Kasteellaan 1, Hummelo

Omschrijving onderdeel 2

HISTORISCHE PARK- EN TUINAANLEG. Het historische park van Enghuizen bestaat uit verschillende componenten. Ten eerste zijn daar de restanten van de laat 17de-eeuwse aanleg als de lange, van noord naar zuid lopende as waar zowel het 17de-eeuwse als het 19de-eeuwse huis op lagen; het rechthoekige moestuinterrein ten westen van de grote vijver en de trapeziumvormige grote wei ten noorden daarvan. Ten tweede de na de jaren dertig van de 19de eeuw tot stand gekomen wandelbossen met gebogen lanen met begeleidende beplanting van beuken of eiken, die doorsneden worden door slingerpaden als rondwandeling rondom de grote wei, alsmede tussen de 19de-eeuwse kasteelplaats en de rentmeesterswoning cum annexis. Door de hele plaats loopt de Kleine Beek met aftakkingen die zich tot grote en kleine vijvers verbreden en tot sloten weer versmallen en de lanen en paden kruisen via ijzeren of gemetselde bruggetjes (zie hiervoor onderdeel 9). De wandelbossen worden afgewisseld met open wei- en bouwlanden. Ten derde de bouw- en weilanden aan de buitenzijde van de wandelbossen, beplant met solitairen en clumps (boomgroepen), die een wezenlijk onderdeel van het historische park uitmaken als bewust gecreëerde uitzichten vanaf de omlopende lanen.

Het park bevat de volgende elementen van historisch belang, waarvan de opsomming in het noorden begint:

- Het tracé van de 17de-eeuwse laan die begint aan de Broekstraat en (met onderbrekingen) eindigt bij de Spalderkampseweg, met een onderbreking ter hoogte van de grote vijver en het voormalige kasteelterrein: de Kasteellaan die na de Zoezebrugge verder gaat als Moslaan. Daar waar zij het wandelbos binnengaat, is zij aan weerszijden met beuken beplant.

- Een door de weilanden lopende dwarse laan met waterlopen aan weerszijden, die ter hoogte van de 17de-eeuwse as een U-vormige uitstulping heeft (de Vierkante Vievers). Aan de westkant buigt de laan af naar het zuiden, waar zij zich verenigt met het lanenpatroon van het noordelijke wandelbos. Aan de oostkant loopt zij aan op de Broekstraat.

- De (in oorsprong trapeziumvormige) grote wei (de Steenpas). In het midden van de wei loopt van noord naar zuid een meidoornhaag. De contouren van de wei zijn afgerond door de plaatsing van vooruit- en terugspringende boomgroepen. De wei is afgeperkt met 19de-eeuwse natuurstenen palen (zie hiervoor onderdeel 10).

- Het rechthoekige, aan drie zijden ommuurde terrein van moestuin en oranjerie (zie hiervoor onderdeel 3) ten zuiden van de grote wei.

- Het wandelbos met gebogen lanen, slingerpaden en ijzeren en gemetselde bruggetjes (zie hiervoor onderdeel 9) rondom de grote wei.

- De grote vijver met eiland waarop tuinpaviljoen (zie hiervoor onderdeel 4).

- De open ruimte tussen de wandelbossen ten oosten van de grote wei en ten noordoosten van het voormalige kasteelterrein.

- Het oorspronkelijk open terrein ten zuiden van de grote vijver met de ruïne van het 19de-eeuwse kasteel (zie hiervoor onderdeel 1), gebogen lanen en bewust geplaatste boomgroepen (clumps).

- Het wandelbos met gebogen lanen, slingerpaden en ijzeren en gemetselde bruggetjes (zie hiervoor onderdeel 9) ten zuidoosten van het voormalige kasteelterrein.

- De gebogen oprijlaan, aan het begin en het eind gemarkeerd door witte palen (zie hiervoor onderdeel 10) vanaf de Spalderkampseweg, langs de resten van het voormalige kasteel (zie hiervoor onderdeel 1), langs het koetshuis naar de N 314.

