Beverweert, Driebergen-Rijsenburg,Werkhoven

Omschrijving onderdeel 2: HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG.

De belangrijkste historische component in de park- en tuinaanleg is de rivier de Kromme Rijn, waaraan het kasteel is gelegen. Op de rentmeesterskaarten van 1631 en 1710 is het kasteel omgeven door een slotgracht, die in verbinding staat met de rivier. Oorspronkelijk lag er tot 1828 een voorburcht met poortgebouwen aan de gracht ten oosten van het kasteel; via een dubbele stenen boogbrug en ophaalbrug bereikte men het kasteel; het poortgebouw bestond uit een toren met doorgang en een vierkante toren ernaast; in 1631 liep de gracht ook ten noordoosten van het kasteel om twee rechthoekige terreinen met torens op de hoeken; op een afbeelding uit 1698 (en op één uit 1745 van Jan de Beijer) is er ten noorden van het kasteel een tuin met parterres de broderie, waarin zich beelden, oranjerieboompjes in potten, en obelisken bevinden; in 1710 was het eiland niet meer omgeven door een gracht, maar verbonden met de wal en nog slechts aan één zijde grenzend aan de gracht; verder stonden min of meer rechthoekige waterlopen in verbinding met de rivier, en vormde het door de tuinaanleg gekarakteriseerde gedeelte een rechthoek met de korte zijde naar de rivier. Terwijl de tuinaanleg in 1631 werd weergegeven met vier rechthoekige vakken aan de rivier (met in één vak het kasteel) en een moestuin aan de oostzijde, was in 1710 het oostelijk deel in twee langwerpige vakken beplant met in het midden een laan (net als tegenwoordig in verbinding met de Langbroekerwetering); ten noordwesten en ten zuiden van het kasteel lagen grote langwerpige parterres de broderie. Overigens waren om de 17de-eeuwse rechthoek met de tuinaanleg ook rechthoekige bospercelen aangegeven in het zuiden én aan de overzijde van de rivier in het westen.

Na het midden van de 19de eeuw is de aanleg van het park in landschappelijke stijl gewijzigd. Rondom het kasteel kwam een verfijnde parkaanleg in landschapsstijl tot stand met solitaire bomen, boomgroepen en bospartijen, slingerende waterlopen en lanen met doorzichten naar het buitenpark. Het kasteel staat op een eiland, waar de voormalige gracht als een vijver omheen loopt; ten oosten van het kasteel staat een meerstammige linde; ten noorden van het kasteel bevindt zich een clump van drie bomen: twee paardenkastanjes en een eik; ten zuiden van het kasteel, maar dichterbij staat een groep van vier bomen, een eik, een esdoorn en twee tulpenbomen; op de noordwest en noordoost hoek van het eiland staan solitair geplaatste platanen. Alle genoemde bomen dateren uit de 19de eeuw.

De aanleg van het buitenpark werd als voortzetting van het binnenpark minder intensief gewijzigd. Bospartijen, waarin nog restanten van slingerpaden, solitairen en boomgroepen hebben mede een waarde als coulissen van de gezichten vanuit het binnenpark.

De belangrijkste zichtassen vanuit het kasteel zijn: in zuidwestelijke richting door het bos langs de Beverweertseweg naar het dorp Werkhoven en naar de aldaar gelegen molen en kerktorens, in zuidelijke richting over de rivier de Kromme Rijn en het akkerland, in oostelijke richting over de gazons naar de Laan, en in noordelijke richting over de vijver en het park naar de akkers en het bos ten noorden van het andere deel van de Beverweertseweg.

De laanstructuur die beeldbepalend is voor de aanleg van de historische buitenplaats heeft in de loop der tijden wijzigingen ondergaan. Vermoedelijk was de belangrijkste en oudste toegang vanaf de 13de-eeuwse Beverweertseweg; deze begint bij de (latere) Graaf van Lynden van Sandenburgweg en loopt met een bocht in noordelijke richting (voor een deel parallel aan de rivier) komt vervolgens op de Molenhoeflaan uit, buigt daar naar het noorden af, en voert verder na een haakse bocht zowel naar de boerderij Rijnveld, als naar de kruising van de Laan en de Jachtrustlaan.

