Soesterweg 300, Amersfoort

Inleiding

Vanaf 1863 ontwikkelde Amersfoort zich als spoorwegstad. Verschillende van de destijds bestaande spoorwegondernemingen legden hier spoorlijnen aan met bijbehorende dienstgebouwen. Oorspronkelijk was het Wagenbedrijf Amersfoort (WBA) een wagenmakerij van de toenmalige Hollandse IJzeren Spoorwegmaatschappij (HIJSM) die dit terrein in 1904 als zodanig in gebruik nam. Deze spoorwegmaatschappij werd later onderdeel van de Nederlandse Spoorwegen (NS) die het terrein verder inrichtte en ontwikkelde voor het onderhoud, revisie en het ombouwen van goederenwagons. Veel van de arbeiders waren gehuisvest in de naastgelegen wijk, het Soesterkwartier. Na 1996 volgde de verzelfstandiging van het bedrijf tot NS-dochter Nedtrain. In 2000 werd het echter alweer gesloten. Het terrein is gelegen tussen het Station Amersfoort aan de zuidzijde en het Soesterkwartier aan de noordzijde. Het is ca. 1,5 km lang en 300 m breed. De gebouwen liggen centraal op het terrein aan de noordzijde bij het Soesterkwartier alwaar zich ook de oorspronkelijke toegang met portiersloge bevindt. Voorts is op het terrein een aantal gebouwen met andere functies aanwezig zoals een magazijn, een loods voor gereed hout en een rijwielstalling alsmede tal van spoorvoorzieningen zoals bunders opstelsporen, wissels en stootblokken. Het hoofdgebouw is centraal gelegen. Het is in 1904 gebouwd naar ontwerp van D.A.N. Margadant, huisarchitect van de HIJSM. In 1924 is het gebouw uitgebreid en in 1991 zijn de kopgevels gewijzigd.

Omschrijving

Het HOOFDGEBOUW (complexonderdeel 1) heeft een grote rechthoekige afmeting van ca. 214 m lengte met een hal van ca. 58 m en een strook kantoren aan de noordzijde van nog eens ca. 10 m breed. Het is in twee fasen tot stand gebracht. Gerekend vanaf de oostzijde dateren de eerste 10 traveeën en de brede travee, (1e afdeling) uit 1904, de volgende 6 en 7 traveeën, wederom gescheiden door een brede travee (2e en 3e afdeling) dateren uit 1924. De bredere traveeën zijn bestemd voor de interne rolbruggen. De sporen vinden aansluiting via de kopgevels. Aan deze beide zijden ligt een rolbaan voor het gebouw. Aan de noordzijde van het gebouw liggen de eveneens beschermde verenwerkplaats en het ketelhuis. Tussen het hoofdgebouw en het ketelhuis zijn verbindingen gelegd ten behoeve van werktuigen en installaties. Hierdoor is aan deze zijde sprake van een industriestraatachtig karakter. De kopgevels vertonen nog de karakteristieke grote inrijdeuren, maar overigens zijn deze gevels grotendeels gemoderniseerd. De zijgevels zijn uitgevoerd als een aaneenschakeling van topgevels, waartussen de dwars geplaatste sheddaken. De sheddaken zijn op het oosten gericht. De begin- en einddaken alsmede de daken van de brede beuken hebben een zadeldak, evenals het kantorengedeelte. Het geheel is opgetrokken in baksteen. In principe heeft iedere topgevel twee getoogde vensters met gietijzeren roedeverdeelde ramen. Aan de zuidzijde zijn dit grote ramen bestaande uit twee delen waarvan het bovenste een draaiend middeldeel bevat. Aan de noordzijde is te zien dat zich hier een verdieping bevindt. Op de begane grond zijn steeds twee bredere getoogde vensters aangebracht en daarboven twee maal twee smalle getoogde vensters. Inwendig bestaat het gebouw uit één grote hal met aan de noordzijde kantoor- en personeelsruimten. De constructie bestaat uit een ijzeren kolommenstructuur. De kolommen zijn samengesteld uit U-profielen met plaatliggers en stabiliteitsliggers. Zij dragen de constructie van het houten sheddak met ijzeren trekstangen. De kapspanten boven de rollerbanen zijn uitgevoerd als Polonceauspanten.

