Burgst, Breda
Omschrijving onderdeel 1: LANDHUIS BURGST.
Classicistisch hoofdgebouw op rechthoekige grondslag, bestaande uit een hoofdvleugel voorafgegaan door een door een open portico overdekt terras met aan weerszijden een licht risalerende zijvleugel. Het huis werd in 1790 gebouwd door de toenmalige eigenaar, de bekende Nederlandse vrijmetselaar Mr. C.W.J. Nahuys, later baron Nahuys van Burgst, die vermoedelijk het ontwerp voor dit huis samenstelde. Nahuys besteedde de bouw van het huis op 10 juli 1790 aan Carolus Oomen, die het huis op 11 december 1790 opleverde en die hiervoor f 1230,- ontving. Het huis werd op een nieuwe plaats op het landgoed opgetrokken met de voorgevel loodrecht gericht op de toren van de Grote Kerk van Breda, een zichtas die tot op heden is bewaard. Het huis werd in strikte relatie met de groene omgeving geconcipieerd: genoemde zichtas vormt de hoofdas van de eveneens in deze tijd tot stand gekomen aanleg, die als zodanig de aanleg op de entree van het huis centreert. Ook ten aanzien van de situering van de bijgebouwen werd dit Frans-classicistische concept gevolgd; de bijgebouwen zijn symmetrisch haaks ten opzichte van het hoofdgebouw gesitueerd en omsluiten met het hoofdgebouw aan drie zijden de op de hoofdas gelegen oprit.
Het witgepleisterde, gedeeltelijk onderkelderde bakstenen huis is overdekt door een flauw met grijze pannen gedekt schilddak, dat ter hoogte van de risalieten haaks omgaat. Op deze overgang op de nokeinden staat een rechthoekige schoorsteen.
Het pleisterwerk van het 7 traveeën brede huis is uitgevoerd met blokmotief; het huis rust op een donkergrijs geschilderde plint, eveneens uitgevoerd in blokmotief. De gevels worden omgaand door een kroonlijst (waarin goot) met tandlijst afgesloten. Centraal aan de voorzijde het 3 traveeën brede bordes van 4 treden (hardsteen) overkapt door genoemde portico met vier houten witgeschilderde gemarmerde houten zuilen.
Bel-étage: centraal een Empire achtruits entreedeur met tweeruits bovenlicht met geprofileerde omlijsting in hardsteen met sluitsteen. Aan weerszijden van de entree drie zesruits Empire-vensters met tweeruits bovenlichten (twee vensters in zijvleugel, één venster aan weerszijden van entree-deur); op de verdieping 7 zesruits lichten.
Rechter gevel: aan de linkerzijde een rechthoekige uitbouw uit circa 1900 waarin bijkeuken. Rechts hiervan 3 achtruits Empire-vensters. Recht er boven op de verdieping 3 zesruits Empire-vensters. Ter linker zijde op de verdieping eveneens een zesruits Empire-venster.
De achtergevel vertoont een risalerende drie traveeën brede middenpartij onder timpaanbekroning (zesruits ster-venster) met op de bel-étage centraal de door een hardstenen bordes van 4 treden voorafgegane Empire zesruits terrasdeur met tweeruits bovenlicht omgeven door hardstenen geprofileerde lijst met sluitsteen. Aan weerszijden twee achtruits Empirevensters (één venstertravee in de enigszins terugliggende zijgevels). Op de verdieping 5 zesruits Empirevensters.
Linker gevel: op de bel-étage 4 achtruits en op de verdieping 4 zesruits Empire vensters.
De vensters zijn omgaande van persiennes voorzien.
Inwendig: het huis werd in de jaren '80 en '90 van de 20ste eeuw inwendig geheel gerestaureerd. Centraal aan de voorzijde de in de breedte van het huis gesitueerde monumentale rechthoekige hal met rijk bewerkt stuc-plafond met putti en guirlandes, marmeren vloer en wanden met korintische pilastergeleding in stuc. Aan de linkerzijde, centraal ten opzichte van de linkergevel gesitueerd het rechthoekige trappenhuis met eikenhouten Lodewijk XVI bordestrap met balustrade met door kettingschalmen verbonden balusters. De handlijst van de leuning eindigt in gesneden adelaarskop. De achter de hal gesitueerde zaal en de rechts hiervan gesitueerde eetkamer vertonen eveneens plafonds met rijk stucwerk en paneellambriseringen met lijstwerk in Lodewijk XVI-stijl.
Het huis is aan de voorzijde aan weerszijden door een rechte eveneens witgepleisterde muur verbonden met de twee bouwhuizen. Centraal in deze muur, die afgesloten wordt door een kroonlijst, een halfronde poortdoorgang met houten poort onder hardstenen sluitsteen.