- De driehoekige open ruimte ten zuiden van de Spalderkampseweg tot aan de N 314 met een clump van eiken.

- De waterpartij met eilandjes tussen het zuidoostelijke wandelbos en het complex rentmeesterswoningen/paardenstal (zie hiervoor onderdelen 6 en 7), de paardenkolk genaamd.

Waardering

De HISTORISCHE PARK- EN TUINAANLEG is van algemeen belang:

- wegens de aanwezigheid van 17de-eeuwse formele elementen in de aanleg die in het landschapspark zijn opgenomen;

- als een fraai voorbeeld van een landschappelijke aanleg uit het begin van de 19de eeuw in samenhang met het uit dezelfde tijd stammende hoofdgebouw (thans ruïne);

- als voorbeeld van het oeuvre van Hendrik van Lunteren;

- wegens de deels bewaard gebleven oorspronkelijke beplanting;

- wegens de karakteristiek afwisseling van open en gesloten ruimtes;

- wegens de bewuste plaatsing van solitairen en clumps (boomgroepen) in vista's vanaf het hoofdgebouw en vanuit de rondlopende lanen;

- wegens het karakteristieke paden- en bekenpatroon;

- wegens de visueel-ruimtelijke context waarin de gebouwen een bewuste plaats hebben gekregen.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
527930
Complexnaam
Enghuizen
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Complexomschrijving

In structuur en deels in detail gaaf bewaarde buitenplaats met RUÏNES VAN HET KASTEEL (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), VOORMALIGE ORANJERIE MET AANGRENZENDE MUREN EN HEKWERKEN (3), TUINPAVILJOEN (4), KOETSHUIS (5), RENTMEESTERSHUIS (6), PAARDENSTAL, MUUR EN TIMMERSCHUUR (7), DIENSTWONING (8), BRUGGEN (9), TUINSIERADEN EN -ELEMENTEN (10) en de MELKERIJ (11).

Inleidende geschiedenis

De buitenplaats Enghuizen ligt in de gemeente Hummelo en Keppel, ten noordoosten van de weg Zutphen-Doetinchem, de Zutphenseweg/Torenallee. Het dorp Hummelo is gesitueerd in de Gelderse Achterhoek, nabij de Oude IJssel. Hier is sprake van pleistocene en holocene rivierafzettingen, plaatselijk bedekt met dekzand. Het dekzandenlandschap bestaat uit laaggelegen beekdalbodems en dekzand- en beekoverstromingsvlakten, waarbinnen de dekzandkoppen met hun vaak pregnante hoogteverschillen een reliëfrijk geheel vormen. De laagten waren oorspronkelijk moerassig van aard. Het gebied wordt doorsneden door hevig meanderende beken. (Zand)wegen volgen zoveel mogelijk het natuurlijk reliëf. Mede kenmerkend voor dit landschap zijn de, vanaf de Middeleeuwen, opgehoogde akkers, de esgronden.