De Beverweertseweg is in de buurt van het kasteel met eiken beplant (rechts van de weg in dubbele rij); verderop ligt links een bosperceel met diverse boomsoorten. Na de bocht links en rechts beuken; langs het water staan eiken en paardekastanjes. De meeste bomen dateren uit de 19de eeuw.

Na de driesprong (en een brug over de Kromme Rijn) volgt rechts een bosperceel; de Beverweertseweg splitst zich in twee delen: een niet openbare weg voert naar de boerderij Rijnveld; deze laan is dubbel beplant met beuken; rechts van deze weg een perceel met griendhout. Op de kruising (bij het gietijzeren tuinornament) gaat de dubbele laanbeplanting van beuken in enkel geplante eiken over.

In dit gedeelte van de buitenplaats liggen enkele oude paden; zo zijn er twee paden vanaf de Beverweertseweg in oostelijke richting met een recht verloop - ongeveer evenwijdig aan de Laan - en, verbonden met het meest zuidelijke pad, vier slingerpaden die min of meer noordzuid lopen, die op hun beurt aansluiten op een slingerpad van west naar oost. Westelijk van dit deel van de Beverweertseweg loopt zuidelijk een slingerpad naar een grafmonument, en noordelijk een recht pad, dat aansluit op dit slingerpad.

De openbare Beverweertseweg zet zich voort in oostelijke richting langs het hek rond het binnenpark; het binnenpark ligt rechts, en een bosperceel links; daar sluit de Beverweertseweg met een bocht aan op de viersprong van de vrijwel rechte, openbare Jachtrustlaan, de niet openbare rechte Laan, en de slingerende oprijlaan naar het kasteel.

De Molenhoeflaan is in de 16de eeuw aangelegd; langs deze weg staat thans jonge aanplant van bruine en groene beuken.

Op afbeeldingen uit 1710 is vanuit het oosten de huidige Laan aangegeven, toen al met een laanbeplanting. De Laan verwijdde zich tot een ovaal (bij de huidige Jachtrustlaan), waar destijds een rechte smalle oprijlaan begon door het park naar het kasteel; thans is deze oprijlaan min of meer slingerend. Er is ook een aftakking naar het koetshuis.

De beplanting van de oprijlaan bestaat uit oude eiken met daaronder grote rododendron groepen.

Aan de gazonrand staan veel oude paardekastanjes.

De Laan is vanaf het kasteel in het eerste deel dubbel beplant met oude eiken (tot waar de weilanden beginnen), daarna volgen lindebomen.

De Voorlaan is beplant met beuken.

NB. Het overgrote deel van de buitenplaats ligt op het grondgebied van de gemeente Bunnik. Het oostelijke deel van het park ligt op het grondgebied van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Het betreft in het laatste geval het oostelijke deel van de oprijlaan vanaf de Langbroekerdijk, geflankeerd door stroken parkbos en doorzichten op het weidegebied, met de onderdelen Huis Voorlaan (14) en een stel hekpijlers (5).

Waardering

De HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG van Kasteel Beverweert is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang:

- vanwege de verfijnde aanleg in landschapsstijl van het binnenpark, aangelegd na het midden van de 19de eeuw;

- vanwege de architectonische relatie van het binnenpark en het buitenpark;

- als gaaf bewaard voorbeeld van een tot landschapspark getransformeerde aanleg rondom een Utrechts middeleeuws kasteel waarvan de in het veld nog herkenbare oorsprong tot in de Middeleeuwen teruggaat;

- vanwege de gaafheid en de hoge ensemblewaarden.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
526357
Complexnaam
Beverweert
Provincie
Gemeente
Complexomschrijving

