tt. Neveritaweg 6, Amsterdam
Voormalige TIMMERWERKPLAATS, deel van een in 1909 aan de Conradstraat gemaakt gebouw waarvan het andere deel hergebruikt is ten behoeve van de smederij, in 1927 verplaatst naar de huidige locatie, naar ontwerp van G.J. Langhout, als onderdeel van het complex Nederlandsche Dok en Scheepsbouw Maatschappij, oorspronkelijk gebouwd voor de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij. Vrijstaand bouwwerk, gelegen aan de westzijde van het terrein.
Loods met aan de noord- en westzijde gevels in stalen raamwerkconstructie gevuld met bakstenen metselwerk en doorlopende vensterpartijen met vierkante ruiten in stalen sponningen onder een zeer flauw zadeldak met lichtstraten. Aan de zuidzijde een gesloten gevel met een kantooruitbouw met stalen raamwerkconstructie en aan de oostzijde een dichte gevel die recent is opengebroken.
Inwendig een voormalige halruimte met vakwerkkolommen en Engelse spanten, nu recentelijk verbouwd tot kantoor.
Waardering
Timmerwerkplaats van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde als onderdeel van een van de belangrijkste scheepsbouwwerven in Nederland, alsmede van architectuurhistorische waarde vanwege de constructie van Engelse spanten en vakwerkkolommen en de gedeeltelijk verglaasde vakwerkgevels.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
De aangewezen groep gebouwen behoort tot de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij, een in 1894 opgerichte werf die van oorsprong op Oostenburg was gevestigd. In 1916 werd het besluit genomen om de werf te verplaatsen naar een gebied aan open water, aangezien de schepen na afbouw te groot werden om het smalle en ondiepe deel van het IJ te verlaten. In 1919 werd de inrichting van het werfterrein aan de noordzijde van het IJ met voortvarendheid aangepakt, waarbij gekozen werd voor een functioneel inrichtingsplan dat transport van materialen op de werf zoveel mogelijk beperkte, waardoor op arbeidskrachten bezuinigd kon worden. De oostzijde van de werf langs Zijkanaal I werd gebruikt voor de aflevering van materiaal, terwijl de schepen aan de westzijde de werf verlieten vanuit de uitrustingshaven, de plaats waar ook de afbouw van de schepen werd gerealiseerd. Zo ontstond een ensemble van gebouwen rond een industrieplein, die één familie vormen in materialisering, volume en silhouet. De Amsterdamse architect-ingenieur G.J. Langhout was tot 1928 verantwoordelijk voor de bouw en inrichting van het terrein. Hierbij werd niet alleen gekozen voor nieuwbouw, maar ook voor verplaatsing van enkele werfgebouwen van de werf op Oostenburg, die in 1927 gesloten werd. Overigens was Langhout ook op Oostenburg verantwoordelijk geweest voor de inrichting van de werf aldaar. Tot het complex behoren de scheepsbouwloods, de lasloods, de timmerwerkplaats, de smederij en de helling- en kraanbanen, die als het ware het hart van de werf vormen waaromheen de gebouwen zijn gegroepeerd. Vanaf 1940 breidt de werf zich uit naar het westen, op het terrein gelegen tussen de NSM en de Nederlandsche Dok Maatschappij. In 1946 fuseerden beide bedrijven en ontstond één groot scheepsbouwconglomeraat langs het IJ, de Nederlandsche Dok en Scheepsbouw Maatschappij (NDSM), waar naast luxe passagiersschepen vooral tankschepen en mammoettankers werden gebouwd, waaronder de Neverita (1967) en de Melania (1969), een tanker die in twee helften werd gebouwd alvorens te worden verenigd. Uiteindelijk werden de scheepsbouwactiviteiten in 1978 opgeschort, nadat het bedrijf in 1968 gefuseerd was met Verolme, waarna het in 1971 deel ging uitmaken van het RSV-concern. Na een doorstart in 1978 zou het bedrijf onder de oorspronkelijke naam NSM nog tot 1984 functioneren, waarna de poorten van het bedrijf gesloten zijn gebleven. Voor de bescherming van het complex is ervoor gekozen het kerngebied van de NSM als uitgangspunt te nemen. De hoofdlijnen van het proces worden in dit deel nog gepresenteerd door de scheepsbouwloods, de timmerwerkplaats, de smederij, de lasloods en de hellingbanen met kraanbanen en kraan. Wijzigingen in het gebied in de jaren 1950, alsmede de westelijke uitbreiding van de werf (die niet onder dit complex valt) stonden met name onder leiding van J.D. Postma, in sommige gevallen bijgestaan door A.E.G. Postma en Van Kempen. De westelijke uitbreiding van de werf, waar zich nu nog de betonnen kraanbaan, de afbramerij en baanderij bevinden, vormt geen onderdeel van deze aanwijzing aangezien het cultuurhistorische verhaal hier zich veel minder duidelijk manifesteert dan in het kerngebied en het om redenen van herontwikkeling minder wenselijk is. De lasloods is om scheepsbouwtechnische redenen, alsmede vanwege de ligging wel onderdeel van het beschermde complex. Naast de gebouwde structuren is de inrichting van het terrein alsmede de visuele uitingen van transportbewegingen over het terrein (rails etc) van belang voor het juiste begrip van de scheepsbouwwerf.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Werfgebouw | Boerderijen, molens en bedrijven | Industrie | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
tt. Neveritaweg | 6 | – | 1033 WC | Amsterdam | ms. van Riemsdijkweg, Noord | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Boerderijen, molens en bedrijven | Industrie | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | AH | 3902 | – | Amsterdam |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1927 | 1927 | – | vervaardiging |