526405, Overveen
Omschrijving onderdeel 1: Begraafplaats.
Israëlitische BEGRAAFPLAATS met 124 grafmonumenten, aangelegd voor de Neie Kille te Overveen, gesticht in 1797. De begraafplaats is aangelegd op een rechthoekig perceel, destijds geheel vrij van begroeiing. Van een ontwerp voor de aanleg is verder geen sprake. Inmiddels is de begraafplaats geheel begroeid met loof- en naaldbomen, voornamelijk opschot uit de omliggende omgeving. De ecologisch gegroeide situatie (begroeiing met loof- en naaldbomen) wordt als belangrijk ervaren, vanwege het beeld dat de begraafplaats oproept. Op de begraafplaats komen nog 124 grafmonumenten voor, waaronder één tombe voor de rabbijn van de nieuwe gemeente, Izak Graanboom. De overige grafmonumenten zijn voornamelijk stèles, alle geplaatst op regels die min of meer noord-west/zuid-oost georiënteerd zijn. In een aantal gevallen liggen de graven kop-voet, in andere gevallen kop-kop. Het merendeel van de oudere grafmonumenten is buitengewoon mooi uitgevoerd en zeer goed bewaard. Opvallend daarbij is de dikwijls uitgebreide Hebreeuwse en - in een aantal gevallen - Nederlandse tekst, hetgeen is terug te voeren naar de eerste periode onder de Neie Kille en de emancipatie-beweging die daarmee gepaard ging. De meeste grafmonumenten hebben een verheven tekst, hetgeen de zerken kostbaar maakte. Vooral de oudere grafmonumenten zijn opvallend rijk gedecoreerd. Bijzonder is ook de zerk van de kinderen Wertheim, vanwege de aanwezigheid van een Hebreeuws gedichtje.
Ook is er een fraaie Parnosemregel, de rij waarop de initiatiefnemers van 1797 liggen begraven, met daarachter een aparte regel voor hun echtgenotes. Op deze regel onder meer de graven van bekende Nederlanders zoals de juristen Asser, de vooraanstaande bankier en filantroop A.C. Wertheim (1832-1897) en mr. Dr. Lodewijk E. Visser (1871-1942), tot 1940 President van de Hoge Raad en voorman in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De voorkomende grafmonumenten zijn voornamelijk gehouwen uit hardsteen met een ruwe bewerking aan de achterzijde.
Waardering
De Joodse BEGRAAFPLAATS (1797) is van algemeen cultuurhistorisch, genealogisch en funerairhistorisch belang:
- wegens de ouderdom en de gebruiksgeschiedenis;
- wegens het materiaalgebruik en de toegepaste symboliek;
- als bijzondere en uniek voorbeeld van een emancipatorische beweging onder de Nederlandse joden aan het eind van de 18de eeuw;
- wegens de hoge funerair-historische en landelijke genealogische waarde voor de geschiedenis van het Nederlandse jodendom in het algemeen en die van de Joodse gemeente van Amsterdam in het bijzonder;
- wegens de redelijke tot ruime mate van gaafheid van de verschillende onderdelen;
- wegens de uniciteit op landelijk niveau.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
In de duinen buiten Overveen gelegen Israëlitische BEGRAAFPLAATS met grafmonumenten (1) en omringende MUUR MET TOEGANGSPOORT (2). De Joodse begraafplaats werd aangelegd in 1797 door de "Neie Kille" van Amsterdam. Deze Neie Kille, wat staat voor nieuwe gemeente, scheidde zich in dat jaar af van de Hoogduitse Amsterdams Joodse Gemeente. De oprichters van de Neie Kille werden sterk beïnvloed door de Franse revolutie en voor hen stond dan ook niet de godsdienst, maar het staatsburgerschap voorop. In 1808 werd de scheiding tussen de gemeenten weer opgeheven door toedoen van koning Lodewijk Napoleon. Van 1797 tot 1808 zijn hier precies 100 overledenen ter aarde besteld. Na 1808 hebben 119 begravingen plaatsgevonden; zes daarvan na de Tweede Wereldoorlog.
Ongeveer in het midden van de begraafplaats, niet ver achter het toegangshek, staat een eenvoudig metaheerhuisje onder een zadeldak. Het huisje staat op een rechthoekige plattegrond en is geheel gepleisterd. Begin jaren '90 van de 20ste eeuw is het huisje constructief hersteld waarbij waarschijnlijk de originele kap verloren is gegaan.
Het ijzeren hek (1982), het metaheerhuisje en de gietijzeren pomp (2000) zijn wegens hun geringe ouderdom en monumentale waarde uit oogpunt van monumentenzorg van onvoldoende belang om voor bescherming in aanmerking te komen.
Waardering
De Israëlitische BEGRAAFPLAATS (1797) met grafmonumenten en omringende MUUR MET TOEGANGSPOORT (1903) is van algemeen cultuurhistorisch, genealogisch en funerairhistorisch belang:
- wegens de ouderdom en de gebruiksgeschiedenis;
- wegens het materiaalgebruik en de toegepaste symboliek;
- als bijzonder en uniek voorbeeld van een emancipatorische beweging onder de Nederlandse joden aan het einde van de 18de eeuw;
- wegens de aanwezigheid van een groot aantal grafmonumenten met funerair-historische en landelijke genealogische waarde voor de geschiedenis van het Nederlandse jodendom in het algemeen en die van de Joodse gemeente van Amsterdam in het bijzonder;
- wegens de redelijke tot ruime mate van gaafheid van de verschillende onderdelen;
- wegens de uniciteit op landelijk niveau.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Begraafplaats | Uitvaartcentra en begraafplaatsen | Begraafplaats en -onderdelen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
– | – | – | – | "" | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Uitvaartcentra en begraafplaatsen | Begraafplaats en -onderdelen | – | Particuliere begraafplaats |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | E | 932 | – | Bloemendaal |
– | E | 931 | – | Bloemendaal |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1797 | 1797 | – | vervaardiging |