Omschrijving van het complex

In structuur en deels in detail gaaf bewaarde HISTORISCHE BUITENPLAATS BEVERWEERT met: HOOFDGEBOUW KASTEEL BEVERWEERT (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), HEKPALEN BIJ BEVERWEERTSEWEG (3), HEKPALEN BIJ MOLENHOEFLAAN (4), HEKPALEN BIJ VOORLAAN (5), SMEEDIJZEREN HEK MET OPSCHRIFT (6), LANTAARNS (7), GIETIJZEREN BRUG (8), VOETGANGERSBRUG (9), SMEEDIJZEREN HEK (10), TUINSIERAAD (11), KOETSHUIS (12), BOERDERIJ 'MOLENHOEF' (13), HUIS 'VOORLAAN' (14).

Ten noordoosten van Werkhoven tussen de Kromme Rijn en de Langbroekerwetering gelegen historische buitenplaats met daarop het kasteel, dat gebouwd is om een voormalige woontoren uit de 13de eeuw. De toren vormde destijds een centrum voor de ontginning van het gebied. De buitenplaats omvat onder meer het in het midden van de 19de eeuw in neogotische stijl verbouwde kasteel Beverweert, een in landschapsstijl aangelegd park uit de 19de eeuw, waarin oudere structuren zijn opgenomen, een 19de- eeuws neogotisch koetshuis, 19de- eeuwse bruggen, hekken en lantarens, waterpartijen, gazons, boomgroepen en lanen, diverse zichtassen en gezichten op het omringende landschap en karakteristieke elementen daarin, zoals kerken en molen.

Het kasteel is bereikbaar via grotendeels rechte toegangslanen, die aan het begin gemarkeerd worden door gietijzeren hekpalen. Vanaf Werkhoven via de middeleeuwse Beverweertseweg en de 16de eeuwse Molenhoeflaan en vanaf de Langbroekerwetering (gelegen in de gemeente Driebergen) via twee vroeg 18de eeuwse haaks op elkaar aansluitende rechte lanen, de Voorlaan en de Laan. In de loop van de 19de eeuw is het huidige landschappelijke park ontstaan, waarbij oudere structuren, zoals de lanen, behouden zijn gebleven.

Het kasteel dateert vermoedelijk uit de 13de eeuw; het werd destijds bewoond door Ridder Zweder van Zuylen, ook genoemd van Beverweert en zijn echtgenote Hillegonda van de Velde, vrouwe van Beverweert. Na haar overlijden werd Nicolaas van de Velde leenheer, Zweder bleef op Beverweert wonen en hertrouwde met Berthe van Brakel. Na Zweder's dood in 1304 hertrouwde Bertha van Brakel; haar dochter Machteld trouwde met Otto van IJsselstein en na diens overlijden, met Zweder van Vianen. Hoewel de Van de Velde's in 1307 nog Beverweert in leen hadden, ging het kasteel aan het einde van de 14de eeuw in leen over naar Jan van Vianen (zoon van Machteld en Zweder) en zijn vrouw Elisabeth van Buren. Hun kleindochter Johanna van Vianen huwde Johan van Bouchout; in 1502 werd hun zoon Daniel met het goed beleend. Diens kleindochter Francoise trouwde Maxiliaan van Egmond, graaf van Buren. Hun enige zoon - Philips Willem - erfde Beverweert in 1563 en na zijn kinderloos overlijden, verwierf prins Maurits Beverweert. In 1536 was Beverweert overigens een ridderhofstad geworden.