De oudste vermelding van Enghuizen dateert van 1326. Evert van Enghusen wordt in dat jaar vermeld als eigenaar van 't Goet te groten Engehusen'. Enige informatie over de omvang van het bezit en de aanwezigheid van een of meer gebouwen wordt niet gegeven. In 1488 wordt het goed overgedragen aan Seger van Heeckeren, die zich naderhand Van Voorst zou noemen. Tot in de 20ste eeuw zou het geslacht Van Heeckeren Enghuizen bezitten. Door haar huwelijk met Adolph Zeyger, graaf van Rechteren Limpurg in 1906 bracht Marguérite Christine barones van Heeckeren het landgoed in. Enghuizen is nog steeds in bezit van de Van Rechterens. De middeleeuwse havezathe Enghuizen lag binnen een omgrachting en bestond volgens een tekening uit het midden van de 17de eeuw uit een hoofdgebouw en een poortgebouw. Het kasteeleiland was toegankelijk via een houten brug. Buiten de omgrachting stond een aantal boerderijen met hooibergen. Vóór het huis, buiten de omgrachting, lag een cirkelvormige tuin, door een padenkruis doorsneden en met beplanting omgeven. Dwars door het gebied loopt de Kleine Beek die in de 17de eeuw 'Slenck' wordt genoemd. Omstreeks 1700 heeft een ingrijpende verandering aan huis en directe omgeving plaats gevonden. De middeleeuwse gebouwen werden afgebroken en een nieuw, welhaast vorstelijk huis verrees. De Beijer tekent in 1743 het aanzicht van t Huijs Enghuysen: een zich naar achteren toe verbredend hoofdgebouw met fraai bewerkte middenrisaliet, dat door middel van gebogen bouwlichamen met pilasters verbonden was met de twee bouwhuizen. Voor het huis lag een rond grasveld. De houten brug naar het buitenterrein bleef gehandhaafd. Bij het huis werden langs een lange as symmetrische tuinen aangelegd. Op de Hottingerkaart van 1783 is het kasteel temidden van formele tuinen zo te zien: een langgerekt complex, opgedeeld in twee rechthoeken die beide omgracht waren en onderling door een brug waren verbonden. Buiten de omgrachting lijken zich aan de noordkant moestuinen en boomgaarden te bevinden, aan de zuidkant loopt een lange oprijlaan aan op het kasteel. Ten westen van het kasteelcomplex tekent Hottinger een langgerekt rechthoekig terrein met een kronkelend stelsel van lanen: de huidige ommuurde moestuin met oranjerie en bosperceel annex. Ten noorden daarvan valt bij Hottinger een fors trapeziumvormig gebied op dat doorsneden wordt door een slingerende beek: de huidige grote wei of Steenpas die door een wandelbos wordt omzoomd.

In 1825 wordt het kasteel en omgeving als volgt omschreven: Het kasteel Enghuizen, gesitueerd tussen Doesburg en Zutphen op de rechteroever van de IJssel, behoort aan M, baron van Heeckeren (Heckeren), kamerheer van zijne majesteit. Het is een gebouw van goede architectuur en de tuinen, versierd met zorg, bieden op verschillende punten uitgestrekte en opmerkelijke gezichten (vertaald uit het Frans). Op de bijbehorende litho is het gebouw hetzelfde als in de 18de eeuw maar zijn de vensters inmiddels gemoderniseerd tot zesruits vensters.

