Soesterweg 330, Amersfoort
Inleiding
Vanaf 1863 ontwikkelde Amersfoort zich als spoorwegstad. Verschillende van de destijds bestaande spoorwegondernemingen legden hier spoorlijnen aan met bijbehorende dienstgebouwen. Oorspronkelijk was het Wagenbedrijf Amersfoort (WBA) een 'wagenmakerij' van de toenmalige Hollandse IJzeren Spoorwegmaatschappij (HIJSM) die dit terrein in 1904 als zodanig in gebruik nam. Deze spoorwegmaatschappij werd later onderdeel van de Nederlandse Spoorwegen (NS) die het terrein verder inrichtte en ontwikkelde voor het onderhoud, revisie en het ombouwen van goederenwagons. Veel van de arbeiders waren gehuisvest in de naastgelegen wijk, het Soesterkwartier. Na 1996 volgde de verzelfstandiging van het bedrijf tot NS-dochter Nedtrain. In 2000 werd het echter alweer gesloten. Het terrein is gelegen tussen het Station Amersfoort aan de zuidzijde en het Soesterkwartier aan de noordzijde. Het is ca. 1,5 km lang en 300 m breed. De gebouwen liggen centraal op het terrein aan de zijde van het Soesterkwartier alwaar zich ook de oorspronkelijkke toegang met portiersloge bevindt. Voorts is op het terrein een aantal gebouwen met andere functies aanwezig zoals een magazijn, een loods voor gereed hout en een rijwielstalling alsmede tal van spoorvoorzieningen zoals bundels opstelsporen, wissels en stootblokken. De verenfabriek of smederij is gebouwd in 1908 en uitgebreid in 1924.
Omschrijving
De VERENFABRIEK (complexonderdeel 2) ligt ten noorden van het hoofdgebouw. Het oudste deel is het smallere oostelijke deel uit 1908, het bredere westelijke deel dateert uit 1924. Beide delen hebben een rechthoekige plattegrond en bestaan uit één bouwlaag met kap. Het gebouw is opgetrokken in baksteen. De beide zijgevels worden geleed door uitgebouwde schoorstenen. De zuidgevel heeft daartussen steeds één getoogd venster met gietijzeren ramen. Aan de noordzijde is de gevel tussen de schoorstenen opgetrokken door de gootlijst en ingestoken in de kap. Hierin zijn grote rechthoekige vensters met gietijzeren ramen gezet. De oost- en westgevel zijn uitgevoerd als topgevels met een inrijdeur in het midden een getoogd venster daarboven alsmede links en rechts een getoogd venster. De westgevel heeft bovendien twee steunbeerachtige vermetselingen aan weerszijden van de deur. Alle vensters zijn voorzien van een draaibaar deel. Het zadeldak is gedekt met kruispannen en heeft een wolfseind aan de oostzijde. Op de nok van het dak staan houten ventilatie luiken met dito louvres. In het inwendige toont zich de kapconstructie. Deze bestaat uit ijzeren spanten die rusten op kolommen die tegen de zijmuren staan. De spanten zijn zogeheten kniespanten, uitgevoerd in UNP en hoekijzers verbonden met klinknagels.
Waardering
De VERENFABRIEK/SMEDERIJ is van algemeen belang, vanwege - de (cultuur)historische waarde als uitdrukking van de geschiedenis en ontwikkeling van de spoorwegbouw in Nederland; - van architectuurhistorische waarde als karakteristiek industrieel gebouw; - de ensemble waarde vanwege de functioneel ruimtelijke samenhang met de overige onderdelen.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Vanaf 1863 ontwikkelde Amersfoort zich als spoorwegstad. Verschillende van de destijds bestaande spoorwegondernemingen legden hier spoorlijnen aan met bijbehorende dienstgebouwen. Oorspronkelijk was het Wagenbedrijf Amersfoort WBA een wagenmakerij van de toenmalige Hollandse IJzeren Spoorwegmaatschappij (HIJSM) die dit terrein in 1904 als zodanig in gebruik nam. Deze spoorwegmaatschappij werd later onderdeel van de Nederlandse Spoorwegen (NS) die het terrein verder inrichtte en ontwikkelde voor het onderhoud, revisie en het ombouwen van goederenwagons. Veel van de arbeiders waren gehuisvest in de naastgelegen wijk, het Soesterkwartier. Na 1996 volgde de verzelfstandiging van het bedrijf tot NS-dochter Nedtrain. In 2000 is het bedrijf gesloten.
