Mariëndaal 4, Oosterbeek

Omschrijving

De DUBBELE DIENSTWONING, is markant gelegen aan het einde van de oprijlaan ten zuiden van het spoorwegviaduct.

De éénlaagse dienstwoning uit 1863 bezit een rechthoekige plattegrond, is opgetrokken in baksteen en wordt gedekt door een met rode verbeterde Hollandse pannen belegd zadeldak, met de nok haaks op de oost-west lopende spoorlijn.

Als voorgevel van het dubbele pand wordt de zijde beschouwd die aan de hoofdlaan is gelegen. De gevel was ooit bepleisterd en toont nu het kruisverband in het metselwerk. De voordeur met zes ruitjes in het midden van de gevel wordt geflankeerd door twee zijlichten met luik. Met het tweeruits raam links zijn deze vensters onder een rollaag geplaatst. Rechts komt in de gevel nog een beluikt 2x(1+2) ruits venster voor. In het dakvlak komen drie moderne dakramen voor.

Van de linker zij(eind)gevel is alleen de begane grond gepleisterd. In de middenas is een segmentboogvormige deuropening waarboven een gevelsteen met jaartal '18 - 30-6 - 62'. Tussen de op beide hoeken voorkomende deurtje is nog een klein venster geplaatst. Op de verdieping zijn twee ramen. In de geveltop bevindt zich een halfrond raampje met vorktracering onder een uitgemetseld wenkbrauw-boogje. De flinke dakoverstek rust op uitstekende dakgordingen.

De plint van de achtergevel is uitgevoerd in schoon metselwerk. Hierboven bevindt zich van links naar rechts een 1x(1+2) ruits schuifraam, drie gedeelde raampjes onder een rollaag en geheel rechts naast het toiletraampje een moderne deur. In het dakvlak zijn drie veluxramen aangebracht.

De rechter zijgevel ligt evenwijdig aan de spoorlijn. Begane gronds komen twee 2x(1+2)ruits ramen voor onder een strek die is gevat tussen een uitgemetselde boog met schouders. De verdieping wordt beheerst door een triplet venster afgesloten door een begeleidende rollaag. Het geheel wordt beëindigd door een uitgemetselde schouderboog. In de geveltop is een rondvenster opgenomen met vorktracering onder een uitgemetseld wenkbrauw-boogje.

Waardering

De DUBBELE DIENSTWONING als onderdeel van de historische buitenplaats 'Mariëndaal' is van algemeen belang:

- vanwege de esthetische kwaliteiten in de bijzondere detaillering van ramen met uitgemetselde boogjes;

- als goed voorbeeld van een in hoofdvorm gaaf bewaarde en karakteristieke dienstwoning;

- vanwege de historisch-functionele samenhang van de woning als onderdeel van de buitenplaats Mariëndaal;

- als bijzondere uitdrukking van een ontwikkeling in de (bewonings)geschiedenis van de oorspronkelijke dienstwoning;

- vanwege de ensemblewaarde in relatie met de overige onderdelen van de historische buitenplaats 'Mariëndaal'.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
527536
Complexnaam
Mariëndaal
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Omschrijving van het complex

In structuur en deels in detail gaaf bewaarde HISTORISCHE BUITENPLAATS MARIËNDAAL met HOOFDGEBOUW met AANGEBOUWDE DIENSTWONING (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), ORANJERIE MET MOESTUINMUREN (3), IJSKELDER (4), BOERDERIJ 'Loobergen' met TUSSENLID en AANGEBOUWDE SCHUUR (5), BAKHUISJE met WATERPOMP (6), BOERDERIJ 'Diependal' (7), DUBBELE DIENSTWONING (9), DIENSTWONING annex ZOMERHUIS met WATERPOMP (10), SPOORWEGVIADUCT (11), TWEE SIERVAZEN (12), TWEE GIETIJZEREN TOEGANGSKOLOMMEN (13), TWEE GIETIJZEREN TOEGANGSKOLOMMEN (14), BRUGGETJE (15), THEEKOEPEL (16), VELDKAPEL (17).

Mariëndaal bestaat uit twee complexen. Het Arnhemse gedeelte van de buitenplaats valt onder het complex Mariëndaal met mon.nr. 527533. De complexonderdelen genummerd 1 t/m 4, 9 t/m 12 en 16 liggen in Oosterbeek. De complexonderdelen 2 en 5 t/m 7 en 13 t/m 15 liggen in Arnhem.

Het landgoed Mariëndaal heeft zich ontwikkeld uit het in 1392 gestichte klooster Mariënborn. Dit klooster voor de Augustijner orde der Reguliere kanunniken kreeg de naam 'Domus Fontis Beatae Mariae', oftewel 'het Huis bij de Bron van de Heilige Maria'. Het klooster werd echter ook aangeduid met de afgeleide naam 'Mariënborn'. Als gevolg van de Reformatie raakte het klooster in verval. In 1580 werd het gesloten, waarna de gebouwen in 1587 werden gesloopt. Omstreeks deze periode zal de naam 'Mariëndaal' in gebruik zijn gekomen. De vrijgekomen gronden werden in eerste instantie verpacht en hoofdzakelijk agrarisch geëxploiteerd.

In 1735 werden ze verkocht in de delen 'Klein Mariëndaal' en 'Groot Mariëndaal'. Klein Mariëndaal ging op in het landgoed De Brink. Johan Brantsen, telg uit een voornaam Arnhems regentengeslacht, werd eigenaar van Groot-Mariëndaal. Leden van deze familie hadden ook de landgoederen Zijpendaal en Lichtenbeek in eigendom. Johan Brantsen liet op het terrein een landhuis bouwen. Het centrale gebied van Mariëndaal werd vervolgens verder ontgonnen door aanplant van bos en omvorming van heide naar landbouwgronden. In 1791 kwam het landgoed door vererving in handen van de Arnhemse burgemeester mr. Jacob Nicolaas Otto van Eck. Hij liet onder meer het huis vergroten en bracht verdere verfraaiingen aan op het landgoed.