In 1831 kwam Enghuizen door vererving in bezit van Hendrik Jacob Carel Johan baron van Heeckeren die gehuwd was met Elisabeth Hope. Van Heeckeren had in 1821 al Sonsbeek verworven dat hij had laten verbouwen. Dit weerhield hem niet om Enghuizen ook groots aan te pakken. Ondanks de 'goede architectuur' liet hij toch het oude huis slopen en een nieuw huis ten zuiden daarvan optrekken door de Arnhemse stadsarchitect Jacob Coers. Deze had in 1821 ook de uitbreiding van Sonsbeek voor zijn rekening genomen. De bouw van het nieuwe Enghuizen duurde van 1835 tot 1842. Het imposante neoklassieke huis (neo-grec) met risalerende midden- en hoekpartijen bestond uit een gebosseerd gepleisterde onderverdieping, een bel-etage met zuilenportico's aan voor- en achterzijde en loggia's in de zijgevels met uitzichten over het park, een eerste verdieping en een zolderverdieping. Bovenin de middenrisalieten aan voor- en achterzijde waren de wapenschilden van de opdrachtgevers aangebracht. Op de hoeken stonden beelden. De oprijlaan aan de voorzijde liep vanaf het dorp met een ruime boog tussen huis en vijver en takte noordelijk weer aan op de doorgaande weg naar Zutphen. Voor het huis had de laan een aftakking die met een flauwe helling gelegd was, zodat zij op hetzelfde niveau kwam als de zuilenportico op de bel-etage, waar zij onderdoor voerde. Direct onder langs het huis was ook een aftakking die toegang bood tot het souterrain onder de portico. Van der Aa beschrijft in 1843: '...H.J.C.J. van Heeckeren van Enghuizen, woonachtig te Sonsbeek, die in het jaar 1835 het oude huis door een nieuw, modern, prachtig en smaakvol, ja vorstelijk, gebouw heeft laten vervangen, waardoor dit landgoed een der fraaiste van den omtrek is geworden...'. Al eerder was het formele park op onderdelen in een landschappelijke aanleg gewijzigd. Volgens de Hottingerkaart uit 1783 was er sprake van een slingerpad ten zuiden van het huidige Tuinhuis (oranjerie). De prekadastrale kaart van Enghuizen uit 1817 laat zien dat de trapeziumvormige wei, de Steenpas, aan de noordkant al met een golvende lijn wordt afgesloten. Twee aquarellen uit omstreeks 1830 (particuliere collectie) tonen een gezicht vanaf het paviljoen/duiventoren op een heuvel naar het laat 17de-eeuwse huis. Tussen paviljoen en huis is het terrein geaccidenteerd en loopt een patroon van slingerende paden en een gebogen waterloop. Na de bouw van het nieuwe huis werd het park verder omgevormd door tuinarchitect Hendrik van Lunteren (1780-1848) tot een groots landschapspark, waarbinnen overigens oude elementen als de lange 17de-eeuwse as, het trapeziumvormige weiland en het rechthoekige terrein met het slingerbosje aan de westkant werden opgenomen. Dit herkenbaar opnemen van oude elementen is een kenmerk van het werk van Van Lunteren. Rond het grote weiland kwam een wandelbos met slingerpaden die met ijzeren bruggetjes over waterlopen voeren. De Kleine Beek werd vergraven en omgeleid waardoor het ruimschoots aanwezige water tot een belangrijk element werd in het landschapspark. Voor het huis werd het water tot een brede vijver vergraven. Ten zuidoosten van de grote vijver legde Van Lunteren eveneens een wandelbos aan. Vanuit de lanen langs de bosrand schiep hij vista's over de wei- en bouwlanden naar solitaire bomen of clumps (boomgroepen). Die vista's zijn nog steeds waarneembaar. Uit dezelfde tijd dateren ook het neoklassieke koetshuis aan de Kasteellaan 4, de oranjerie (het tuinhuis) en de rentmeesterswoning aan de Spalderkampseweg 1. Het jagershuis op het eiland, Kasteellaan 2 (oorspronkelijk een paviljoen met duiventil die in 1868 is vergroot), is wat eerder tot stand gekomen, in het eerste kwart van de 19de eeuw. De oorspronkelijke kasteelplaats verdween bij de verbreding tussen 1835 en 1842 van de oude waterloop onder de waterspiegel van de vijver. Craandijk schrijft in 1887: 't Is een groot, vierkant gebouw, in Italiaanschen stijl, van rooden baksteen met zandstenen onderpui, pilasters en lijsten. De hoofdingang is in het park tegenover den grooten vijver, onder een balkon, door zes statige zuilen gedragen, langs een langzaam glooijend terras, dat door rijtuigen kan bereden worden. Aan beide zijden van dezen fraaijen oprit staan colossale steenen leeuwen en langs de kanten prijkt een keur van bloemen.(...) En het park is het huis waard. Vorstelijk mag ook de aanleg heeten. Breed en grootsch is alles: de rijwegen, die er in bevallige bogten doorheen leiden, de voetpaden, die zich slingeren door het hout, de lange, regte lanen, die hier en daar in het bosch voeren, de waterloopen en vijvers, die op verschillende punten onder de hooge loofgewelven blinken, de weinige, maar smaakvolle en goed geplaatste sieraden van beelden en vazen, de uitgestrekte weiden en akkers in het bosch en achter het kasteel, met honderden van steenen palen omzet, de stallen, de oranjerie, de moestuinen, de prachtige oranjeboomen, bloemen en sierplanten, de majestueuze eiken en beuken, kastanjes, dennen en platanen, afzonderlijk of in fraaie groepen, of in lange rijen gegroeid, de schoone linde bij het huis, de zware populieren bij de ingangen, en niet in het minst het sierlijke groote waterwerk voor het front van het kasteel, dat een aanmerkelijke oppervlakte beslaat en met zijn' helderen spiegel zooveel tot den luister van dezen prachtigen lusthof bijdraagt. De plaats waar de oude havezathe stond, is in dien vijver vergraven. Die beide schoone, donkere bruine beuken daarginds prijkten vroeger aan beide zijden van de brug. Van hier liep de breede oprijlaan destijds tot aan den weg bij Keppel door. (...) Over een bevallige hangbrug en over een rammelende kettingbrug - de vreugde van groot en klein - is het fraaije jagershuis te bereiken. 't Is ons vergund, hieronder de hooge boomen te vertoeven, zoolang wij willen en van hier het edele huis van een der meest geschikte punten te overzien(...).