In 1627 erfde zijn bastaardzoon Lodewijk van Nassau het goed en na zijn dood in 1685, werd zijn zoon Maurits Lodewijk heer van Beverweert. In 1734 volgde zijn zoon Hendrik Carel op, die gehuwd was met Margaretha Huguetan; na haar dood trouwde Hendrik Carel met Johanna Gevaerts. Hun erfdochter huwde in 1782 Evert Frederik baron van Heeckeren van Enghuizen. Hun zoon Hendrik Jacob Carel Johan verwierf het goed in 1831, hij was gehuwd met Elisa Hope-Williams; hij was tevens eigenaar van de buitenplaats Sonsbeek te Arnhem met een groot aantal daarbij gelegen gronden; ook de Beurse bij Winterswijk en de Cloese bij Lochem waren zijn eigendom; tussen 1835 en 1862 liet het echtpaar het Kasteel Beverweert en het park wijzigen; in 1862 werd kleinzoon Hendrik Jacob Carel Johan Walraven baron van Heeckeren, heer van Beverweert, Odijk en Enghuizen. In 1908 bracht erfdochter Marguerite Christine het kasteel in de familie van haar man Adolf Zeyger graaf van Rechteren Limpurg. Hun dochter Lutgardis, gehuwd met Constantin Friedrich graaf zu Castell Castell verkocht kasteel en park in 1958 aan de stichting voor Quakerscholen; de landerijen bleven haar eigendom, de boerderijen zijn vrijwel allemaal aan de pachtboeren verkocht. Sinds haar overlijden in 1989 zijn deze landerijen in het beheer bij haar dochter Odilia Prinzessin Reuss zu Castell Castell.

De bouwgeschiedenis van het kasteel begint bij de 13de eeuwse woontoren met ommuring, gelegen in het hart van het huidige kasteel; in de tweede helft van de 13de eeuw zijn daar de zuid- en noordtoren aan toegevoegd; in de eerste helft van de 14de eeuw kwam tussen de noordoostzijde van de noordtoren en de oorspronkelijke woontoren een verbinding tot stand; deze verbinding is omstreeks 1550 uitgebreid naar het noordoosten en in diezelfde tijd is tegen de noordoostgevel van de woontoren een laag gebouw met uitkragende erker geplaatst; voor 1745 is dit deel verlengd en verhoogd; tussen de beide hoektorens werd vermoedelijk in het tweede kwart van de 17de eeuw een nieuwe vleugel gebouwd; in 1836 is door de Utrechtse architect Christiaan Kramm (1795-1875) de vierde vleugel gebouwd; onder zijn leiding werden ook het exterieur en het interieur ingrijpend gewijzigd in neogotische stijl. Nu is het voorkomen van het kasteel een neogotische, bijna verdedigbare burcht, romantisch gelegen aan een vijver in een 19de- eeuws parklandschap.

Binnen het park zijn in de jaren 1958 en volgende (op het terrein gelegen tussen het kasteel en het koetshuis) paviljoens opgetrokken voor leerlingen van de in het kasteel gehuisveste Internationale Quakerschool; deze school heeft het kasteel in de zomer van 1997 verlaten; de paviljoens worden niet beschermd.

De buitenplaats strekt zich uit tussen de volgende wegen en kadastrale percelen: in het noordwesten de Molenhoeflaan, oostwaarts overgaand in de Jachtrustlaan; aan de noordzijde vallen eveneens binnen het beschermde gebied de beide zijden van de Jachtrustlaan met het bosgebied waarin enkele paden, en het griendland; ter hoogte van de centrale as van de parkaanleg, de Laan, volgt de grens de Veensteeg in het zuiden en de kadastrale percelen Werkhoven B49 en 47 en Driebergen C440 en 439 in het noorden, waardoor enkele stroken parkbos en open doorzichten aan weerszijden van de Laan deel uitmaken van de beschermde historische parkaanleg. Aan de westzijde van de Veensteeg kruist de grens de Jachtrustlaan en verloopt de grens over de scheiding tussen de kadastrale percelen Werkhoven B525 en 359 en kruist de Kromme Rijn, alwaar de grens via een schuine lijn aan de zuidzijde van het kadastrale perceel Werkhoven A1128 uitkomt aan de Graaf van Lynden van Sandenburgweg, ter hoogte van de oprijlaan naar het kasteel; aan de zuidwestzijde vormt de Graaf van Lynden van Sandenburgweg (N229) de begrenzing, vanaf het begin van de Beverweertseweg tot en met de Molenhoeflaan; aan de oostzijde vormt de Langbroekerwetering de grens.

