, Beverweert, Odijk enz. verbouwd"; erboven een spitsboognis met klok; in de buitenste traveeën met bepleistering omlijste vensters; op de bel-etage fenêtres à terre met dubbele vierpas in het bovenlicht en aan de onderzijde; op de verdieping 8-ruits fenêtres à terre met hekjes; in het gevelvlak boven de vensters ontlastingsbogen (van vroegere muuropeningen) in kleine rode steen; ingangsdeur in nis, terugliggend en uitgevoerd in glas met dubbele vierpas erboven; aan de voet van de bordestrap twee gietijzeren lantarens aan beide zijden; aan de voorzijde van de muur onder het bordes houten deur naar souterrain met vierpas beneden en grill voor het glas in de bovenste vakken; in de hoeken van deze gevel tussen de balusters op het bordes en de toren (respectievelijk vooruitspringende hoekpartij) venstertjes met grill; in de uitspringende hoekpartij beneden op de bel-etage fenêtre à terre met dubbele vierpassen aan de bovenzijde, op de verdieping 8-ruits venster met hekje.
Zuidoostgevel
Deze gevel telt zes traveeën; van links geteld is de eerste "ziend", de tweede "blind" (na het pleisteren van de gevel dichtgezet), de derde en vierde travee zijn ziend, de vijfde is blind (later dichtgezet) op het dubbele souterrainvenster na; de zesde travee is ook blind; in de eerste travee een dubbel souterrainvenster met grill, op de bel-etage een dubbel fenêtre à terre met hekjes en vierpassen (zonder horizontale roeden) en op de eerste verdieping met hekjes (en roeden), en zonder vierpassen; in de derde travee in het souterrain een deur met aan de onderzijde een houten vierpas en een grill voor het glas aan de bovenzijde; de vensters in de overige ziende traveeën gelijk aan die in de eerste travee.
Noordoostgevel
Deze gevel is nog geheel bepleisterd, evenals het torengedeelte aan die zijde; de westgevel kent zes traveeën; de vierde travee van links is blind, de overigen zijn ziend, de toren is eveneens blind, op het bovenste deel met venster na.
Interieur kasteel
In het interieur onder meer:
Hal: neorenaissance cassetten stucplafond met culs-de-lampe, vier vakken van zuid naar noord en drie vakken van oost naar west; de deuren hebben een neogotische spitsboogomlijsting; de drie deuren naar het bordes voor de zuidwestgevel hebben aan de binnenzijde houten zijpanelen met colonetten; boven de deuren naar de grote salon aan de noordwestzijde en het vertrek aan de oostzijde wapens van Van Zuylen (drie zilveren zuilen in blauw) en de familie Van Heeckeren van Enghuizen; in de achterwand van de hal midden een boogvormige nis met schelpmotief bovenin, boven de nis een gekroond wapen met de Nederlandse leeuw met ernaast engeltjes en guirlandes; in de deuren naar de kleine salon aan de noordwestzijde en voormalige kleine kamer aan de noordoostzijde (thans toiletgroep) gietijzeren raamwerk met aan de bovenzijde houten driepassen en toten; boven de deuren het gekroonde wapen van Van Zuylen; de vloer bestaat uit oude brede houten delen.
Kamer aan de oostzijde: marmeren spitsboognis om de stookplaats, vensters voorzien van luiken, stucplafond van hoge kwaliteit.
Hoekkamer in zuidtoren: stucwerk plafond tweede helft 19de eeuw, daarin kruisribgewelf met in de velden rozetten; deuromlijsting geprofileerd en voorzien van bladwerk; dessus de porte met de letters I en J; bijzonder aangelegde parketvloer met grote rozet in het midden.
Grote salon aan de noordwestzijde: stucplafond in drie vakken gedeeld; parketvloer draagt in het midden ovaal medaillon dat een gekroond wapen bevat met als wapendragers een adelaar en een leeuw; het wapen is gevuld met leeuwen in verschillende kleuren en afmetingen.
Kleine salon aan de noordwestijde: vierkant stucplafond.
Kleine kamer aan de noordzijde: stucplafond met vrouwenkopjes in het midden en voluten naar de hoeken.
Westelijk van deze kamer een oude badkamer met glazen bovenlicht boven scheidingswand.