In de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel bij een luchtaanval beschadigd. Na de bevrijding brak er brand uit en in 1948 viel het huis onder de slopershamer. Resten van de fundamenten en enig opgaand muurwerk is het enige dat van het eens zo monumentale huis is overgebleven. Het 19de-eeuwse park en de daarin liggende gebouwen en bouwwerken zijn nog wel aanwezig. De voormalige oranjerie is omstreeks 1950 verbouwd tot woonhuis. De structuur van het park is ongewijzigd sedert de aanleg. Het verkeert echter in een verwaarloosde staat waardoor paden zijn overgroeid en bruggen zijn vervallen.

De omgrenzing van de historische buitenplaats. Aan de oostkant begint de grens vanaf het dorp Hummelo en loopt langs de Greffelinkallee direct ten oosten van de Domineeswei naar de Spalderkampseweg. De omgrenzing volgt de gebogen laan langs het complex met de voormalige paardenstal en gaat mee met de bosrand, tot de plaats waar zij via een ijzeren brug uitkomt op de Van Heeckerenweg. Dan buigt de omgrenzing af direct na de boerderij De Klevenhorst, een beschermd monument dat buiten het historische park gehouden wordt, in noordoostelijke richting (het Kerkepad) naar de Broekstraat. Het tracé vervolgt zijn weg in westelijke richting tot het boerderijcomplex De Klinkenslag. Vandaar via een haakse hoek - dit complex valt buiten de historische buitenplaats - zuidwaarts tot aan de Kleine Beek aan de noordkant van het wandelbos ten noorden van de grote wei. Vandaar tot de boerderij de Bredenhorst - deze boerderij wordt niet bij de historische buitenplaats opgenomen - dan naar het zuiden met het wandelbos aan de oostkant tot aan de Torenallee/Zutphenseweg (de N314). De omgrenzing volgt de begrenzing van 't Veld ten noordoosten daarvan en sluit aan op het beginpunt, de Greffelinkallee. Op de bij de omschrijving horende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding van de complexonderdelen aangegeven.

Waardering

De historische buitenplaats Enghuizen is van algemeen cultuur-, architectuur- en tuinhistorisch belang:

- wegens de ouderdom;

- wegens de ontwikkelingsgeschiedenis;

- wegens een aantal formele tuinelementen uit de 17de-eeuwse aanleg;

- wegens de grootse inrichting van het landschapspark en de samenhang met (de ruïnes van) het neoklassieke kasteel uit de eerste decennia van de 19de eeuw;

- wegens de plaats van het park in het oeuvre van Hendrik van Lunteren;

- wegens de aanwezigheid van een aantal bijgebouwen, opstallen en bouwwerkjes die deel uitmaken van de 19de-eeuwse aanleg;