NB Het overgrote deel van de buitenplaats ligt op het grondgebied van de gemeente Bunnik. Het oostelijke deel van het park ligt op het grondgebied van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Het betreft in het laatste geval het oostelijke deel van de oprijlaan vanaf de Langbroekerdijk, geflankeerd door stroken parkbos en doorzichten op het weidegebied, met de onderdelen Huis Voorlaan (14) en een stel hekpijlers (5).

Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven.

Waardering van het complex

De HISTORISCHE BUITENPLAATS BEVERWEERT is van algemeen cultuur-, architectuur-, en tuinhistorisch belang:

- vanwege de rijke bewoningsgeschiedenis van het kasteel;

- als voorbeeld van een Middeleeuws Utrechts kasteel dat zijn huidige aanzien, zowel in- als uitwendig, te danken heeft aan de eclectische wijzigingen die het voor het midden van de 19de eeuw onderging;

- vanwege de vroeg- en laatmiddeleeuwse, en 18de-eeuwse toegangslanen naar het 19de-eeuwse park en naar het kasteel, de 19de-eeuwse vijvers, bruggen en hekken, alsmede gietijzeren tuinsieraden;

- vanwege de architectuurhistorische en typologische waarde van het koetshuis;

- vanwege de architectuurhistorische en cultuurhistorische waarden van het pand Molenhoef en het huis Voorlaan, op zich zelf én in relatie tot het kasteel;

- vanwege de historisch-functionele relatie tussen de verschillende complexonderdelen;

- vanwege de ensemblewaarde;

- als onderdeel van de groep historische buitenplaatsen en landgoederen langs en nabij de Langbroekerwetering.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Historische aanleg Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Driebergen-Rijsenburg,Werkhoven Werkhoven, Driebergen-Rijsenburg,Werkhoven Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
B 47 Werkhoven
B 321 Werkhoven
B 355 Werkhoven
B 927 Werkhoven
B 82 Werkhoven
B 48 Werkhoven
B 525 Werkhoven
B 80 Werkhoven
B 720 Werkhoven
B 79 Werkhoven
B 722 Werkhoven
B 320 Werkhoven
B 52 Werkhoven
B 322 Werkhoven
B 309 Werkhoven
B 49 Werkhoven
B 50 Werkhoven
B 926 Werkhoven
B 912 Werkhoven
B 911 Werkhoven
B 53 Werkhoven
B 367 Werkhoven
B 366 Werkhoven
B 319 Werkhoven
B 318 Werkhoven
B 312 Werkhoven
B 365 Werkhoven
B 594 Werkhoven
B 51 Werkhoven
B 354 Werkhoven
B 595 Werkhoven
B 310 Werkhoven
B 308 Werkhoven
B 721 Werkhoven
B 81 Werkhoven
E 33 Werkhoven
E 543 Werkhoven
E 498 Werkhoven
E 499 Werkhoven
E 34 Werkhoven
E 417 Werkhoven
E 38 Werkhoven
E 32 Werkhoven
E 31 Werkhoven
E 35 Werkhoven
E 415 Werkhoven
E 416 Werkhoven
E 542 Werkhoven
F 235 Werkhoven
C 822 Driebergen-Rijsenburg
C 443 Driebergen-Rijsenburg
C 3978 Driebergen-Rijsenburg
C 4194 Driebergen-Rijsenburg
C 445 Driebergen-Rijsenburg
C 4193 Driebergen-Rijsenburg
C 447 Driebergen-Rijsenburg
C 450 Driebergen-Rijsenburg
C 452 Driebergen-Rijsenburg
C 444 Driebergen-Rijsenburg
C 448 Driebergen-Rijsenburg
C 449 Driebergen-Rijsenburg
C 440 Driebergen-Rijsenburg
C 446 Driebergen-Rijsenburg
C 451 Driebergen-Rijsenburg
C 441 Driebergen-Rijsenburg
C 442 Driebergen-Rijsenburg
C 439 Driebergen-Rijsenburg
C 4195 Driebergen-Rijsenburg
C 3980 Driebergen-Rijsenburg
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1850 1900 vervaardiging
Naar boven