Grote kamer aan de noordzijde: ondiep neorenaissance cassettenplafond; stookplaats met gekoppelde marmeren pilasters; langs de diepe raamnissen houten colonetten met verguld en rood geschilderde kroontjes; ingelijste stucwerk taferelen van vrouwenkopjes temidden van ranken en bladwerk aan beide zijden van de schoorsteen; op de westwand met putti die symbolen van de jacht, respectievelijk van de visserij dragen; op de houten vensterluiken kolonetten en vierpassen.
Kelder: veel wijzigingen aangebracht vanwege de bestemming; een oude keuken met stookplaats resteert aan de noordzijde; een laat negentiende eeuwse wijnkelder is nog aanwezig met gemetselde vakken in gele steen voor wijnflessen; enkele gedeelten van de kelder bezitten troggewelfjes, overigens veel zwaar muurwerk.
Trap: vanuit de hal voert een laat 19de-eeuwse trap naar de eerste verdieping; de forse houten trappaal is bekroond met een schilddragende leeuw die het wapenschild van Van Zuylen draagt; gedraaide gietijzeren balusters in neorenaissance stijl ondersteunen de houten leuningen; het plafond in het trappenhuis is een stucplafond in neorenaissance stijl.
Op de eerste verdieping bevinden zich aan de oost- en zuidzijde vertrekken voorzien van een schoorsteen met grijs marmeren pilasters; de hoekkamer aan de zuid/west zijde is in het bezit van gestucte medaillons met vrouwenkopjes; mogelijk is deze kamer de zogenaamde Koningskamer, het vertrek waar prins Willem III (de latere koning-stadhouder) logeerde, één van de vele malen dat hij Beverweert bezocht; boven de vensters en op het plafond loofwerk; de kleine kamer aan de noordzijde heeft een stookplaats met witmarmeren pilasters; de grote kamer aan de noordzijde heeft een soortgelijke stookplaats.
In de torens wenteltrappen uit de tweede helft van de 19de eeuw, die leiden naar de zolders en kamers in de dwarskappen achter de kantelen; de rechthoekige noordtoren is door schijnmuren verbouwd tot een achthoek.
Waardering
Het HOOFDGEBOUW KASTEEL BEVERWEERT is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang:
- als gaaf bewaard voorbeeld van een voor het midden van de 19de eeuw in eclectische trant verbouwd Utrechts Middeleeuws kasteel;
- als gaaf bewaard voorbeeld uit het oeuvre van de Utrechtse architect Christiaan Kramm;
- als zeldzaam en zowel in- als uitwendig gaaf bewaard voorbeeld van eclectische Nederlandse kasteelarchitectuur voor het midden van de 19de eeuw;
- vanwege de hoge ensemblewaarde;
- vanwege de zeldzaamheidswaarde en ouderdom.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
In structuur en deels in detail gaaf bewaarde HISTORISCHE BUITENPLAATS BEVERWEERT met: HOOFDGEBOUW KASTEEL BEVERWEERT (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), HEKPALEN BIJ BEVERWEERTSEWEG (3), HEKPALEN BIJ MOLENHOEFLAAN (4), HEKPALEN BIJ VOORLAAN (5), SMEEDIJZEREN HEK MET OPSCHRIFT (6), LANTAARNS (7), GIETIJZEREN BRUG (8), VOETGANGERSBRUG (9), SMEEDIJZEREN HEK (10), TUINSIERAAD (11), KOETSHUIS (12), BOERDERIJ 'MOLENHOEF' (13), HUIS 'VOORLAAN' (14).
Ten noordoosten van Werkhoven tussen de Kromme Rijn en de Langbroekerwetering gelegen historische buitenplaats met daarop het kasteel, dat gebouwd is om een voormalige woontoren uit de 13de eeuw. De toren vormde destijds een centrum voor de ontginning van het gebied. De buitenplaats omvat onder meer het in het midden van de 19de eeuw in neogotische stijl verbouwde kasteel Beverweert, een in landschapsstijl aangelegd park uit de 19de eeuw, waarin oudere structuren zijn opgenomen, een 19de- eeuws neogotisch koetshuis, 19de- eeuwse bruggen, hekken en lantarens, waterpartijen, gazons, boomgroepen en lanen, diverse zichtassen en gezichten op het omringende landschap en karakteristieke elementen daarin, zoals kerken en molen.