Waardering

Het HOOFDGEBOUW is van algemeen belang vanwege - de (cultuur)historische waarde als uitdrukking van de geschiedenis en ontwikkeling van de spoorwegbouw in Nederland; - de architectuurhistorische waarde vanwege zijn plaats in het oeuvre van D.A.N. Margadant en als karakteristiek voorbeeld van industriële architectuur; - de bouwhistorische waarde van de constructiewijze van kolommen en kappen die op te vatten is als een vroege vorm van systeembouw; - de ensemblewaarde vanwege de functioneel ruimtelijke samenhang met de overige onderdelen.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
528306
Complexnaam
Wagenwerkplaats
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding

Vanaf 1863 ontwikkelde Amersfoort zich als spoorwegstad. Verschillende van de destijds bestaande spoorwegondernemingen legden hier spoorlijnen aan met bijbehorende dienstgebouwen. Oorspronkelijk was het Wagenbedrijf Amersfoort WBA een wagenmakerij van de toenmalige Hollandse IJzeren Spoorwegmaatschappij (HIJSM) die dit terrein in 1904 als zodanig in gebruik nam. Deze spoorwegmaatschappij werd later onderdeel van de Nederlandse Spoorwegen (NS) die het terrein verder inrichtte en ontwikkelde voor het onderhoud, revisie en het ombouwen van goederenwagons. Veel van de arbeiders waren gehuisvest in de naastgelegen wijk, het Soesterkwartier. Na 1996 volgde de verzelfstandiging van het bedrijf tot NS-dochter Nedtrain. In 2000 is het bedrijf gesloten.

Omschrijving

Het totale terrein is gelegen tussen het Station Amersfoort aan de zuidzijde en het Soesterkwartier aan de noordzijde. Het is ca. 1,5 km lang en 300 m breed. De gebouwen liggen centraal op het terrein aan de noordzijde bij het Soesterkwartier alwaar zich ook de oorspronkelijke toegang met portiersloge bevindt. Voorts is op het terrein nog een aantal gebouwen met andere functies aanwezig, zoals een magazijn, een loods voor gereed hout en een rijwielstalling alsmede tal van spoorvoorzieningen zoals bundels opstelsporen, wissels en stootblokken. De bebouwing van het complex wordt gekarakteriseerd door zijn industriële, utilitaire karakter. De gebouwen kunnen zowel klein als uitzonderlijk groot zijn, maar blijven in hoogte beperkt. De gebouwen staan meestal zelfstandig in de ruimte met een concentratie langs de beide assen in het gebied. Er is temidden van de utilitaire basis ruimte voor groen ingeruimd. Binnen het complex zijn de volgende deelgebieden in het bijzonder te benoemen: - De hoofdtoegang met aansluitende laanachtige oprit. Deze as heeft o.a. door de bomen, maar bijvoorbeeld ook door de aanwezigheid van een oorlogsmonument een duidelijk representatief karakter en legt de concrete verbinding van het terrein met de wijk. Karakteristiek is tevens de portiersloge (1961) bij het toegangshek. - In oost-westelijke richting ligt de hoofdas van het terrein. Links en rechts hiervan liggen de verschillende gebouwen. Ter plaatse van het hoofdgebouw, de verenfabirek en het ketelhuis vertoont de as een industriestraatachtig karakter omdat de gebouwen hier nog dicht bij elkaar staan en onderling verbonden zijn met technische voorzieningen ten behoeve van de bedrijfsvoering. - De positionering en relatie van de rolbanen met de sporen en het hoofdgebouw en wagenloods. Deze onderdelen zijn functioneel onlosmakelijk met elkaar verbonden. Deze relatie wordt mede uitgedrukt door de verbindende sporen. Ter plaatse van de rolbaan 5A heeft een verdere verbijzondering van de ruimte plaatsgevonden door de aanleg van een klein plantsoen.

Tot de onderdelen van het complex worden gerekend:

1. HOOFDGEBOUW 2. VERENFABRIEK / SMEDERIJ 3. KETELHUIS 4. WAGENLOODS / Venkoloods 5. Twee ROLBANEN (5A en 5B) met bijbehorende sporen.

Waardering

Het COMPLEX is van algemeen belang, vanwege

- de (cultuur)historische waarde als uitdrukking van de geschiedenis en ontwikkeling van de spoorwegbouw in Nederland en als zodanig een van de grootste, gespecialiseerde (goederenwagon)bedrijven; - architectuurhistorische waarden als voorbeeld van vroeg 20e eeuwse industrie-architectuur en de plaats van een aantal gebouwen in het oeuvre van D.A.N. Margadant; - de ensemble waarde van de samenstellende delen; - de vrij grote gaafheid; de zeldzaamheid.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Werkplaats Boerderijen, molens en bedrijven Industrie oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Soesterweg 300 3812 BH Amersfoort Ja
Soesterweg 300 F 3812 BH Amersfoort
Soesterweg 300 E 3812 BH Amersfoort
Soesterweg 300 D 3812 BH Amersfoort
Soesterweg 300 A 3812 BH Amersfoort
Soesterweg 300 B 3812 BH Amersfoort
Soesterweg 300 C 3812 BH Amersfoort
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Boerderijen, molens en bedrijven Industrie
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
D 11611 Amersfoort
D 11699 Amersfoort
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1904 1904 vervaardiging
Naar boven