Omschrijving
Het totale terrein is gelegen tussen het Station Amersfoort aan de zuidzijde en het Soesterkwartier aan de noordzijde. Het is ca. 1,5 km lang en 300 m breed. De gebouwen liggen centraal op het terrein aan de noordzijde bij het Soesterkwartier alwaar zich ook de oorspronkelijke toegang met portiersloge bevindt. Voorts is op het terrein nog een aantal gebouwen met andere functies aanwezig, zoals een magazijn, een loods voor gereed hout en een rijwielstalling alsmede tal van spoorvoorzieningen zoals bundels opstelsporen, wissels en stootblokken. De bebouwing van het complex wordt gekarakteriseerd door zijn industriële, utilitaire karakter. De gebouwen kunnen zowel klein als uitzonderlijk groot zijn, maar blijven in hoogte beperkt. De gebouwen staan meestal zelfstandig in de ruimte met een concentratie langs de beide assen in het gebied. Er is temidden van de utilitaire basis ruimte voor groen ingeruimd. Binnen het complex zijn de volgende deelgebieden in het bijzonder te benoemen: - De hoofdtoegang met aansluitende laanachtige oprit. Deze as heeft o.a. door de bomen, maar bijvoorbeeld ook door de aanwezigheid van een oorlogsmonument een duidelijk representatief karakter en legt de concrete verbinding van het terrein met de wijk. Karakteristiek is tevens de portiersloge (1961) bij het toegangshek. - In oost-westelijke richting ligt de hoofdas van het terrein. Links en rechts hiervan liggen de verschillende gebouwen. Ter plaatse van het hoofdgebouw, de verenfabirek en het ketelhuis vertoont de as een industriestraatachtig karakter omdat de gebouwen hier nog dicht bij elkaar staan en onderling verbonden zijn met technische voorzieningen ten behoeve van de bedrijfsvoering. - De positionering en relatie van de rolbanen met de sporen en het hoofdgebouw en wagenloods. Deze onderdelen zijn functioneel onlosmakelijk met elkaar verbonden. Deze relatie wordt mede uitgedrukt door de verbindende sporen. Ter plaatse van de rolbaan 5A heeft een verdere verbijzondering van de ruimte plaatsgevonden door de aanleg van een klein plantsoen.
Tot de onderdelen van het complex worden gerekend:
1. HOOFDGEBOUW 2. VERENFABRIEK / SMEDERIJ 3. KETELHUIS 4. WAGENLOODS / Venkoloods 5. Twee ROLBANEN (5A en 5B) met bijbehorende sporen.
Waardering
Het COMPLEX is van algemeen belang, vanwege
- de (cultuur)historische waarde als uitdrukking van de geschiedenis en ontwikkeling van de spoorwegbouw in Nederland en als zodanig een van de grootste, gespecialiseerde (goederenwagon)bedrijven; - architectuurhistorische waarden als voorbeeld van vroeg 20e eeuwse industrie-architectuur en de plaats van een aantal gebouwen in het oeuvre van D.A.N. Margadant; - de ensemble waarde van de samenstellende delen; - de vrij grote gaafheid; de zeldzaamheid.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Werkplaats | Boerderijen, molens en bedrijven | Industrie | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Soesterweg | 330 | – | 3812 BH | Amersfoort | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Boerderijen, molens en bedrijven | Industrie | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | D | 11699 | – | Amersfoort |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1908 | 1908 | – | vervaardiging |