Het kasteel is bereikbaar via grotendeels rechte toegangslanen, die aan het begin gemarkeerd worden door gietijzeren hekpalen. Vanaf Werkhoven via de middeleeuwse Beverweertseweg en de 16de eeuwse Molenhoeflaan en vanaf de Langbroekerwetering (gelegen in de gemeente Driebergen) via twee vroeg 18de eeuwse haaks op elkaar aansluitende rechte lanen, de Voorlaan en de Laan. In de loop van de 19de eeuw is het huidige landschappelijke park ontstaan, waarbij oudere structuren, zoals de lanen, behouden zijn gebleven.
Het kasteel dateert vermoedelijk uit de 13de eeuw; het werd destijds bewoond door Ridder Zweder van Zuylen, ook genoemd van Beverweert en zijn echtgenote Hillegonda van de Velde, vrouwe van Beverweert. Na haar overlijden werd Nicolaas van de Velde leenheer, Zweder bleef op Beverweert wonen en hertrouwde met Berthe van Brakel. Na Zweder's dood in 1304 hertrouwde Bertha van Brakel; haar dochter Machteld trouwde met Otto van IJsselstein en na diens overlijden, met Zweder van Vianen. Hoewel de Van de Velde's in 1307 nog Beverweert in leen hadden, ging het kasteel aan het einde van de 14de eeuw in leen over naar Jan van Vianen (zoon van Machteld en Zweder) en zijn vrouw Elisabeth van Buren. Hun kleindochter Johanna van Vianen huwde Johan van Bouchout; in 1502 werd hun zoon Daniel met het goed beleend. Diens kleindochter Francoise trouwde Maxiliaan van Egmond, graaf van Buren. Hun enige zoon - Philips Willem - erfde Beverweert in 1563 en na zijn kinderloos overlijden, verwierf prins Maurits Beverweert. In 1536 was Beverweert overigens een ridderhofstad geworden.
In 1627 erfde zijn bastaardzoon Lodewijk van Nassau het goed en na zijn dood in 1685, werd zijn zoon Maurits Lodewijk heer van Beverweert. In 1734 volgde zijn zoon Hendrik Carel op, die gehuwd was met Margaretha Huguetan; na haar dood trouwde Hendrik Carel met Johanna Gevaerts. Hun erfdochter huwde in 1782 Evert Frederik baron van Heeckeren van Enghuizen. Hun zoon Hendrik Jacob Carel Johan verwierf het goed in 1831, hij was gehuwd met Elisa Hope-Williams; hij was tevens eigenaar van de buitenplaats Sonsbeek te Arnhem met een groot aantal daarbij gelegen gronden; ook de Beurse bij Winterswijk en de Cloese bij Lochem waren zijn eigendom; tussen 1835 en 1862 liet het echtpaar het Kasteel Beverweert en het park wijzigen; in 1862 werd kleinzoon Hendrik Jacob Carel Johan Walraven baron van Heeckeren, heer van Beverweert, Odijk en Enghuizen. In 1908 bracht erfdochter Marguerite Christine het kasteel in de familie van haar man Adolf Zeyger graaf van Rechteren Limpurg. Hun dochter Lutgardis, gehuwd met Constantin Friedrich graaf zu Castell Castell verkocht kasteel en park in 1958 aan de stichting voor Quakerscholen; de landerijen bleven haar eigendom, de boerderijen zijn vrijwel allemaal aan de pachtboeren verkocht. Sinds haar overlijden in 1989 zijn deze landerijen in het beheer bij haar dochter Odilia Prinzessin Reuss zu Castell Castell.