- wegens de visuele samenhang tussen de verschillende componenten.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Historische aanleg Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Kasteellaan 1 6999 DA Hummelo BY Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen Landschapspark
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
A 374 Hummelo
A 401 Hummelo
A 233 Hummelo
A 441 Hummelo
A 404 Hummelo
A 435 Hummelo
A 437 Hummelo
A 442 Hummelo
A 444 Hummelo
A 446 Hummelo
A 323 Hummelo
A 231 Hummelo
A 891 Hummelo
A 235 Hummelo
A 280 Hummelo
A 306 Hummelo
A 307 Hummelo
A 316 Hummelo
A 236 Hummelo
A 319 Hummelo
A 320 Hummelo
A 321 Hummelo
A 901 Hummelo
A 402 Hummelo
A 403 Hummelo
A 405 Hummelo
A 408 Hummelo
A 410 Hummelo
A 411 Hummelo
A 412 Hummelo
A 413 Hummelo
A 414 Hummelo
A 416 Hummelo
A 417 Hummelo
A 420 Hummelo
A 421 Hummelo
A 318 Hummelo
A 375 Hummelo
A 425 Hummelo
A 434 Hummelo
A 426 Hummelo
A 156 Hummelo
A 452 Hummelo
A 428 Hummelo
A 431 Hummelo
A 433 Hummelo
A 140 Hummelo
A 373 Hummelo
A 445 Hummelo
A 773 Hummelo
A 775 Hummelo
A 792 Hummelo
A 450 Hummelo
A 451 Hummelo
A 453 Hummelo
A 491 Hummelo
A 492 Hummelo
A 499 Hummelo
A 586 Hummelo
A 715 Hummelo
A 769 Hummelo
A 771 Hummelo
A 777 Hummelo
A 782 Hummelo
A 784 Hummelo
A 794 Hummelo
A 856 Hummelo
A 153 Hummelo
A 878 Hummelo
A 879 Hummelo
A 889 Hummelo
A 308 Hummelo
A 890 Hummelo
A 895 Hummelo
A 902 Hummelo
A 888 Hummelo
A 436 Hummelo
A 912 Hummelo
A 237 Hummelo
A 240 Hummelo
A 317 Hummelo
A 407 Hummelo
A 409 Hummelo
A 418 Hummelo
A 427 Hummelo
A 429 Hummelo
A 783 Hummelo
A 223 Hummelo
A 324 Hummelo
A 232 Hummelo
A 234 Hummelo
A 330 Hummelo
A 866 Hummelo
A 892 Hummelo
A 893 Hummelo
A 894 Hummelo
A 780 Hummelo
A 137 Hummelo
A 141 Hummelo
A 151 Hummelo
A 152 Hummelo
A 430 Hummelo
A 432 Hummelo
A 239 Hummelo
A 331 Hummelo
A 399 Hummelo
A 400 Hummelo
A 424 Hummelo
D 2518 Hummelo
D 1823 Hummelo
D 1820 Hummelo
D 817 Hummelo
D 2644 Hummelo
D 1819 Hummelo
D 1745 Hummelo
D 2643 Hummelo
D 397 Hummelo
D 882 Hummelo
D 777 Hummelo
D 1998 Hummelo
D 778 Hummelo
D 2676 Hummelo
D 1954 Hummelo
D 755 Hummelo
D 779 Hummelo
D 1952 Hummelo
D 780 Hummelo
D 1167 Hummelo
D 1495 Hummelo
D 1636 Hummelo
D 1637 Hummelo
D 1826 Hummelo
D 1827 Hummelo
D 1828 Hummelo
D 2199 Hummelo
D 2200 Hummelo
D 378 Hummelo
D 379 Hummelo
D 380 Hummelo
D 383 Hummelo
D 394 Hummelo
D 395 Hummelo
D 773 Hummelo
D 774 Hummelo
D 1951 Hummelo
D 1073 Hummelo
D 1235 Hummelo
D 396 Hummelo
D 786 Hummelo
D 883 Hummelo
E 447 Hummelo
E 67 Hummelo
E 62 Hummelo
E 141 Hummelo
E 66 Hummelo
E 289 Hummelo
E 138 Hummelo
E 139 Hummelo
E 136 Hummelo
Naar boven