Op de 'Topografische kaart van de Veluwe en de Veluwezoom' van M.J. de Man uit 1807 is te zien dat centraal op het landgoed een sterrenbos met acht stralen was aangelegd. Het centrum van de ster lag op het hoogste punt van het landgoed, waarvandaan men een weids uitzicht had. Vermoedelijk was één van de lanen gericht op de toren van de Grote- of Eusebiuskerk van Arnhem.

De spoorlijn tussen Amsterdam en Arnhem (1845 geopend), deelde het landgoed fysiek in tweeën. De Topographische en Militaire Kaart uit 1850-1858 toont de nieuwe situatie. Om de ontsluiting van het landgoed via de Middellaan open te houden, werd in het dijklichaam waarop de spoorlijn ligt, een grote stenen poort gerealiseerd. In 1857 liet Gerard van Eck, zoon van Jacob van Eck, het huis vergroten en verbouwen tot het huidige aanzien. Daarbij werd het oude landhuis deels gesloopt, alleen de noordelijke aanbouw van het oude huis werd bij de nieuwbouw betrokken. In samenhang daarmee werd ook het park verfraaid. Uit deze tijd dateert een ongedateerd en ongesigneerd 'Plan van het Landgoed Mariëndaal', dat grotendeels is uitgevoerd. Door het aanwezige reliëf, als gevolg van de ligging van een 'droog-dal' uit de ijstijden, bezat het terrein ondanks de vele rechte lanen, reeds de kenmerken van een landschapspark. Dit in die tijd geliefde effect werd versterkt door de aanleg van slingerpaden rondom de waterpartijen en op de hellingen. Ook het sterrenbos werd deels omgevormd. In het midden werd een Belvédère geplaatst. Tegenover het huis werd de zogenaamde 'Zwitserse Partij' aangelegd en in 1865 werd een ruim 400 meter lange beukenloofgang aangeplant. Deze 'Groene Bedstee' is de langste berceau van Nederland. De veranderingen zijn zichtbaar op de Chromotopographische Kaart verkend in de periode 1865-1871 en op de 'Topographische Kaart der Gemeente Arnhem' van P.K.P.J. van Sloten uit 1874. In 1870 kocht Van Eck het naastgelegen buiten Boschveld ten westen en ten noorden van de Schelmseweg.

In 1939 werd op initiatief van een anonieme schenkster, ter plaatse van het oorspronkelijke Belvédère, de 'Christuskoepel' geplaatst, ontworpen door architect J. Kropholler. In de oorlogsjaren was Mariëndaal bezet door de Duitsers. Beschietingen tijdens de luchtlandingsoperatie op Oosterbeek brachten schade toe aan onder meer enkele bijgebouwen, die daarna zijn afgebroken. In 1949 kreeg het landhuis een nieuwe bestemming als bedrijfslaboratorium. In 1977 werd het ingrijpend verbouwd en aan twee zijden (achter en links) uitgebreid met moderne bedrijfsgebouwen.

In 1936 kwam het landgoed Mariëndaal grotendeels in handen van het Geldersch Landschap. Het westelijk deel, het voormalige Boschveld, werd door baronesse van Nagell van Ampse aangekocht en kwam later door vererving in het bezit van C.W.J. baron van Boetzelaer.

Het door een heuvelachtig terrein met grote hoogteverschillen gekenmerkte landgoed Mariëndaal is gelegen op het grondgebied van de gemeenten Arnhem en Renkum. Het ligt grotendeels ingeklemd tussen de Amsterdamseweg (noordzijde) en de Utrechtseweg (zuidzijde). Een open weidegebied ten zuiden van de Utrechtseweg maakt ook deel uit van de parkaanleg. In het oosten grenst de buitenplaats aan het grondgebied van zorginstelling 'Het Dorp'. Aan de westzijde sluit het landgoed aan op de buitenplaats Lichtenbeek en een tussen deze buitenplaatsen gelegen voormalig gemeentelijk ontginningsgebied met kleinere kavels.

Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven.

De moderne bedrijfsuitbreidingen rond het hoofdgebouw zijn voor de bescherming van ondergeschikt belang.

Waardering van het complex

De HISTORISCHE BUITENPLAATS MARIËNDAAL is van algemeen cultuur-, architectuur-, en tuinhistorisch belang:

- vanwege de ouderdom;

- vanwege de ontwikkelingsgeschiedenis;

- vanwege de gaaf bewaarde landschappelijke tuin- en parkaanleg, grotendeels daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw, waarin oudere formele elementen zijn opgenomen (lanenstelsel en sterrenbos met Belvédère, beide uit de 18de eeuw).

- vanwege de zorgvuldige integratie van de parkaanleg in het ter plaatse heuvelachtige landschap.

- vanwege de visuele samenhang van de complexonderdelen;

- vanwege de bijzondere landschappelijke en cultuurhistorische waarde voor de gemeenten Renkum en Arnhem.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Kastelen, landhuizen en parken Bijgebouwen kastelen enz. oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Mariëndaal 4 6861 WN Oosterbeek Ja
Mariëndaal 6 6861 WN Oosterbeek
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Kastelen, landhuizen en parken Bijgebouwen kastelen enz.
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
D 9778 Oosterbeek
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1863 1863 vervaardiging
Naar boven