De bouwgeschiedenis van het kasteel begint bij de 13de eeuwse woontoren met ommuring, gelegen in het hart van het huidige kasteel; in de tweede helft van de 13de eeuw zijn daar de zuid- en noordtoren aan toegevoegd; in de eerste helft van de 14de eeuw kwam tussen de noordoostzijde van de noordtoren en de oorspronkelijke woontoren een verbinding tot stand; deze verbinding is omstreeks 1550 uitgebreid naar het noordoosten en in diezelfde tijd is tegen de noordoostgevel van de woontoren een laag gebouw met uitkragende erker geplaatst; voor 1745 is dit deel verlengd en verhoogd; tussen de beide hoektorens werd vermoedelijk in het tweede kwart van de 17de eeuw een nieuwe vleugel gebouwd; in 1836 is door de Utrechtse architect Christiaan Kramm (1795-1875) de vierde vleugel gebouwd; onder zijn leiding werden ook het exterieur en het interieur ingrijpend gewijzigd in neogotische stijl. Nu is het voorkomen van het kasteel een neogotische, bijna verdedigbare burcht, romantisch gelegen aan een vijver in een 19de- eeuws parklandschap.
Binnen het park zijn in de jaren 1958 en volgende (op het terrein gelegen tussen het kasteel en het koetshuis) paviljoens opgetrokken voor leerlingen van de in het kasteel gehuisveste Internationale Quakerschool; deze school heeft het kasteel in de zomer van 1997 verlaten; de paviljoens worden niet beschermd.
De buitenplaats strekt zich uit tussen de volgende wegen en kadastrale percelen: in het noordwesten de Molenhoeflaan, oostwaarts overgaand in de Jachtrustlaan; aan de noordzijde vallen eveneens binnen het beschermde gebied de beide zijden van de Jachtrustlaan met het bosgebied waarin enkele paden, en het griendland; ter hoogte van de centrale as van de parkaanleg, de Laan, volgt de grens de Veensteeg in het zuiden en de kadastrale percelen Werkhoven B49 en 47 en Driebergen C440 en 439 in het noorden, waardoor enkele stroken parkbos en open doorzichten aan weerszijden van de Laan deel uitmaken van de beschermde historische parkaanleg. Aan de westzijde van de Veensteeg kruist de grens de Jachtrustlaan en verloopt de grens over de scheiding tussen de kadastrale percelen Werkhoven B525 en 359 en kruist de Kromme Rijn, alwaar de grens via een schuine lijn aan de zuidzijde van het kadastrale perceel Werkhoven A1128 uitkomt aan de Graaf van Lynden van Sandenburgweg, ter hoogte van de oprijlaan naar het kasteel; aan de zuidwestzijde vormt de Graaf van Lynden van Sandenburgweg (N229) de begrenzing, vanaf het begin van de Beverweertseweg tot en met de Molenhoeflaan; aan de oostzijde vormt de Langbroekerwetering de grens.
NB Het overgrote deel van de buitenplaats ligt op het grondgebied van de gemeente Bunnik. Het oostelijke deel van het park ligt op het grondgebied van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Het betreft in het laatste geval het oostelijke deel van de oprijlaan vanaf de Langbroekerdijk, geflankeerd door stroken parkbos en doorzichten op het weidegebied, met de onderdelen Huis Voorlaan (14) en een stel hekpijlers (5).
Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven.
Waardering van het complex
De HISTORISCHE BUITENPLAATS BEVERWEERT is van algemeen cultuur-, architectuur-, en tuinhistorisch belang:
- vanwege de rijke bewoningsgeschiedenis van het kasteel;
- als voorbeeld van een Middeleeuws Utrechts kasteel dat zijn huidige aanzien, zowel in- als uitwendig, te danken heeft aan de eclectische wijzigingen die het voor het midden van de 19de eeuw onderging;
- vanwege de vroeg- en laatmiddeleeuwse, en 18de-eeuwse toegangslanen naar het 19de-eeuwse park en naar het kasteel, de 19de-eeuwse vijvers, bruggen en hekken, alsmede gietijzeren tuinsieraden;
- vanwege de architectuurhistorische en typologische waarde van het koetshuis;
- vanwege de architectuurhistorische en cultuurhistorische waarden van het pand Molenhoef en het huis Voorlaan, op zich zelf én in relatie tot het kasteel;
- vanwege de historisch-functionele relatie tussen de verschillende complexonderdelen;
- vanwege de ensemblewaarde;
- als onderdeel van de groep historische buitenplaatsen en landgoederen langs en nabij de Langbroekerwetering.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Kasteel | Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Beverweertseweg | 60 | – | 3985 RE | Werkhoven | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | B | 367 | – | Werkhoven |
– | B | 366 | – | Werkhoven |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1835 | 1840 | – | verbouwing |