Waardering
Het LANDHUIS BURGST is van algemeen belang vanwege:
- de cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde als hoofdgebouw van de door baron Nahuys rond 1790 aangelegde buitenplaats Burgst;
- de architectuurhistorische waarde, als relatief zeldzaam voorbeeld in Brabant van een landhuis in Lodewijk XVI-stijl in het centrum van een historische parkaanleg;
- de ouderdom;
- de ensemblewaarden van het huis met beide bijgebouwen;
- de ensemblewaarden die het huis in de historische parkaanleg vertegenwoordigt;
- de gaafheid van zowel exterieur als interieur.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
HISTORISCHE BUITENPLAATS BURGST. Op het historische landgoed Burgst en de er deels mee verweven historische buitenplaats, waarvan de oorsprong tot in de 12de eeuw of eerder teruggaat, en waarvan de oudste sporen tot op heden zijn bewaard en deel uitmaken van de historische tuin- en parkaanleg.
De eerste vermelding van Burgst dateert uit 1198, wanneer bij de vorming van het land van Breda, twee hertogelijke enclaves blijven bestaan, waarvan Burgst er één was. Oorspronkelijk bestond het landgoed uit een omgracht 'kasteel' en drie grote agrarische bedrijven, de Grote Hoeve, de Kleine Hoeve en Muizenberg, die met uitzondering van Muizenberg vanouds op een ten aanzien van het omringende land aaneengesloten hoger gelegen en door een wal omgeven terrein zijn gelegen. Door de na 1970 gerealiseerde stadsuitbreiding van Breda, de Haagse Beemden, werd de nederzetting Muizenberg van het landgoed afgesneden. Thans omrijgt deze stadsuitbreiding het landgoed als een snoer, waarbij de karakteristiek van het in oorsprong in het open land gelegen landgoed echter bewaard is gebleven.
Als zodanig nog voor een aanzienlijk deel herkenbaar is de wellicht tot de 12de eeuw of vroeger teruggaande aarden omwalling, die circa 31 hectaren oorspronkelijk weiland en beemden omsloot, waarop het land van de Grote en Kleine hoeve en de voormalige kasteelterreinen zich bevinden en waarop op de zuidflank van dit terrein omstreeks 1790, door de eigenaar van het landgoed C.W.J. Nahuys (later baron Nahuys van Burgst) een nieuwe buitenplaats werd aangelegd. Nahuys, die wellicht de ontwerper was van het huis en park, koos waarschijnlijk juist deze plaats van het landgoed wegens de hogere en dus droge ligging en vanwege de mogelijkheid een uitgestrekte parkaanleg te scheppen met zichtas op de Grote Kerk van Breda. Deze aanleg in formele trant, met centrale zichtas tussen de kerk en het toen gebouwde classicistische landhuis met elkaar spiegelende bijgebouwen rond oprit is gaaf bewaard gebleven evenals de kleinschalige aanleg in landschapsstijl uit dezelfde tijd in de westhoek van dit nieuwe park. Nahuys heeft met de aanleg van deze buitenplaats een integratie nagestreefd met het gelijknamige landgoed, maar hield hierbij de historische structuur van het landgoed en de belangrijkste historische onderdelen intact. Kern van het landgoed vormt de voormalige in de tijd van Nahuys met parkbos beplante slotplaats met omgrachting, bestaande uit een plaats en een meervoudig cirkelvormige structuur van beboste wallen en dubbele gracht uit de 15de eeuw of eerder, die geheel bewaard is gebleven en die deel uitmaakt van de wandeling door het park. Een slingerlaan (tracé bewaard) verbond de nieuwe parkaanleg met dit deel van het landgoed, waar tevens de slotboerderij de Grote Hoeve met Vlaamse schuur en karreschuur gelegen is. Vanuit de nieuwe buitenplaats was voorts een gezicht op de boerderij de Kleine Hoeve (herbouwd in 1790), dat omlijst wordt door de genoemde oude walstructuur met laanbomen en bos. Deze boerderij maakte oorspronkelijk (tot ca. 1930) deel uit van een parkbos met slingerpaden, dat tegen de genoemde kleinschalige aanleg in landschapsstijl was gesitueerd.
Voorts is de meer dan twee kilometer lange oprijlaan (Burgstsedreef), die naar de oude slotplaats voert, één van de markante karakteristieken van het oude landgoed en sinds circa 1790 van de historische buitenplaats.
Het complex historische buitenplaats Burgst bestaat uit de volgende samenstellende onderdelen: LANDHUIS BURGST (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), ZUIDELIJK BIJGEBOUW (3), NOORDELIJK BIJGEBOUW (4), DIENSTWONING (5), TUINSIERADEN (6), BOERDERIJ DE KLEINE HOEVE (7), BAKHUIS (8), BOERDERIJ DE GROTE HOEVE (9), ZOMERHUIS (10), VLAAMSE SCHUUR (11), KARRESCHUUR (12).
De omgrenzing van het complex staat aangegeven op de bij de omschrijving behorende kaart.
De overige gebouwde onderdelen binnen dit complex maken geen deel uit van de bescherming.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Landhuis | Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Burgstsedreef | 9 | – | 4822 ZA | Breda | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | H | 1922 | – | Breda |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1790 | 1790 | – | vervaardiging |