Inleiding

KORTGEVELBOERDERIJ, opgetrokken in Ambachtelijk-traditionele bouwtrant en daterend uit XVII. Ingrijpende verbouwing 1843. De boerderij ligt met de nok evenwijdig aan de met Canadese populieren omzoomde weg met sloot op een klein erf met paardekastanje en twee notenbomen. Achter het huis een ingestorte eenbenige hooimijt onder rieten kap. Voor het huis een gemetselde waterput. De boerderij is in- en uitwendig uitermate gaaf in de oorspronkelijke functie bewaard gebleven.

Omschrijving

Driebeukig hallehuis met ankerbalkgebinten onder rieten zadeldak met wolfseinden en voeten van rode en gesmoorde Hollandse pannen. De kortgevelboerderij is van het dwarsdeeltype. De voorgevel is opgetrokken uit oranje kloostermoppen in wild verband met koppen en drieklezoren (koppenmaat 13 x 6,5 cm). Boven de vensters gaat het metselwerk over in paarsbruine handgevormde baksteen met knipvoeg. De voordeur met eenvoudig geprofileerd bovenkalf en tweedelig bovenlicht bevindt zich rechts uit de middenas. Rechts daarnaast een hooggeplaatst opkamervenster met zesruits raam met luik. Links van de voordeur twee vensters met 20-ruits schuiframen, dubbele luiken en sluitstang. Op zolderniveau in de middenas een klein vierkant venster met tweedelig draairaam. Boven en onder de ramen en boven de deur rollagen. Uiterst links zijn bouwsporen zichtbaar die erop wijzen dat het linker dakvlak is opgelicht en de linker zijgevel verhoogd. De linker zijgevel is na de verhoging van het dakvlak in hergebruikte baksteen opnieuw opgetrokken. Ter hoogte van het woongedeelte twee tweedelige kozijnen met bakstenen lekdorpels (ca. 1950), ter hoogte van het bedrijfsgedeelte een staldeur, een kleine wc-aanbouw en getoogde gietijzeren stalramen. De rechter zijgevel is boven een gepleisterde plint opgetrokken in een paarsbruine baksteen (1843) en maakt een regelmatige indruk. De gevel vertoont van links naar rechts een staldeur, een lunetvormig ijzeren stalraam met gaffeltracering, een zesdelig getoogd ijzeren stalraam, een inspringende dubbele deeldeur (vernieuwd 1952) en een klein venstertje met een tralie. De achtergevel is blind. Kozijnen en vensters zijn wit, deuren en luiken middengroen geschilderd.

Inwendig is de oorspronkelijke indeling grotendeels bewaard gebleven. In de woonkeuken een schouw met geprofileerde schouwbalk. Balkenplafonds, paneeldeuren met oorspronkelijk hang- en sluitwerk. In het huis vier eiken ankerbalkgebinten, waarvan één staander in het woongedeelte gewijzigd. Op de ankerbalk rondhouten driehoeksspanten met twee spruitbalken boven elkaar. Toogkelder met twee gemetselde pekelbakken. In de stal een hardstenen spoelbak.

Waardering

De kortgevelboerderij uit XVII-1843 is van algemeen belang. Het huis heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische ontwikkeling, als voorbeeld van een zich steeds verjongende kortgevelboerderij in de Meijerij. Het pand heeft architectuurhistorische waarde vanwege de in- en uitwendig zeer goed behouden hoofdstructuur en het traditionele materiaalgebruik alsmede vanwege onderdelen van het gave interieur. Het pand heeft bouwhistorische betekenis vanwege de afleesbaarheid van de bouwsporen. Het pand is straatbeeldbepalend en karakteristiek voor de open agrarische bebouwingswijze rond Gemonde.